Maak uw keuze op de onderstaande Menu
Make your choice on the menu below |
---|
Terug naar hoofdpagina |
Religie / Mythe |
De waarheid en het bewijs |
Verboden Archeologie ! |
Gezondheid en Voeding ! |
Nieuws Illuminati |
DOCUMENTEN UPDATE! |
Link Soeverein mens worden |
Link naar NIBURU nieuws |
Politieke partij de SOPN |
JEUGDZORG MISSTANDEN |
Wereld Nieuws
Echt nieuws dat niet gecensureerd is door de Illuminati.
ALLE MENSEN OP AARDE ZIJN VRIJ EN SCHULDVRIJ !!!!!!!!!
ZEG HET VOORT!
VANAF 25 DECEMBER 2012 ZIJN ALLE MENSEN OP AARDE SOEVEREIN!VANAF 25 DECEMBER 2012 ZIJN ALLE MENSEN SCHULDEN VRIJ!
SAY THE WORD!
FROM 25 DECEMBER 2012 ARE ALL PEOPLE ON EARTH SOVEREIGN!
FROM 25 DECEMBER 2012 ARE ALL PEOPLE DEBT FREE!
Říct slovo!
Od 25. prosince 2012, které jsou všichni lidé na Zemi Sovereign!
Od 25. prosince 2012, které jsou všichni lidé bez dluhů!
Dire le mot!
Du 25 décembre 2012 sont TOUTES PERSONNES SUR TERRE SOUVERAIN!
Du 25 décembre 2012 sont toutes les personnes DETTE GRATUIT!
DECIR LA PALABRA!
Del 25 de diciembre 2012 ¿TODA LA GENTE EN LA TIERRA SOBERANA!
Del 25 de diciembre 2012 ¿LIBRE DEUDA todas las personas!
Dagboek moeder Vaatstra
DE MEEST SENSATIONELE DAGBOEKEN UIT DE NEDERLANDSE
CRIME-GESCHIEDENIS DIE CRUCIAAL ZIJN VOOR DE ZAAK-VAATSTRA EN OP ZICH
EEN NOVUM ZOUDEN MOETEN ZIJN DIE LEIDEN TOT EEN HERZIENING
Tot op dit moment was de overweging om het dagboek van Maaike Terpstra (Vaatstra) niet te publiceren er een waarbij voornamelijk rekening werd gehouden met haar persoonlijke wens. De opstelling van een aantal belangrijke partijen binnen de alternatieve media is er een geweest van een afweging tussen haar en het algemeen belang. Dat is lastig geweest omdat de moeder van Marianne, die het dagboek schreef, niet bereikbaar is voor persoonlijk commentaar. De reden daarvan is, zo is de algehele consensus op basis van betrouwbare informatie, omdat ze door haar familie, het OM en haar advocaat erg onder druk is gezet. Haar dagboek bevat belastende informatie omtrent de werkwijze van politie en justitie in het onderzoek naar de moord op haar dochter in mei 1999. In de mainstream media wordt nu verteld dat het dagboek door Maaike zou zijn uitgeleend aan haar beste vriendin die het gelekt zou hebben. Dat is onwaar. Iemand anders die we niet bekendmaken, heeft het handgeschreven werk al veel eerder, en wel vijf jaar jaar geleden, van Maaike gekregen. Dat is dus iets heel anders dan wat de media ervan maken: “even ter inzage uitgeleend”. Weer iemand anders, ook bekend bij ons, heeft het ruim een jaar geleden in een Word dokument ingetypt om het vervolgens te laten controleren door iemand die wij persoonlijk ook goed kennen. Het is daarom dat wij hebben kunnen verifiëren dat wij de juiste versie van het dagboek in ons bezit hebben.
1 mei 1999
Ik word ‘s morgen om ongeveer 8.00 uur wakker en ga naar beneden. Het eerst wat ik altijd
doe – als Marianne de avond vantevoren op stap is geweest – is kijken of haar schoenen in de
keuken staan en haar jas aan de kapstok hangt. Tot mijn grote schrik is dit nu niet het geval. Ik
ren naar de vliering, naar haar kamer, maar daar is ze niet. De schrik slaat mij om het hart. Dit
is nog nooit eerder gebeurd. Ik bel een paar vriendinnen, waarvan ik denk dat die ook naar de
Paradiso Bar in Kollum zijn geweest. Zij weten van niets.
Mijn man (Bauke) komt naar beneden en belt naar haar vriend Spencer in Buitenpost en die
zegt: ‘We hebben een fiets voor haar gecharterd, waarop ze naar huis is gegaan’.
Een fiets, hoe kan dat nou? Spencer zou toch de taxi voor haar betalen, dat beloofde hij haar
en daar was ik als moeder bij. Waarom is dit niet gebeurd? Ze kwam altijd veilig thuis. Ze
was nog nooit op de fiets bij donker naar een bar geweest en ze had dit nooit gedurfd.
M’n man is daarna gaan zoeken en ook haar vriend Spencer en haar vriendin Afie met haar
vriend Hansje.
Ik was radeloos en heb de politie gebeld. De politie zei: ‘Mevrouw zullen we eerst nog maar
even afwachten’. ‘Nee, nee dat kan niet, er moet wat gebeurd zijn want Marianne is nog nooit
zomaar weggebleven’.
De politie kwam en vroeg een foto van haar. Met trillende handen kwam er een pasfoto uit
mijn beurs. Wat er dan door je heen gaat; laat er toch niks ergs gebeurd zijn. Ik wist niet waar
ik het zoeken moest.
Haar vader zocht eerst in de verkeerde richting en is toen naar de Kéningswei in Veenklooster
gegaan.
Afie en Hans waren daar ook. Afie belde met haar mobiele telefoon naar Spencer en vroeg:
‘Waar zijn jullie’. Zij waren aan het zoeken achter het Paradyske. ‘Wat moet je daar? Daar
zou ze toch niet langs zijn gegaan’.
Afie vroeg nog: ‘Waar zijn jullie uit elkaar gegaan’. Spencer antwoordde: ‘Bij het tunneltje’.
Vreemd dat hij dan in een andere richting zocht. Richting A.Z.C.
Er stond een fiets in de droge sloot. Ze zijn het weiland ingegaan en daar vindt een vader z’n
dochter ontkleed en dood. Onbeschrijflijk wat moet er daar door m’n man heen zijn gegaan en
ook haar vriendin met vriend en Jittie. Spencer komt er ook bij en hij riep: ‘Dit is mijn
schuld’.
Een vader komt verslagen thuis en samen hebben we gehuild tot we geen tranen meer over
hadden. Onze vrolijke en levenslustige dochter om het leven gebracht. Op zo’n beestachtige
manier. Hoe kom je hier door? Ik heb geschreeuwd: ‘Dat kan ik niet en ik wil niet meer’.
Maar je kunt geen kant op. Je hebt geen keuze.
De huisarts kwam en hij zat ook verslagen bij ons en zie direct: ‘Dit is geen westerse moord’.
Onze andere kinderen kwamen ook thuis. Met elkaar gehuild, getracht elkaar te troosten.
Maar hoe? Iedereen had het zo ontzettend moeilijk.
‘Us Marianne’, ze werd 12 jaar na onze jongste zoon geboren. Wat waren de grote zussen blij
toen ik hun vertelde dat ze nog een zusje of broertje kregen. We hadden, toen gezien mijn
leeftijd, de keuze om ook te kiezen voor een abortus. Maar nee, we hebben er geen moment
aan gedacht om zoiets te doen. We hadden vijf gezonde kinderen en ik koos nu ook voor dit
zesde kind.
Maar in de nacht van 1 mei werd er voor ons gekozen, door een monster, iemand die je geen
mens mag nomen.
Dit jonge leven, ons allen zoveel waard, werd bij ons weggescheurd. Nog zoveel
toekomstplannen en dromen. Een nieuwe school, haar werk bij de Poi-Mar, ze zag het
allemaal met energie en levenslust tegemoet. Voorbij voor altijd. Je bent verslagen.
De bode komt, er moeten direct dingen geregeld worden. Spencer komt ook met z’n ouders.
We horen zijn verhaal aan en vragen hem hoe zij op die fiets terecht. Ze had nooit alleen
gedurfd.
Emoties spelen dan een grote rol. Ik zei nog tegen Spencer: ‘Ik neem jou niks kwalijk’. Toen
hij echter buiten stond, dacht ik: ‘Wat niet kwalijk nemen. Natuurlijk wel, ik neem het je
kwalijk. Hij zou toch een taxi voor haar regelen. Dat had hij beloofd. Waarom in Gods naam
hield hij zich daar niet aan? Via bankafschriften kwamen we er achter dat Marianne slechts
f 25,- had gepind, dus had ze er op gerekend dat Spencer z’n belofte zou nakomen. En dat
mag toch ook wel als je 3 maanden met elkaar gaat.
M’n man vroeg hem nog: ‘Hoe zijn jullie uit de Paradiso Bar weggegaan.’ Hij antwoordde:
‘Wij gingen weg (dat waren Spencer en zijn vriend) en Marianne liep ons achterna’.
Ja, nogal logisch, als je op je vriend rekent en je hebt zelf niet genoeg geld bij je. Dit is voor
mij de eerste aanleiding tot haar dood. Verschrikkelijk bitter, dat het zo moest lopen. Je leeft
de eerste tijd in een roes en toch gaat niets aan je voorbij. Onze telefoon werd doorgeschakeld
naar ode G.S.M. van onze zoon Freddy, zodat wij niet hoefden op te nemen. Freddy regelt
verder alles voor ons en heeft het daar ontzettend druk mee.
De recherche komt en vraagt of ze onze telefoon mochten laten afluisteren. Dat was wel goed.
Familie kwam en ging, men wist vaak niet wat men moest zeggen. Nee, woorden zijn er niet.
Mijn man moet op 2 mei ’s middags in Buitenpost komen, waar inmiddels een R.B.T. is
gevormd. Hij moest een verklaring afleggen.
Hij wees hun direct naar het A.Z.C., want Marianne was enige weken voor de moord door een
groepje asielzoekers bedreigd. Deze mannen drongen zich aan haar op en toen zij duidelijk te
kennen gaf dat ze daar niet van gediend was, bedreigden ze haar met een snijgebaar langs de
hals. Bovendien zeiden ze: ‘We krijgen je nog wel’.
Is het dan vreemd dat je die kant opwijst? Het R.B.T. wilde alles weten wat je als ouders maar
kunt vertellen. Maar die bedreiging van die asielzoekers, het leek ons, dat ze die kant direct op
moesten. Tot onze teleurstelling gingen ze die kant niet op, dat wilden ze niet eens. Altijd
tegen ons zeggen: ‘ jullie moeten alles zeggen, een domme tip is er niet’.
De goeie tips lieten ze liggen, daar zijn we dankzij ons eigen speurwerk, met medewerking
van anderen, wel achter gekomen. De eerste dagen gebeurde er ontzettend veel.
Ik heb gevraagd: ‘Waar is mijn kind?’ Eerst was ze in het ziekenhuis en daarna moest naar
Rijswijk voor onderzoek. Je wilt wel naar haar toe, maar dat kan niet, tot het moment dat ze
hier in Zwaagwesteinde in de aula kwam.
Wat een enorm moeilijke gang om daar heen te gaan. Naar je kind, ze was zo mooi, maar zo
koud. Je kust haar koude voorhoofd en huilt bittere tranen. Je moet haar weer achterlaten,
alleen in de koude koelcel van de aula.
De begrafenis moest worden geregeld. We wilden het laatste wat we voor haar konden doen,
ook goed doen.
Ds. Elverdink uit Kollumerzwaag leidde de dienst, waarvan ik een paar woorden (die met
klem werden gebracht) heb onthouden en dat zijn: ‘ga door’ en ‘waarom’.
Ik heb er zelfs van gedroomd. Werd wakker, ging uit mijn bed en dacht: ‘ja, je moet
doorgaan. Je hebt je man nog en de andere kinderen. En die hebben het ook zo moeilijk. We
moeten er voor elkaar zijn’.
‘Het waarom’, krijgen we daar ooit een antwoord op?
Dan komt de stille toch. Zinloos geweld, ik geloof niet dat het ooit zal stoppen. Was het maar
waar!
Toespraken bij het winkelcentrum. Ook haar vader leest een gedicht voor. Indrukwekkend! Ik
ben thuis gebleven, maar heb de massa mensen voorbij zien lopen. Witte ballonnen worden
losgelaten en kiezen de ruimte.
’s Avonds waren we bij elkaar in Zorgcentrum Brugchelencamp. Er dreven witte ballonnen in
de vijver. Mijn gedachten gingen naar Marianne. Zo’n indrukwekkende stille tocht voor haar.
2
En alles was in overleg met ons perfect geregeld.
Wij hadden echter zo graag gewild dat de stille tocht niet nodig was geweest.
In de donkere avonduren werden we in een politiebusje naar het winkelcentrum gebracht.
Daar lagen alle bloemen die de mensen daar hadden neergelegd. Kaarsen branden en er
stonden vier grote foto’s van onze Marianne. Ze lachte naar ons. Dat moment was zo intens
en ik ben dan ook in tranen uitgebarsten. Ik was er niet op voorbereid en zal ook dat beeld
altijd voor ogen houden.
Ik weet nog dat ik dacht: ‘Nu sta ik hier, maar jij ligt daar een paar straten verderop, op het
kerkhof. Wat ben jij hier ’s avonds in het centrum vaak geweest met de jeugd. Dit komt nooit
weer. Zal ik het ooit kunnen accepteren – nee dat kan niet – dat jou leven zo moest eindigen’.
Afgelopen winter zei ze nog: ‘Mem moet meer lachen, want het leven is toch mooi en mem
moet niet zo bezorgd om mij zijn, want ik kan wel mijzelf passen’.
Je ging ook altijd met de taxi vanuit de bar naar huis, nooit op de fiets. Door de schuld van
Spencer had je geen keus. Je had het nooit gedurfd. En wij vragen ons steeds af, heb je wel
ooit op die fiets gezeten. Voor ons is het niet gegaan, zoals het door de recherche gebracht is,
de reden hiervoor is, dat vanwege de asielzoekers deze moord in de doofpot van Kollum
gestopt moet worden.
Voor de eerste keer weer naar buiten. Een klein blokje om wandelen, dat is een overwinning.
Zondags met dochter Wilma een wandeling om Brugchelencamp. Halverwege had ik het
gevoel dat ik in elkaar zou zakken. Doorzetten is het parool, het is gelukt. Ik had nooit
gedacht dat alles weer een overwinning zou zijn.
De eerste keer naar de slager, naar de winkels, zelfs in de auto, moet de nodige angst
overwonnen worden. Ik draai weer was in de wasmachine, er komen nog kledingstukken van
Marianne uit. Nooit weer! Je begint eindelijk toch ook weer wat eten klaar te maken, het
smaakt niet, met ‘afgrijzen’ begin je wat te eten. Ook de plaats aan tafel blijft leeg.
Als ik naar bed ga, kijk ik naar boven, naar de vliering waar Marianne haar kamer is. O, wat
zou ik toch graag willen dat ze daar vandaan weer tevoorschijn kwam. Maar nee, deze boze
droom is echt. Ik kan dit niet aanvaarden! Wanneer wel? Dit is toch niet te aanvaarden!
Ik heb toch altijd geprobeerd goed op haar te passen en haar te begeleiden. We konden ook
goede gesprekken hebben met z’n beiden. De pubertijd was een lastige periode, maar die had
ze achter de rug. En dan nu: haar vriend die z’n belofte niet na kwam. De eerste aanleiding tot
haar dood. Oh, wat haat ik deze Spencer en ook Wietze, die er bij was. Haar verliefdheid op
deze waardeloze vent is haar dood geworden.
Femmie, onze hond, gaat ook verschillende keren naar de vliering en zit dan voor de dichte
deur te wachten. Hij mocht wel eens bij Marianne op bed slapen. Het arme dier, hij het niet
weten. Femmie komt terug, kijkt mij aan, alsof hij wil vragen, waar is ze toch?
De deur blijft dicht, telkens dicht, de pijn trekt door je hen. Je moet door, maar hoe? Zal er
ooit een tijd komen dat ik nog kan genieten? Ik weet het niet? De tijd gaat door. Je begrijpt
het niet. Je ziet de auto’s weer rijden als je door het raam naar buiten kijkt. Ja, het leen gaat
door, maar dat kun je nog niet begrijpen.
Vanaf 1 mei waren er twee asielzoekers verdwenen.
Twee rechercheurs komen elke week een keer bij ons op bezoek. Onze kinderen en onze
begeleiders, Oene en Piet, zijn er meestal ook bij. Ze brengen ons (voor zover het onderzoek
het toelaat) op de hoogte.
Onze vragen omtrent de twee verdwenen asielzoekers waren voor hun niet interessant. Op
onze vraag: ‘Wat doen jullie daarmee’, konden ze niets vertellen. Ook kregen we geen
antwoord op de vraag: ‘Waarom niet?’
Henk Heyman en Jouke Knevelman waren eerst onze contactpersonen.
Jan Verkaik kwam langs om ons uit te leggen hoe het D.N.A. werkte. Hij deed dit heel
uitvoerig, het duurde langer dan een uur. Ik werd er misselijk van. Je krijgt te horen wat er
3
met je kind is gebeurd. Vastgebonden, de kleren van haar lijf gesneden. Je gaat weer door een
hel en denkt: ‘Wie dit op z’n geweten heeft, die moet worden gepakt’.
Dan kom je er achter dat ze het A.Z.C.-Kollum in hun onderzoek links laten liggen. De
minimale dingen die ze wel deden, stelden niks voor. Er komt in de krant dat er dezelfde
nacht van de moord op Marianne een meisje is verkracht in Kollum. In Kollum weten de
mensen van niets, maar wij kwamen er achter dat het een asielzoeker uit de Poelpleats was,
die dit had gedaan. En dan ook nog één uit het bekende groepje, dat al langer dan twee jaar de
jonge meisjes lastig viel en die Marianne ook hebben bedreigd.
Jan Verkaik stelden we de vraag: ‘Wie dit was’. Hierop had Verkaik een zoetsappig verhaal
dat in het geheel niet klopte. Deze dader werd alleen maar overgeplaatst naar Helmond. Je
vraagt je wel eens ad, waar is het recht hier in Nederland. Na weken van aandringen van onze
kant, dat ze toch de asielzoekers mee moeten nemen in hun onderzoek (omdat we daar alle
redenen voor hadden), werden ze boos als we weer naar die verdwenen asielzoekers vroegen.
Het werd Henk Heyman en Jouke Knevelman teveel om ons te bezoeken. Jan Verkaik zou het
overnemen, hij dacht onze gerichte vragen beter te kunnen ontwijken.
Lieve Marianne, hoe moeten we verder zonder jou stralende lach, jouw levenslust.
Lieve kind, je vertelde me nog toen de lente begon dat je zo’n zin had in het mooie weer. Er
kwam een mooie, warme zomer! Waarom net nu! Jij kan er niet meer van genieten, wat moet
ik daar vaak aan denken. Je had zin in de nieuwe school, vertelde je mij. Nieuwe vriendinnen
maken en lekker naar de stad. Ik dacht nog, dan kun je ook wel eens bij je zus Rennie die in
Leeuwarden woont, overnachten. Het mag niet zo zijn.. Wat haat ik toch de daders, die jou
dood op hun geweten hebben en dan krijg je ook niet eens een rechtvaardig onderzoek om
deze daders te pakken. Ik zie je nog thuiskomen, na een avondje uit naar de Ringo Bar. Jan en
Gretha waren bij ons op bezoek. Je zei toen met een brede lach: ‘Ik ben verliefd’. Dat was op
Spencer. Was dat maar nooit zo geweest, want het is je dood geworden. Een waardeloze vent,
die z’n belofte niet nakwam en die je nog wel had beloofd dat hij voortaan eerlijk tegen jou
zou zijn en niet meer zou liegen. Dit heb je geloofd, anders had je zelf wel meer geld gepind
voor de taxi.
We zijn inmiddels verhuisd, een straat vanaf de plek waar ons kind op het kerkhof ligt. Als ik
’s avonds naar bed ga, kijk ik naar de hoge bomen waar jouw jonge leven ligt. De
kerkklokken hoor ik hier vandaan veel duidelijker dan voorheen. Ik krijg dan het gevoel dat je
me roept. Wat moet je een angst en pijn hebben doorstaan. Heb je nog om je ouders
geroepen? Had ik je maar kunnen helpen. Ik zou mij voor jou hebben doodgevochten, om jou
jonge leven te beschermen.
Maar... wat er voor ons overblijft om te vechten is voor het recht. Deze dader(s) moeten
worden gepakt en wij als familie moeten weten wat er precies is gebeurd. Hoe is het allemaal
gebeurd? Dat dit onderzoek naar de dader(s) één grote leugen is, dat denk ik voor de volle
honderd procent.
Jan Verkaik nam dus de contacten met ons over van de twee andere rechercheurs. Mijn man
had een heel gerichte vraag voor hem, maar kreeg niet de gelegenheid om die te stellen. De
derde keer zei mijn man: ‘Nu bent u stil en stel ik mijn vraag’. Zijn antwoord was: ‘Krijgen
jullie daar Marianne mee terug’. Nee, dat wisten we, maar ik vecht wel voor het recht, waar
mijn kind nog recht op heeft.
Verkaik had nog nooit zulke ouders meegemaakt. Ouders, die er zo mee omgingen als wij.
‘We moesten met het verlies van onze dochter bezig zijn en niet beginnen te rechercheren’. Ik
zat verslagen op de bank na deze woorden en dacht: ‘Wat bedoelt hij hiermee en wat doen wij
hiermee verkeerd? Het zou mij later wel duidelijk worden dat de bemoeienissen van de ouders
met het onderzoek, hun heel slecht uitkwamen. Dit was vanuit de recherche nog maar het
begin. Er werd nooit naar ons geluisterd. Wat wij als ouders konden vertellen over de dingen
4
die we wisten van Marianne en van haar vriendinnen was een domme tip. We moesten alles
zeggen, maar wat we naar voren brachten, daar wilden ze niet naar luisteren, want dan
moesten ze naar het A.Z.C. en het A.Z.C. moest buiten dit onderzoek blijven. Dat zijn dingen,
waar we na een week of 7 à 8 wel achter kwamen. Het vertrouwen in deze mensen kreeg
hiermee een gevoelige dreun en zou ook niet weer herstellen.
In augustus ging Verkaik met vakantie. Ik heb nog tegen hem gezegd: ‘Ik zal je dit vertellen.
Het extra leed wat wij als ouders van jullie er nog bovenop krijgen, zal ik u nooit vergeven.
Het klinkt hard, maar ik meen het wel’. Als ze dan totaal geen begrip voor ons als ouders op
willen brengen en niet eens naar ons willen luisteren. Als Verkaik dan tegen ons zegt: ‘Ik
hobbel niet achter de menigte aan’. Dat komt hard aan. Mijn man zei: ‘Zijn wij de menigte?
Wij zijn de ouders van Marianne. Als ouders kun je toch een goede tip geven’. Maar nee, het
woord asielzoeker alleen al, daar wilden ze niets van horen. Ik heb nog gezegd: ‘Verkaik, als
dit groepje asielzoekers, jongens uit onze cultuur waren geweest, dan hadden die andere kant
op gewezen’. Maar we hadden er alle redenen voor om nu naar het A.Z.C. te wijzen.
Deze A.Z.C.-ers werden nadat ze Marianne hadden bedreigd met het snijgebaar en de
woorden “We krijgen jou nog wel’ uit de Ringo Bar gezet. Dat is in hun cultuur, waar een
vrouw totaal geen rechten heeft, niet te pruimen. Ook Gizela hadden ze al eens bedreigd met
de woorden: ‘We pakken jou nog wel eens met z’n allen’. Dit alles weet de recherche.
Dan zijn er op 1 mei twee asielzoekers uit dit bewuste groepje verdwenen en nog geen reden
om daar achter aan te gaan. Dat is toch niet te begrijpen?
Ze pakken tot twee keer toe een ander op. Wat was Henk Heyman blij dat hij ons kon
berichten dat ze Piet Smid hadden opgepakt. Harde bewijzen? Hij kwam met de handen
omhoog binnen: ‘We hebben een verdachte, er zijn harde bewijzen’. Achteraf gezien waren
die er helemaal niet. Piet mag blij zijn dat er nu D.N.A. is, anders hadden ze hem er wel eens
voor kunnen laten opdraaien. Dan waren ze toch met alle glorie om de asielzoekers heen.
Dit gebeurde vlak voor het weekend. Een goede reden om de gemoederen hier in de
omgeving weer rustig te krijgen. Zo ook met de wandelaar in de omgeving in de nacht van 1
mei. Er zal wel een goede reden zijn geweest om deze man op te pakken. Waarom gaan ze
wel achter deze tips aan en niet de vele tips die richting A.Z.C. gaan. Zodra er een asielzoeker
in beeld komt, wordt alles van de hand gewezen, men ontkent en liegt tegen ons. Je vraagt je
af, waar is ons recht als burgers gebleven? Wie wordt er nu gediscrimineerd door de
overheid? Niet de asielzoekers, maar wij als gewone burgers.
Diefstallen, aanrandingen en verkrachtingen door A.Z.C.-ers, daar wordt hier in de regio door
de politie niks mee gedaan. Voorbeelden genoeg. Wij krijgen heel veel verhalen van mensen
die zoiets hebben meegemaakt bij ons binnen. Dan zegt Jan Verkaik tegen mij: ‘Dit soort
beestachtige moorden gebeurd onder Nederlanders evenveel als onder allochtonen’. Dan zeg
ik: ‘Jan Verkaik, dat liegt u! Dat is niet waar, je denkt toch niet dat ik dat geloof’. En dan is
hij weer uitgepraat. Na verloop van een paar maanden komt de recherche dan toch met twee
asielzoekers die mogelijk iets gezien hebben. Het zijn puur alleen maar getuigen. En dat zijn
dus die twee verdwenen asielzoekers.
Het A.Z.C. in Kollum wordt begin juli in een record tempo met een verlenging door de raad
er door gedrukt en een paar dagen daarna is één van ‘onze’ getuigen een verdachte.
De verkrachtingszaak van Fyak, ook één uit het groepje asielzoekers, wordt geseponeerd.
Allemaal heel toevallig. Deze twee zaken hebben ze over de verlenging van het A.Z.C. heen
getild. Waren ze hier eerder mee gekomen, dan was de stemverhouding 8 voor en 7 tegen, er
nooit gekomen.
Mijn man hoorde in een winkel, via radio Fryslãn, dat ze nu toch één van de asielzoekers
zochten, waar wij altijd om hadden gevraagd. Nu, na 9 weken, eindelijk toch een keer. Het is
niet te geloven wat er dan door je heen gaat. Jan Verkaik zou op vrijdagavond komen, maar
belde af, omdat hij geen tijd had. Ik zei nog tegen hem: ‘Dat zal wel, nu geen tijd’. Je hebt
5
ook heel wat uit te leggen, nu er toch een verdacht is uit dat groepje A.Z.C.-ers. Dat hebben
we toch altijd gezegd? Hij werd boos en ik emotioneel en kon geen woord meer uit brengen
en heb toen de telefoon op de haak gelegd. We hoorden later van Oene en Pieter dat hij tot in
de late uurtjes bij Oene had zitten praten om deze jongens te bewerken en toch weer
geloofwaardig over te komen. Zelfs onze andere kinderen werden bepraat door hem om op
deze manier de ouders monddood te maken. In en in gemeen.
Op een dinsdag moesten we naar de recherche in Buitenpost komen. Zonder dat wij het
wisten, zaten onze kinderen daar al. We gingen altijd met elkaar als er iets was, maar nu
kwam er niet één bij ons, om ons op te halen. De tijd drong, dus gingen we die kant maar op.
Tot onze ontsteltenis stonden alle auto’s al bij het politiebureau. Pieter stond in de hal en ik
weet nog niet hoe ik die trappen op ben gekomen. Een grote zaal met een heel grote tafel.
Onze kinderen zaten er al, net als Oene en Pieter, alsmede Jan Verkaik met Contant z’n
rechterhand en ook de heren van het O.M.
We snapten er werkelijk niks meer van, maar we kwamen er dus wel achter wat de bedoeling
was. Ik kreeg het verwijt te horen dat ik Spencer z’n ‘spullen van medeleven’ had terug
gestuurd. Jan Verkaik zei dat ik die jongens had beschadigd. Zo ging je niet met mensen om.
Bauke zei nog: ‘Je moest eens weten hoe hij ons heeft beschadigd’. En waarom ik het had
gedaan. ‘Omdat Dick Sletering, de vader van Spencer, in het Algemeen Dagblad een verhaal
had waarin, zelfs Marianne haar karakter werd neergezet. Dit allemaal ten voordele van
Spencer. Hier had hij het recht niet toe. Hij kende haar maar amper.
Dick Sletering schreef: ‘Indien de jongens met Marianne mee waren gefietst, dan hadden ze
vast ook een mes in de rug gehad’. Dat zijn uitspraken die nergens op slaan, of zou de vader
van Spencer toch meer weten? Hij neemt de touwtjes in handen voor Spencer en de recherche
beschermt hun. Waarom? We zijn na deze avond werkelijk twee dagen door een hel gegaan.
De bedoeling van Justitie was, dat we ons niet meer met het onderzoek mochten bemoeien en
vooral geen telefoontjes mochten beantwoorden. Ze zeiden dat wij als ouders veel te veel met
het onderzoek bezig waren en dat zo ons hele gezin kapot zou gaan. Een sterk wapen om dit
over de hoofden van onze volwassen kinderen te spelen. Het kwam de recherche heel slecht
uit dat wij via informatie van mensen achter bepaalde dingen kwamen, die wij en de burgers
niet mochten weten.
Age Bruining is begeleider op het A.Z.C. in Kollum. Hij liep eens met zijn moeder in Kollum
en zag Alie Hasan lopen en zei: ‘Dat is die arrogante vent’. Ruim één week na 1 mei 1999 is
deze moeder in Drachten en ziet Alie Hasan bij een groepje asielzoekers staan. Ze belt gelijk
met het R.B.T. in Buitenpost. Het antwoord was: ‘Komt u maar hier, dan laten we u wat
foto’s zien’. Te zot voor woorden.
In september 1999 vraag ik naar de toen verdachte Alie Hasan. Ze antwoorden mij, dat hij de
dader niet kon wezen, want hij was in het weekend van Koninginnedag in het westen van het
land geweest. Dat was nagetrokken door de recherche en dat klopte.
Dan komt begin oktober de demonstratie in Kollum en dan pakken ze enkele dagen daarna
(voor hun) Alie Hasan op in Turkije. Wat moet je dan als ouders geloven?
Deze verdachte en de Afghaan worden door Peter R. de Vries op de tv (SBS 6) via een foto in
beeld gebracht en de kranten nemen deze foto over, anders hadden wij nooit een foto van deze
twee verdachte A.Z.C.-ers gezien.
Afie en Stefanie hadden deze personen op Koninginnedag ’s middags in Kollum zien lopen,
met onder anderen Fyak en nog een paar anderen. Deze Fyak verkracht dezelfde avond een
meisje van 14 jaar. Dit gebeurde ca. 22.30 uur. Daarna was hij in de Paradiso Bar waar
Marianne ook was. Dan wordt zogenaamd deze Alie Hasan in Turkije opgepakt. SBS zend
daar beelden van uit. Afie en Stefanie zeggen resoluut: ‘Dat is hem helemaal niet’. Dat willen
we wel getuigen’. Ik vraag dit twee keer nadrukkelijk bij het O.M., maar krijg geen antwoord
op mijn vraag.
6
Ook vraag ik waarom ze de Afghaan niet hoeven. De Afghaan heeft op de Pieter Jellesschool
geprobeerd een jongen dood te maken, met de woorden: ‘Ik maak je dood. Het maakt mij
niks uit. Ik heb er wel meer doodgemaakt’. Hij is ‘ten tijde van’ ook met een noodgang door
het tunneltje gefietst. De lerares die hem Nederlandse les gaf, heeft gezegd dat zij hem wel tot
zo’n moord in staat achtte. En daar heeft Justitie zogenaamd geen belangstelling voor. Ook
deze vraag is gesteld bij het O.M., maar ze kunnen mij geen antwoord geven.
Indien deze twee mannen niks hebben te verbergen, waarom zijn ze dan op 1 mei plotseling
verdwenen? Deze Afghaan zat hier al meer dan 2 jaar en was ook op Nederlandse les niet te
handhaven.
Er zijn aangiften genoeg bij de politie binnen gekomen over dit criminele groepje A.Z.C.-ers
die meisjes bedreigden, klemreden op de fiets, zelfs met de dood bedreigden. Maar er is nooit
wat aan gedaan. Als je rekening houdt met hun cultuur, dan moet de politie weten hoe
gevaarlijk dit is. Zij weten toch niet wat voor kaf tussen dit koren zit. Hun achtergronden zijn
niet bekend, ze worden hier op het platteland geplaatst. Ze mogen alles, controle is er niet en
wanneer verontruste ouders de politie bellen, wordt er niks mee gedaan.
Wie wordt er nu gediscrimineerd. Wij de burgers, wij als ouders hebben hier nooit wat van
geweten. Alles werd stil gehouden en in de doofpot gestopt. Wij hebben ons kind niet eens
kunnen waarschuwen omdat we als burgers totaal onwetend werden gehouden. Het was altijd:
die arme asielzoekers, die al zoveel hadden meegemaakt. Iets anders las je niet in de krant. Dit
is nu bij ons wel veranderd, maar voor ons te laat. Wat je ter ore komt over diefstal,
aanrandingen en meerdere criminele praktijken is niet te geloven, maar wel de waarheid.
Nellie Groeneveld, de directrice van het A.Z.C. in Kollum zit nu thuis. Waarom? Severein
van het O.M. vertelde ons, dat ze belangrijke informatie bewust heeft achtergehouden in dit
onderzoek. Zij was toch mede verantwoordelijk voor deze mensen. Toen de politie de Fyak,
de verkrachter van het A.Z.C. wilde ophalen, kregen ze van deze Groeneveld geen toegang.
Eerst maar even naar het O.M. om toegangsbewijs. Te gek voor woorden. De A.Z.C.-ers
mogen wel bij nacht en ontij overal rondhangen. Ze krijgen alle rechten, maar geen plichten.
Burgemeester Visser van de gemeente Kollumerland heeft in de Rotary Club te Dokkum
gezegd, dat ze in de eerste dagen na de moord meerdere A.Z.C.-ers hebben laten wegbrengen,
naar andere A.Z.C.’s. Dit vertelde meneer Eldering ons als keiharde waarheid en deze
mijnheer was desnoods bereid om te getuigen. Ten tijde van 1 mei 1999 zaten er 130 jonge
mannen in de leeftijd van 18-30 jaar in het A.Z.C. te Kollum (Uit de Leeuwarder Courant). En
dan nog zegt Severein (O.M.) enkele weken na 1 mei dat er geen enkele reden is om zelfs
maar die kant op te kijken. Ze hadden direct het A.Z.C. moeten afgrendelen. Als het een
camping was geweest, was dit ook gebeurd. En vanaf de eerste dag hebben ze verklaringen,
tips en dergelijke gekregen, die duidelijk die kant op wezen. Alle tips, we hebben er veel
nagetrokken of anderen deden dit en vertelden hun bevindingen aan ons, hebben we
genoteerd. Alle tips gaven een link naar het A.Z.C., maar de recherche ging daar tegen beter
weten in de andere kant op en wilde het woord asielzoeker werd genoemd er niks van weten.
Domme tips zijn er niet, dat hebben ze ons vaak verteld. Maar alle tips richting asielzoekers,
daar wilden ze niet heen.
Nu zou je denken dat de recherche achter de coulissen wel de A.Z.C.-ers hebben meegenomen
in hun onderzoek, ook dit is nagetrokken en nee hoor, het lijkt er niet op.
Er zijn rechercheurs die in het begin van dit onderzoek zeiden, toen ze er op werden gewezen,
van ga naar het A.Z.C. daar moeten jullie de dader zoeken: ‘We willen wel, maar we mogen
niet’. Dat zegt ons genoeg. Dan komt er bewijs na bewijs, dat het inderdaad zo is. Het is voor
ons geen denken, maar wel een zeker weten, dat ze geen asielzoekers willen oppakken voor
deze verschrikkelijke moord. Met dit weten moet je als ouder ook verder leven. Dat je je recht
7
niet mag krijgen, na dit vreselijke onrecht.
Een mevrouw Bosma uit Kollum die met de Regio Post loopt, wordt regelmatig lastig
gevallen bij ’t tunneltje’, door een groepje asielzoekers met een donker grijze auto. Na 1 mei
belt ze de recherche hierover. Ze zouden wel even langskomen. Ze kwamen niet. Na een week
belt deze mevrouw maar weer met de recherche. Ze krijgt te horen dat ze haar er niet mee
bemoeien moet.
Freddy gaat in augustus 1999 met vakantie en heeft bij thuiskomst een bericht op zijn
telefoonbeantwoorder staan. Het is een buitenlandse taal, waar hij niets van verstaat. Alleen
de woorden: ‘Hoort u mij’. Hij legt dit vast op een bandje en de recherche zou wel
langskomen om het op te halen. Maar ze kwamen niet, geen belangstelling dus. Het bleek
Turks-Menichs te zijn. De Telegraaf heeft het voor ons uitgezocht. Het was wel beangstigend.
Marijke De Haan heeft met de stille tocht een heel vreemde ervaring opgedaan met een
groepje asielzoekers van vier mannen. Ze zet dit op papier en belt de recherche. Ze zouden
wel even langskomen, maar ze kwamen niet. Na zes weken belt Marijke de Haan weer en
vroeg waar ze toch bleven. Toen konden ze er niet meer onderuit en kwamen langs met het
excuus dat ze wel waren geweest. Marijke zei hun: ‘Ik ben niet gek, dan had ik dat toch wel
geweten. De verkrachter Fyak is er waarschijnlijk ook bij geweest’.
Er is niemand geweest van diegenen die een verklaring aflegde, die foto’s kreeg te zien, waar
een asielzoeker op stond. Deze mochten niet herkend worden. Ook Afie niet en dat terwijl er
zeker vier man tijdens de stille tocht mee liepen. Afie heeft veel foto’s voor gelegd gekregen,
maar nooit één waar een A.Z.C.-er op stond. Er is wel van alles geprobeerd om haar op een
dwaalspoor te brengen. Dat is hun niet gelukt.
Er is een tipgever die verklaart twee donkere mannen te hebben gezien in de nacht van de
moord. Ze doken weg in de berm en probeerden hun gezicht af te schermen met hun armen.
We vroegen het O.M. naar deze verklaring. Severein zei: ‘Ja, die verklaring van die twee
donkere mannen is er, maar we hebben geen identiteit’. Voor ons een bevestiging dat het zo
was. Enkele weken later kwamen we weer bij het O.M. en zat Ten Cate tegenover ons. Hij zei
gelijk dat hij niet veel van onze zaak af wist. We vroegen hem weer naar die twee donkere
mannen die wegdoken in de berm bij het tunneltje. Die verklaring was er volgens hem
helemaal niet. Als wij dan zeggen dat Severein dit in een eerder gesprek wel heeft bevestigd,
dan wordt er niet meer geantwoord. Je kunt als ouder weinig meer geloven, als de één de
ander al tegenspreekt bij het O.M.
Juni 1999 Jittie ziet vanuit haar woning op de Voorweg in Zwaagwesteinde een jeep
langzaam voorbij rijden. De jeep rijdt heen en terug en stopt zelfs een keer. Jittie herkent in de
auto de Afghaan. Het affiche met daarop de foto’s van deze man en de Irakees die gezocht
wordt, hangt bij haar voor het raam. Deze biljetten zijn door een paar mensen uit ons dorp
verspreid en opgehangen. De foto’s zijn van Peter R. de Vries, ze stonden op SBS.
Jittie belt in haar angst naar mij en dan de recherche in Buitenpost en ik bel de politie in
Dokkum. Jittie is erg bang en komt bij mij met haar kinderen van 4 en 2 jaar. Ze voelt zich
duidelijk bedreigd. Dat deze Afghaan wel bij een autohandelaar in Marum (Groningen)
verbleef, was Jittie en ook Afie bekend en verklaart tevens het groene nummerbord op de
jeep. Dit voorval was op maandagochtend en de vrijdags daarop had Jittie van de recherche
nog niks gehoord. Toen heeft zij maar weer gebeld met de recherche. Op haar vraag wat ze
gedaan hadden, kreeg ze een ongeïnteresseerd antwoord, dat ze hem niet hadden kunnen
vinden. Ze werd niet eens beschermd door de recherche. Begin juli ziet iemand om ongeveer
17.30 uur twee donkere mannen het kerkhof in ons dorp oplopen. Ze lopen naar het graf van
Marianne en gooien een pot of vaas met bloemen stuk, nemen deze mee en vluchten over de
afrastering (een hek). Ze lopen naar een jeep. Dit wordt gemeld bij de recherche. Halverwege
september ziet een klasgenoot van de Afghaan hem nog in een auto op Quatrebras waar hij
moet wachten voor het rode licht. Gebeld met Mieke Huizinga (O.M.) over deze Afghaan.
8
Zegt zij: ‘Hoe moeten wij hem vinden?’
De volgende dag zit deze jongen (Postma) weer in de auto naast zijn vader. Ze rijden vanuit
Buitenpost naar Zwaagwesteinde en zien bij het tunneltje op de Keningswei twee donkere
mannen om een P.E.B. hokje lopen. Ze zoeken iets in het gras. Ook dit werd doorgegeven aan
de recherche. Deze Afghaan hadden ze dus best kunnen pakken en waarom hoeven ze hem
niet? Hij is toch met die Irakees in de nacht van de moord uitgeweest in de omgeving. Ook dat
heeft het O.M. bevestigd. Dat was volgens hun de reden om deze twee mannen eerst als
getuige op te roepen.
Rommie Stiksma en haar broer hebben verklaard bij de recherche dat deze Afghaan met een
noodgang door het tunneltje is gefietst in de nacht van 1 mei tussen 01.15 en 01.30 uur.
Spencer Sletering is 3 keer bij ons geweest met z’n ouders of z’n moeder. Ook Wietze is een
keer met zijn moeder geweest. We hebben er over gepraat hoe het is gegaan. Het punt
betreffende het afscheid nemen was niet één keer hetzelfde verhaal.
Tijdens een gesprek, ca. zes weken na 1 mei waar een van onze woordvoerders ook bij was,
merkte deze woordvoerder op, daar klopt iets niet, daar is iets mis. Wietze kijkt Spencer aan
en hij begint te zweten en zegt dan: ‘Oh, ja dat was toch zo’. Er zijn door hun onderling
afspraken gemaakt en daar weet Dick Sletering meer van. Daar kom ik nog wel achter. Ik
vroeg de recherche of ze deze jongens nog eens jonden verhoren, want het verhaal klopt
ergens niet.
Wij moesten maar even op het bureau komen in Buitenpost en daar zaten twee rechercheurs.
Een daarvan had deze jongens verhoord. Tot vier keer toe had hij hun verhoord en vier keer
hetzelfde verhaal verteld, zei de rechercheur. Ik heb gezegd: ‘Dat kan niet, bij ons hebben ze
nog niet één keer hetzelfde kunnen vertellen’. Wij vertelden hun nog dingen, die hun nog niet
wisten, maar ik heb gezegd als jullie de waarheid er niet uit willen halen, dan wordt het er wel
door anderen uitgehaald.
De eerstvolgende keer dat Jan Verkaik bij ons komt en het gesprek gaat hierover, moeten we
hem beloven om deze jongens met rust te laten, want ze hadden het al zo moeilijk. Ze konden
wel voor de trein springen. Ik heb gezegd: ‘Jan Verkaik, je denkt toch niet dat ik daar ook nog
eens mee zit. Hij is de eerste aanleiding tot haar dood en nu krijgt hij ook nog een vrijbrief
van jullie om te liegen. Wij willen de waarheid en voor de trein springen is laks dan heeft hij
de machinist ook nog te pakken. Er zijn wel andere manieren’.
4 à 5 weken na de moord op zijn vriendin zit deze Spencer alweer op een feestje op de
Triemen en daarna nog eens in de Ringo Bar. Wat een mentaliteit. Z’n vader zei nog in een
gesprek met de vader van Marianne: ‘Hoe lang moest het dan duren?’ Als je dit moet
aanhoren ben je sprakeloos. Het zegt genoeg over de mentaliteit van deze vader en zoon
Sletering. 5 weken na de moord en dan alweer naar de bar, waar hij altijd met Marianne was.
Dit is voor ons niet te begrijpen. Korte tijd later zat hij daar alweer met een ander meisje,
waar hij mee ging. Wat vreselijk, dat nu juist onze dochter verliefd op deze karakterloze vent
moest worden.
In september 2000 bel ik uit wanhoop (omdat je zo graag een eerlijk antwoord wilt) op een
zondagavond de familie Sletering op met de vraag: ‘Geef mij toch svp een eerlijk antwoord
over het afscheid nemen bij de sportvelden van Marianne en uw zoon, want dat is een leugen.
Ik wil weten wat er gebeurd is, daar heb ik recht op.’
Hij werd direct zo kwaad toen hij alleen mijn naam maar hoorde en dreigde gelijk met de
politie. Ik heb gezegd: ‘Je gaat je gang maar Sletering, het maakt mij niks uit’.
De volgende ochtend hing het O.M. direct aan de telefoon met de vraag of ik gebeld had met
Dick Sletering. Mijn man wist het niet, want ik wilde hem hier buiten laten, dan was het
alleen voor mijn verantwoordelijkheid. Enkele dagen later belden ze weer van het O.M. met
de vraag of het nu wel of niet was gebeurd. Mijn man bevestigde dat het wel zo was. Er moet
toch een goede reden voor zijn om deze familie zo te beschermen, het was niet de eerste keer
9
dat de recherche of justitie deze familie begeleide of beschermde. Wat werd er voor Jittie
gedaan toen ze doodsbenauwd was en de recherche belde? Niets toch! Maar ze was wel alleen
met haar twee kleine kinderen. Alleen deze bedreiging kwam uit een andere hoek en dan wil
de recherche niks doen.
Er werden na 1 mei 1999, een moord, een verkrachting en een paar (3x) losse aanrandingen
bekend. Een moord valt niet te ontkennen.
Aan de verkrachting op dezelfde avond van 30 april door een asielzoeker, is van alles door de
politie geprobeerd om dit niet ruchtbaar te maken. De ouders moesten het stil houden, het
kwam zo ongelegen met de moord op Marianne. 3 aanrandingen volgden en dit binnen een
half jaar tijd. De daders waren ook asielzoekers uit Kollum. De ouders moesten alles uit de
kast halen om een proces verbaal gedaan te krijgen.
Een moeder belde zelf de burgemeester uit Dantumadeel omdat de politie niet wilde komen.
De politie moest toen alsnog naar deze familie in Kollumerzwaag, waarvan een dochter in
Zwaagwesteinde aangerand was door twee asielzoekers. De politie kon deze personen niet
vinden, dit kregen de ouders te horen, terwijl dezelfde twee asielzoekers de dag na de
aanranding weer in Zwaagwesteinde stonden om het meisje op te wachten. Maar het
doodsbange kind durfde niet naar haar school in Damwoude.
Deze ouders zijn bij ons geweest en vertelden dat hun dochter omgang had met ene Farrad,
ook één uit het groepje asielzoekers, waartoe ook de verkrachter hoorde. De recherche was bij
hun dochter geweest om inlichtingen. Deze Farrad vertelde dit meisje dat hij wel wist wie de
moordenaar was en hij had nog wel telefonisch contact met hem. Hij was inmiddels
overgeplaatst naar Amsterdam. Dit alles weet de recherche en was in juni/juli 1999.
Deze Farrad heeft haar teveel verteld en nu werd zij telefonisch bedreigd en door een paar
asielzoekers die ze niet kende, aangerand. Dit was dus wraak.
Haar moeder heeft dit met veel overtuiging bij ons thuis verteld. Enkele dagen later wilde zij
nergens meer over praten. Angst, zo gaat het met veel van deze openhartigheden. De mensen
zijn bang en houden dan liever hun mond.
Fyak, die het 14-jarige meisje dezelfde avond van de moord om ca. 22.30 uur in Kollum
verkrachtte, werd nadat dit bekend was geworden, overgeplaatst naar Helmond.
Hij komt nog wel met z’n vader op het A.Z.C. in Kollum op bezoek. Een meisje van deze
familie vertelde op school dat ze dan met hun familie ‘over de moord praten’. Zij moest dan
de kamer verlaten. Maar luisterde stiekem naar wat er wordt gezegd.
Wij kregen deze informatie en gaven dit door aan de recherche, met de naam van dit
asielzoekers meisje. Na enkele weken, informeren wij bij het O.M. hier naar. Dit meisje wist
nergens van werd er gezegd en Fyak mocht niet meer op het A.Z.C. in Kollum verschijnen.
Naderhand is hij weer overgeplaatst, nu naar Rotterdam.
Moeten deze asielzoekers, die iets weten dat deze verschrikkelijke moord kan oplossen, uit
het beeld verdwijnen. Dat kan toch niet anders, dat besef je, als je dit allemaal te weten komt.
Een taxibedrijf uit Kollum vervoerde na de moord meerdere mensen, naar onder anderen het
A.Z.C. Dit verklaarde een vakantiehulp die tijdelijk bij het bedrijf werkte. Toen dit werd
nagegaan door personen die hier mee bezig waren, wilden ze nergens meer over praten.
Zo is het zo vaak gegaan. Eerst vertellen ze informele dingen, naar de burgers toe. Wordt dit
dan aan de recherche door gegeven, dan is de zwijgplicht in de meeste gevallen aanwezig.
8, 9, 10 en 11 oktober 1999
Het weekend met de broers en zussen, dat we elk jaar organiseren, moet dit nog wel
doorgaan? Of hebben we liever dat het geannuleerd wordt? Och nee, laten we het maar
proberen. Misschien is het wel goed dat je er weer even uit bent en we gaan met de eigen
familie. De spanning in Kollum met de manifestatie was net geweest, dus leek het wel goed
om er nu even tussen uit te gaan.
10
Persoonlijk viel het mij niet mee, het was te druk. We vertoefden vaak met elf personen in één
huisje. Je kunt zo’n drukte nog niet aan.
We zijn ook even in Putten geweest om te winkelen. Dat was een beproeving. Leuke kleren
en schoenen bekijken met je zussen en schoonzussen. Je gedachten gaan naar Marianne. Wat
zou ze ervan genieten om ook iets leuks te kopen in een boetiekje. Mijn gedachten zijn ook
tijdens zo’n weekend, altijd bij haar. Je voelt de pijn, maar tegelijk probeer je flink te zijn
tegenover de anderen.
Een boswandeling, lekker rustig met m’n drie zusters en schoonzus, niet te ver, want daarvoor
heb je niet de kracht, beviel mij wel goed.
Maandag 11 oktober waren we weer thuis. Het huis was weer leeg zonder haar. ’s Middags
dacht ik voor de zoveelste keer na over het recherche onderzoek en ik dacht bij mijzelf: ‘De
laatste pijl die justitie nu nog op de boog heeft is om nu met de verdachte te komen en om dan
te zeggen, hij is het niet. Nou mensen, jullie zien nu dat de verdachte asielzoeker niet de dader
is. Een manier om de mensen te bedaren te brengen, na de rel van 7 oktober in Kollum en om
zo ook de miljoenen voor P. Visser te behouden’.
Dinsdag gaat de telefoon. Hans Anker, er waren nieuwe ontwikkelingen in onze zaak en of we
zo vlug mogelijk in Leeuwarden wilden komen. Daar zaten Hans Anker en Mieke Huizinga
om ons uit te leggen omtrent de arrestatie van de verdachte Alie Hasan in Turkije. Hij had
vrijwillig wangslijm afgestaan, wat niet gebruikelijk is in dit soort landen. Want daar werken
ze meestal tegen. Voor mij de eerste hint van reken er maar niet teveel op dat hij het is.
Ik heb Mieke ook verteld van mijn denken van de vorige dag. Ik zei nog: ‘Neem dat maar mee
naar het O.M. ik hoop niet dat ik het goed heb, maar ik vrees het ergste’.
De spanning in ons gezin was weer enorm. Rennie kwam hier op donderdag uit Leeuwarden
en ook de andere kinderen waren zoveel mogelijk thuis.
’s Avonds kreeg mijn man telefoon van Mieke. De DNA uitslag zou niet meer deze dag, maar
de volgende dag komen. Hij proefde iets uit dat bericht van, ze weet het nu wel, maar ze wil
het ons voor de nacht nog niet zeggen.
Vrijdag 15 oktober kwam het bericht, hij is het niet. Voor de kinderen een bittere
teleurstelling, maar ik had mijn eigen gedachten hierover en mij er in het geheel niet op
ingesteld dat hij het zou zijn. Na 5½ maand heb ik mijn eigen visie wel op het recherchewerk.
Hoe dat allemaal in zijn werk is gegaan, ten koste van, om maar uit de buurt te blijven van
asielzoekers en nu bewijzen: ‘Kijk mensen, geen A.Z.C.-er’.
Maar waarom niet de Afghaan? Waarom is dat geen verdachte? En is het daar in Turkije wel
goed gegaan met het wangslijm? Zo’n corrupt land, waar je voor geld alles gedaan kunt
krijgen. Vragen, vragen waar ik ooit nog eens hoop een antwoord op te krijgen. Wij met onze
kinderen bleven weer verslagen achter. Het verdriet en de pijn van je kinderen, dat raakt je als
moeder zo diep.
Er werd in Leeuwarden vanuit het O.M. een persconferentie gehouden. Mieke belde hierover.
Mijn man stelde voor om dat gezamenlijk te doen, maar dat kon niet, want ze konden even
niet wachten. De pers zat hun op de hielen. Dan geven wij om 14.00 uur een persconferentie
zei mijn man. ‘Dat kan niet en vooral niet doen’, was de reactie. Waren ze bang dat ik mijn
voorgevoel van maandag naar buiten zou brengen? Mieke kreeg mijn man zover dat hij onze
persverklaring voor de telefoon voorlas. Dat had ik nooit gedaan, laat hun daar maar in
spanning zitten.
Mieke en Hans Anker waren ’s middags aanwezig. Er zou geen gelegenheid zijn voor de pers
om vragen te stellen, maar Mieke las wel een verklaring voor en dat was tegen de afspraak. Ze
zijn na de persconferentie in Old Dutch nog bij ons geweest. Mieke zou er voor ons als
slachtoffers zijn, maar ook dat komt niet geloofwaardig over, ze is gewoon een schakel tussen
het O.M. en ons. Ze werkt bij het O.M. en dat kan ze nooit gescheiden houden. Mooi
geprobeerd Mieke Huizinga, maar ik geloof niet in die oprechtheid van jou.
11
Er komt nu weer een tijd van stilte, we horen niks en je zit met zoveel vragen. Nog wel een
gesprek gehad met Hans Anker, maar is eerst ook weer afwachten.
Wat zal die voor ons kunnen doen? Ook nog contact gehad met Peter R. de Vries. Hij heeft
ook wel z’n mening gezegd over de laatste verdachte die nog in beeld was en waarom Alie
Hasan verdachte en waarom de Afghaan getuige? Dat vragen zoveel mensen zich af, maar
justitie zwijgt in alle talen.
‘Lieve Marianne, je ouders blijven voor je vechten tegen het onrecht wat er allemaal is
gebeurd in het onderzoek. De terechtwijzingen die we hebben gekregen van Jan Verkaik, die
waren hard en meedogenloos, we zijn vaak diep gekrenkt, maar we doen het voor jou, daar
heb je recht op en je bent het meer dan waard.
Lieve schat, jij was ook altijd tegen onrecht, jij zou je ook strijdbaar opstellen en dat doen wij
ook. Ik mis je. Xxxx’
De kranten staan vol van de demonstratieavond in Kollum, ook de tv besteedt er veel
aandacht aan. We krijgen weer veel post binnen, goede en minder goede brieven, maar ook
weer kaarten met veel sterkte na de laatste teleurstellingen. Veel steun en medeleven, dat
voelt wel goed, maar deze weg is zo zwaar.
Begin november hebben we weer een gesprek met en bij het O.M. Freddie en Rennie waren
met ons mee. Aanwezig waren hoofdofficier Ten Cate, H. Anker en Mieke Huizinga. De
vragen die we met Hans Anker hadden ingediend, werden summier beantwoord. Weer een
teleurstellende bijeenkomst. Je gaat wel verslagen naar huis en begrijpt niet dat er niet een
beetje meer begrip en meer antwoord kan komen op de vele vragen die je hebt als ouders. Wij
lopen hier elke dag mee om en hebben wij daar geen recht op.
We zijn nu 6½ maand verder en het wordt nu allemaal wat rustiger, maar des te moeilijker.
Het gemis komt zo ontzettend op je af en je kunt je er niet in berusten, dat er zulke mensen
zijn, die je kind dit aandoen.
De dagen zijn donker, het weer is triest en ook de bladeren vallen op de aarde. Maar deze
bomen komen in de lente weer in het blad en komen weer in bloei, maar onze Marianne komt
nooit weer terug.
Er blijft een herinnering aan haar, hoe ze was, haar opgewekte karakter en blijde levenslach.
Voor altijd voorbij door dat beest (want zo mag je deze dader wel noemen) of meerdere van
Kéningswei.
Vrijdag 26 november
We werden gebeld door Mieke, dat ze vrijdag 26 november bij ons wilden komen. Ten Cate
en Mieke, dat kon wel. We stonden er versteld van dat ze hier bij ons aan huis wilden komen,
want toen we er in een eerder stadium naar vroegen, kon het niet. Ze hadden H. Anker niet
ingelicht, dat heeft mijn man nog gedaan. Anker moest op het laatste moment zijn agenda nog
wijzigen om er toch bij te kunnen zijn.
Het gesprek was rustig en de antwoorden op onze vragen, konden we ook nu weer niet veel
mee. En Mieke, als onze contactpersoon, faalde ook nu weer. Ze had H. Anker eerder moeten
inlichten over dit bezoek. Niet gebeurd. Mijn man moest dit nog doen. Zou dit ook weer opzet
zijn? Want zonder deskundige hulp was de familie toch gemakkelijker te beïnvloeden.
Ik heb Ten Cate en Mieke toch gezegd, hoe ik de situatie zag van dit onderzoek.
Ten eerste. Die Ali Hasan in Turkije was volgens mij en mensen die hem kenden niet dezelfde
als hier in het A.Z.C. Het spel werd gespeeld. Kijk mensen, het is niet die asielzoeker, jullie
hebben het fout. Een manier om de mensen tot bedaren te krijgen.
Ze zullen nooit met een asielzoeker als dader komen, want dat ligt politiek te gevoelig en dan
komen er grote problemen ook voor Jan Verkaik, die alles wat asielzoeker was, liet liggen. Er
12
was op de Kéningswei geen enkele tip die niet naar de asielzoekers wees. Hoe kun je dan nu
nog geloofwaardig overkomen, door toch nog te komen met zo’n gast als dader.
Voor mij staat het 100% vast, alles wijst er op. Het is verschrikkelijk, maar zal dit beest (of
beesten) wel ooit gepakt worden. Als justitie het moet doen, dan vrees ik het ergste.
En waarom die Afghaan niet? Het is bekend dat deze vent, niet zo’n lieverdje was. Op de
Mavo in Kollum probeerde hij tijdens een ruzie een jongen te doden, door hem een stoel op
de hals te drukken. Zijn woorden: ‘Een dode meer of minder, maakt mij niets uit, want ik heb
er wel meer vermoord’. Dat waren zijn woorden en deze persoon is die nacht met een
noodgang door het tunneltje gefietst. Rommie Stiksma heeft deze verklaring afgelegd. Hij
behoorde ook bij het groepje waarvan een ander een meisje verkrachte in dezelfde nacht.
Maar voor de recherche enkel een getuige en verder niet van belang, zo werd ons gezegd. Wij
kunnen dit niet bevatten, hij was er toch ook. 1 mei spoorloos verdwenen. Wij wisten op 3
mei reeds dat er twee man weg waren, dat was voor de recherche geen reden om die kant op
te gaan.
3 december
Sint Nicolaas weekend. Mijn gedachten gaan naar Marianne. We hadden altijd pakjesavond
met al onze kinderen. Er waren gedichten en het was altijd gezellig. Een avond waar
Marianne altijd naar uit keek. Het gepuzzel van wie heeft mijn briefje getrokken. Ze
probeerde ook wel zelf gedichten te maken, maar slechts een paar regels – waar ze zelf het
hardst om moest lachen – daar bleef het meestal bij. Ze had ook niet het geduld om daar lang
mee bezig te zijn. Van Rennie kreeg ze altijd wat extra’s, waar ze altijd blij mee was.
Vandaag is het 5 december, de kleinkinderen komen. Kijk Beppe, dit hebben we van
Sinterklaas gekregen. Ik probeer flink te zijn en dat lukt ook aardig. Maar deze gezellige tijd
van het jaar zal voor mij zonder mijn kind altijd zo moeilijk blijven. Nu komt de kerst nog.
Marianne hield daar ook van. Een paar weken voor kerst vroeg ze altijd al, wanneer de
kerstboom nu eens kwam te staan. Die of die had hem al in de kamer te staan. Zodoende stond
hij vaak eerder in de kamer dan ikzelf van plan was. Ze zei dan: ‘Ik vind dit zo gezellig, hé,
met wat kaarsjes erbij. Herinneringen zijn het nu en zullen het altijd blijven.
Ik hoor Ineke binnen komen, die tegen haar vader zegt: ‘Ik ben op het kerkhof geweest en heb
de bloemen even nagekeken en de potten weer recht gezet, die waren omgewaaid door de
harde wind’. Ik ben blij dat Ineke de behoefte heeft om dit geregeld te doen, want het valt mij
zo zwaar.
Mijn gedachten zijn toch een hele dag bij haar en niet alleen bij haar, maar ook bij m’n andere
kinderen en haar vader. Wat gaat er nu in hun om? Wat kan ik voor hun doen, nu ik het zelf
zo moeilijk heb. Ja, zeggen we, we moeten er met elkaar doorheen, er voor elkaar zijn.
Vandaag zijn Tjalling en Ineke 12½ jaar getrouwd. We gaan nog even heen om een bakje
koffie, verder wordt er niks van gehouden, niet één die daar zin in heeft.
Tjalling en Ineke en hun kinderen gaan een midweek naar Centerparcs. Rennie gaat ook mee.
Ik gun het hun van harte om er even tussenuit te zijn, maar ik weet ook dat zij daar met hun
gedachten bij Marianne zullen zijn. Het betekent voor mij, dat ik gedurende vijf dagen niet
meer even bij Ineke kan aanwippen. Als ik Tommie uitlaat, dat gaat altijd zo, omdat zij het
dichtst bij ons woont.
13 december
We zijn naar Peter R. de Vries geweest, dit was in Laren, het ging op opnames voor de
uitzending van zijn programma op 19 december.
Het leek mij te zwaar om daar aan mee te werken, maar we hebben het toch gedaan, met de
gedachte van ‘Al komt er maar één gouden tip binnen. Voor ons, of voor de andere ouders
van vermoorde kinderen, die daar ook aanwezig waren. Voor hen moet je dit ook doen’.
13
Het was inderdaad emotioneel, zwaar, maar ook wel goed, want nu praat je met de ouders van
ook vermoorde kinderen. Lotgenoten en ook voor hun hoop je dat er eens een dader zal
komen. De ouders/grootouders van Marion en Romy weten niet eens waar hun kinderen zijn
gebleven, dat is te erg voor woorden. Ook deze ouders halen alles uit de kast om te weten te
komen wie het heeft gedaan en waar ze zijn.
Rennie en Wilma zijn met ons mee geweest, dat was voor ons wel goed. Ineke had er ook bij
gehoord, maar er is iets mis gegaan. Niet met opzet, de omstandigheden spelen soms een
grote rol.
14-12-1999
Pieter van Kammen met Oene van der Meulen, onze rots in de branding was hier vanmorgen
even. Morgen hebben zij een gesprek met H. Anker, dan horen wij wel hoe dat is afgelopen.
De maatschappelijke hulp is hier vanmorgen voor het eerst geweest. Dat voelde heel goed
aan. Ik heb veel dingen gezegd en uitgelegd. Hoe ik mij voelde en hoe ik over de meeste
dingen dacht. Zo kan zij zich een goed beeld vormen van wat er in mij omgaat en kunnen we
dan verder gaan.
De hoorzitting van de eiergooiers was op vrijdag. Een walgelijke vertoning. Jongens die 1
eitje naar burgemeester Visser hebben gegooid, krijgen straf en een asielzoeker die een meisje
verkracht of aanrand (3 keer gebeurd na 1 mei) daar gaan ze niet eens achteraan. En de ouders
moeten ook deze laatste aanranding vooral stil houden. Wat een ergernis en woede heb je dan
als je daar zit. Ik zou van alles wel willen doen, maar je kunt zo weinig. Het spel van justitie
was ook nu weer overduidelijk. Ze wilden een voorbeeld stellen. Kijk dit doen wij als jullie in
opstand komen richting A.Z.C. Ze zochten er een groepje jongens uit met een strafblad en dat
werd breeduit gemeten. Er waren meerdere jongens bij betrokken, maar die lieten ze gaan.
Het spel van justitie is overduidelijk, voor mensen zoals ons, die alles intens meemaken.
Zondag was de uitzending van Peter R. de Vries, ook alweer zo’n zware dag. Zo’n dag
waarop ik mij weer afvroeg, hoe lang houd je dit vol. Het gemis van ons kind, Marianne komt
zo hard op je af en is nog steeds niet te aanvaarden. Ook de manier waarop roept zoveel
vragen bij je op.
Spencer en Wietse: ‘Waarom’. Het verhaal van jullie klopt niet en is niet waar. We zijn nu 8
maanden verder, maar wanneer komt de waarheid nu eens. In het begin van het onderzoek heb
ik al gezegd richting de vrienden en richting asielzoekers: ‘Hebben ze jullie ook met de dood
bedreigd?’ Dat jullie daarom een ander verhaal vertellen of is het zo geregeld met de
recherche? Ze wilden toch ten koste van alles niet die richting op, dus de waarheid past daar
niet bij.
Na de uitzending van Peter R. ging gelijk de telefoon. Morgen zou, zo werd verteld het R.B.T.
een DNA onderzoek starten onder vrienden en bekenden en andere personen. Als ze nu deze
keer de asielzoekers maar niet overslaan, want dan heeft het geen zin. Marianne haar vrienden
kunnen ze wel vergeten en die andere categorie zijn geen vrienden van haar geweest.
Ik ben zo bang dat justitie nu zelfs Marianne door het slijk probeert te halen. Laat mij dat toch
bespaard blijven, want daar zal geen enkele waarheid in zitten. Ze was een levenslustige,
vrolijke, jonge meid die wel wist wat ze deed. Ik zou nog steeds mijn leven willen geven, als
zij maar door mocht leven, daar had ze toch recht op en voor mij is dit leven met het verdriet
en de pijn ook geen leven meer.
Maar nu ben ik verplicht om door te gaan voor de andere kinderen en kleinkinderen en haar
vader. Je gaat door, maar hoe? Het verlangen wordt steeds groter en je weet ze komt nooit
meer terug. Eens heb ik tegen haar gezegd: ‘Als ik één van mijn kinderen moet verliezen, dan
overleef ik dat niet’. Maar nu is het allerergste gebeurd en op de meest afschuwelijke manier
met onze oogappel, onze Marianne. Hoe overleef je dit als ouder, ik zou het niet weten.
Ik hou van al mijn kinderen, maar het is nu zo stil in huis, veel minder werk en zij was altijd
14
zo duidelijk aanwezig. Dat mis ik zo erg.
28 december 1999
Mijn droom. Ik zag in mijn droom Marianne haar lachende gezicht. Ze danste, ze was zo
vrolijk en ik dacht in mijn droom, lieve kind, maak maar plezier, want volgende week gaan ze
je vermoorden. Ik werd wakker. De werkelijkheid was er weer. Er volgde een heel slechte
dag. Ik moest telkens aan die droom denken.
Het nieuws van het DNA komt in de kranten wij krijgen het persbericht toegestuurd. De
eerste categorie zijn vrienden en bekenden, de tweede mensen die eerder met zedendelicten in
aanraking zijn geweest en de derde mensen die ten tijde van de moord bij de plaats delict zijn
geweest. Asielzoekers dus, maar dat wordt niet genoemd en een andere tip of aangifte is er
niet bij.
Oebele Brouwer komt op tv met het persbericht en verandert de woorden van vrienden en
bekenden in ‘mannelijke contacten’. Hiermee treft hij ons diep en dat ook Tjalling en Willem
(onze schoonzoons) bericht krijgen voor een DNA raakt ons ook in het diepst van onze ziel.
Is dit hun manier nu omdat we bij Peter R. de Vries zeiden: ‘We vechten door voor het recht
van onze dochter’ en omdat we geen vertrouwen meer hadden in Justitie, willen ze ons als
ouders nu op deze manier kapot maken?
Ook de manier waarop ze het in het nieuws brachten trof ons diep. Dat Marianne misschien
met iemand het weiland was ingegaan? Iemand waarvan zij dacht dat ze hier niets van te
vrezen had. Dit is door de recherche zo gebracht en slaat werkelijk nergens op. We hebben zo
vaak naar voren gebracht dat dit werkelijk nergens op slaat, maar ze moeten toch om de
asielzoekers heen en dan is dit ook een manier om het zo te brengen. Maar ook met dit bericht
stellen ze Marianne in een verkeerd daglicht. Ze schromen werkelijk nergens voor terug. Het
is keihard, onmenselijk waar Jan Verkaik mee bezig is en ook Kontant want deze mensen
zetten de lijnen uit van het DNA onderzoek. De woede en haat die je dan hebt, daar kun je
geen kant mee op.
Justitie probeert van alles om de grote menigte mensen op de hand te houden en
geloofwaardig te blijven. Hun afgang in dit onderzoek is voor hun niet te pruimen, dus halen
ze alles uit de kast. Ik denk vaak: ‘Hebben zulke mensen geen gevoelens en geen geweten,
want anders kan dit toch niet’.
Oud en nieuw komt in zicht. Er wordt buiten al veel geknald. Ik zie er tegenop als tegen een
berg. Ik moet er echter doorheen, het liefst zou ik het komend weekend slapend willen
doorbrengen, maar dat kan niet. Flink wezen en doorzetten.
Rennie, Freddy en Esther zijn hier oudejaarsavond. We horen en zien op de tv de nieuwe cd
van de Kast en hebben met elkaar vreselijk gehuild.
Na 24.00 uur zijn Rennie en ik even naar Tjalling en Ineke gegaan. Ineke zat in de kamer te
huilen. Ze kon al dat vuurwerk en geknal niet aanhoren en zien. Daarvoor is ons verdriet te
groot.
Je denkt aan al deze dingen, waar Marianne zoveel plezier aan had beleefd en hoe dat zo op
deze manier gebeuren. Spencer en Wietze geef ons daar eens antwoord op.
Het jaar 2000 begint voor ons zonder ons kind en zuster en vriendin. Wat is dat toch moeilijk.
Wij krijgen weer veel kaarten met veel sterkte en andere woorden. Met de kerst kregen we
een grote kerstdoos vol met levensmiddelen van de familie P. Visser van de Verlengde
Stationsstraat. Het doet ons goed dat er vele mensen zijn die aan ons denken. Van Arnold en
Pietje een rollade, van de familie Joh. Van Kammen een kerststol met weer een leuke kaart.
En zo nog wel meer. Bedankt alle lieve mensen.
Op 15 januari kregen we telefonisch bericht van M. Huizinga dat we bij het O.M. kunnen
komen. Ze willen onze 19 vragen die we hebben opgestuurd, beantwoorden. We gaan hier
liever niet meer heen, want je verwacht elke keer wat helderheid, maar je komt iedere keer
15
weer teleurgesteld thuis. Ze proberen niet eens ons als ouders, iets meer duidelijkheid te
geven, dus laten ze de antwoorden dan maar naar ons toesturen. Je kunt er beide keren niks
mee.
Er staat weer een bericht in de krant. Weer een jongen van 17 jaar doodgeslagen, deze keer in
Vlaardingen. Je ziet de vader van Daniël op tv. Er gaat een golf door je heen en je kunt nu
voelen wat deze ouders en z’n vrienden voelen. Het ‘waarom’. Er komt een stille tocht op 15
januari. Pieter komt bij ons en stelt voor om daarin mee te lopen. Oene stelt z’n busje
beschikbaar en gaat ook mee. Wij als ouders, Rennie, Ineke, Jittie en Afie gaan mee. Het was
een lange reis van plm. drie uren rijden. Maar je voelt dat je er nu moet zijn, ook als protest
tegen zinloos geweld en als steun voor Daniël z’n familie.
De tocht ging door de stad Vlaardingen naar het station waar hij de fatale klap zonder
aanleiding kreeg van een groepje vandalen. Je gedachten gaan naar deze jonge Daniël, maar
ook naar onze Marianne en je denkt weer aan je thuiskomst. Dat ze er weer niet zal zijn. We
waren laat thuis, ’s nachts om ca. 1.00 uur en waren moe, maar voldaan dat we er geweest
waren. De volgende dag was ik geradbraakt en ontzettend moe. Het gemis en de leegte komt
in alle hevigheid weer op je af en je vraagt je weer af: ‘waarom’.
Waarom krijgen we niet wat meer duidelijkheid van de recherche en waarom moeten ze ons
kind nu ook nog in een verkeerd daglicht stellen. Is dit wraak om dat wij als ouders weerbaar
zijn. Deze moord had toch geruisloos in die doofpot gemoeten, daar in Kollum. Hier hadden
ze niet op gerekend, dit komt hun heel slecht uit. Gedachten waar ik elke dag mee omloop.
We hebben gelukkig hulp in deze chaos en dat zijn Pieter en Oene, voor ons van onschatbare
waarde.
Peter R. en H. Anker, deze mensen kunnen ook veel voor ons doen, dingen die we zelf nooit
hadden gekund. Het steuncomité dat opgericht is door Marijke de Haan en Jan Kloosterman,
fantastisch dat deze mensen dat voor ons deden. Nu kan H. Anker doorgaan voor ons, want
anders zou het maar even zijn geweest.
Daar hadden wij het geld niet voor. Het is toch te erg voor woorden, dat wij als ouders van
een vermoord kind, die al zo diep zijn getroffen, nu ook nog moeten vechten voor een eerlijk
onderzoek.
We hebben nu weer een afspraak met Peter R. de Vries en H. Anker. Op 22 januari zullen hier
weer vele dingen besproken worden.
Dennis zat voor de tv met de stille tocht van Daniël en hij begon spontaan te huilen, omdat hij
het zo erg vond van Marianne. Een kind van acht jaar, in hoeverre zijn deze kinderen
beschadigd.
Het gesprek in Zwolle met H. Anker en Peter R. de Vries was wel goed te noemen. Wij weten
nu wat deze heren voor ons doen, maar ook wat ze van plan zijn. Dat de Ali Hasan die in
Turkije DNA heeft afgestaan, wel de goede persoon is, daar twijfelen we allemaal aan. Dit
wordt nu nagetrokken.
H. Anker zal nu met een juridische gang van zaken proberen om toch dossiers van justitie te
open te krijgen. Misschien krijgen wij dan wat meer duidelijkheid. Wij zijn nu dan ook bijna
9 maanden verder en ik vraag me elke dag nog af; wie wordt er nu de dupe van dat ze met een
wijde boog om het A.Z.C. heen gingen met dit onderzoek.
En hoe is het mogelijk dat iedere rechercheur keihard mee liegt in het team.
Henk Heyman bijvoorbeeld heeft hier bij ons in huis verklaard dat de recherche een film had
gemaakt in de Kerkstraat van de Stille Tocht.
Er was geen kop ontkomen.
Maar nu Afie en haar vader ten langen leste en met veel tegengesputter in Leeuwarden
mochten komen om die film te zien, laten ze hun een film zien vanuit het winkelcentrum,
waar ze niet dat verdachte groepje A.Z.C.-ers uit konden halen. Als mijn man dan Henk H.
belt, zegt deze keihard dat die andere film er niet is. Wij hebben wel getuigen die hebben
16
gehoord dat er in het begin van het onderzoek bij ons is gezegd en zelfs meer dan één keer,
dat die film er is. Waarom nu liegen en zeggen dat hij van niks weet? Hebben deze personen
dan geen geweten?
Zo gaat het met alle dingen, als het richting asielzoekers gaat, dan wordt er gelogen en dingen
ontkend. Is het COA dan zo belangrijk voor Kollum? Het gaat natuurlijk om het geld wat ze
aan het COA verdienen. En de politiek speelt er een rol in mee. Denken ze dan niet aan de
veiligheid van en voor onze kinderen. Als ze dat hadden gedaan, was het nooit zover
gekomen.
23 januari
Naar Den Oever geweest. Naar de familie Terpstra. Ymkje was jarig, dat waren altijd
gezellige dagen. 1 keer per jaar doen we dit een hele zondag met de broers en zussen naar
Henk en Ymkje. Ook nu ga je mee, maar wat altijd mooi was, daar kun je nu niet van
genieten. Je vindt nergens meer wat aan.
We reden terug over de Afsluitdijk en ik zag de sterren aan de hemel en dat aan Jittie die eens
zei: ‘Dat Marianne nu als een ster zou schijnen aan de hemel’.
Oh God, we komen straks weer thuis en weer zal het huis leeg zijn, zonder haar. Wat is dit
onmenselijk moeilijk, wat kan je dan je kind vreselijk missen, maar haar leven dat zo vrolijk
was, dat zij dat moest afbreken, door zo’n beest(en), die het recht nam(en). En dan gaat
justitie niet de kant op waar ze deze gasten moeten zoeken, dat is onverteerbaar.
Wat komt er ontzettend veel op je af en wat zal er nog komen. Dit is het ergste wat een ouder
kan overkomen.
15 februari
Rennie is vandaag jarig. Ze heeft geen zin in veel visite, maar ik als moeder en haar zussen en
Esther en Jittie gaan ’s avonds even een kopje koffie drinken. Rennie en ik hebben even in de
gang staan huilen. Het is voor haar ook haar eerste verjaardag zonder Marianne. De gedachte
van ons was: ’36 jaar, dat zal Marianne nooit worden’.
Dezelfde dag kregen we de uitslag van Mieke Huizinga dat ook de tweede groep van het
DNA negatief was, de derde groep was ook negatief, maar daar waren ze niet allemaal komen
opdagen. Dit zal dan nog wel komen.
Ik denk dat dit DNA is gedaan om de grote groep mensen in Nederland te laten weten wat wel
allemaal doen om de dader te pakken. Maar ik denk dat ze nooit met een asielzoeker als dader
komen, dat brengt te veel tegenstand en onrust teweeg. En is er wel een andere? Alles wijst
toch naar het A.Z.C. en dat hebben ze toch laten liggen? Het is voor ons niet een vermoeden,
maar we weten het. Die informatie hebben we wel via andere wegen gekregen.
Er worden in Kollum twee mensen aangesteld door burgemeester en wethouders om te
bemiddelen tussen de voor- en tegenstanders van de verplaatsing van het A.Z.C. Ook wij
worden benaderd en ze komen hier bij ons praten. Hun stelregel is dat ze onafhankelijk zijn,
maar ze willen bewerkstelligen dat de mensen naar elkaar luisteren en weer bij elkaar komen.
Het klonk goed, maar door hierover informatie in te winnen, zijn wij tot de conclusie
gekomen dat we daaraan niet meer mee doen. Er zat ook hier weer een gemeen addertje onder
het gras, waar wij ons niet in kunnen vinden. Er zijn al meerdere groepen op deze manier
afgehaakt.
Er is maar één manier om de mensen tot rust te brengen en dat is het A.Z.C. geen verlenging
te geven.
Het O.M.? Wij als nabestaanden kunnen er niks mee. De ene week zeggen ze dat de derde
sessie DNA negatief is op de vier mannen na en ca. 14 dagen later dan hoor dat via Mieke dat
ze 172 mannen hebben opgeroepen. In totaal zijn er 105 negatief en de andere uitslag krijgen
we aan het eind van de maand maart. We horen de uitslag op 23 maart op Radio Fryslãn.
17
Een dag later belt Mieke mij over de uitslag. Die hadden we dus al gehoord en met een leugen
probeert ze dit recht te breien. Dat ging er bij mij niet in. Waarom moest dit alles toch zo
gaan?
Week 11. In de Kollumer Courant lees ik dat het Oranje Comité er voor Koninginnedag 2000
weer alles aan heeft gedaan om weer een feest te organiseren, met een optocht met versierde
wagens enz. Na de verbijstering komen de tranen. Hoe is dit mogelijk? Een jaar nadat
Marianne in de nacht van Koninginnedag op een afschuwelijke manier om het leven kwam.
Dit toont van weinig gevoel.
Ze hadden voor één keer kunnen zeggen – met Simmer 2000 in het voor uitzicht – dit past nu
niet, wij verschuiven het naar Simmer 2000. Maar nee, met de gevoelens van familie en
vrienden van Marianne wordt geen rekening gehouden.
27-3. Onze woordvoerder Oene en Pieter zijn bezig om op 1 mei een herdenkingsbijeenkomst
te organiseren. Er is al veel geregeld. Van burgemeester Eggens krijgen ze alle medewerking.
De pers is er inmiddels ook achter gekomen, dus dit komt ook in de krant.
Over de invulling van de avond laten we ons niet uit. Ineke heeft al een persoonlijk stukje op
papier. Toen ik dat voor de eerste keer las, heb ik ontzettend gehuild. Lieve Ineke, ook jij hebt
het zo moeilijk. Zelf heb ik iets op papier gezet in het Frysk: ’t Tinken fan ’n mem. De
gedachten waar je altijd mee bezig bent, een gedeelte daarvan tenminste, want anders had het
wel een boek kunnen worden.
Lieve Marianne met je stralende lach, wat valt het zwaar om zonder jou verder te moeten. Ik
zou nog met je willen ruilen. Je was nog zo jong en verwachte nog zoveel van het leven en
daar had je ook recht op.
Dit verschrikkelijke beest die dit op z’n geweten heeft, kreeg alle kansen van de recherche om
weg te komen en zal dus z’n straf wel ontlopen. Het mag toch geen A.Z.C.-er wezen. Alles
wijst die kant op, maar ze lieten die kant liggen, ook hier moeten we mee leren omgaan. Ik
wou dat ik de kans kreeg dit onmens z’n verdiende loon te geven.
Jan Tabak heeft een Fries gedichten boekje gemaakt over Marianne. 23 maart heeft hij ons het
eerste exemplaar aangeboden. Haar lieve gezicht siert de omslag. Het is een goed boekje met
gedichten over het vreselijke gebeuren en over hoe de ouders zich moeten voelen. Hij heeft
het goed weergegeven. Na een paar dagen waren de eerste 150 exemplaren al uitverkocht. De
winst gaat naar het steuncomité.
De herdenkingsdienst op 1 mei was emotioneel zwaar, maar voor ons als familie toch heel
goed. Het programma was grotendeels door de familie met Oene en Pieter in elkaar gezet.
Veel gedichten, terwijl dominee Elverdinck het weer heel goed deed. Muziek en begeleiding
werd verzorgd door Van der Walle uit Veenwouden, terwijl Twarris een paar verzen zong,
waarbij ‘Wêr bist dô’, hun nieuwe cd. Zelfs deze jonge mensen hadden moeite hun emoties in
bedwang te houden.
Mieke Huizinga was er van het O.M. met een bloemstuk. Zij had nog zijdelings gevraagd wat
ik er van zou denken als Jan Verkaik zou komen. Die man heeft nooit naar ons willen
luisteren of begrip op willen brengen. Ook het extra leed wat we van hem er bovenop kregen;
ik zal het hem nooit vergeven. Dan hoeft z’n medeleven deze avond ook niet.
Het was een emotionele bijeenkomst en zoals zovele mensen zeiden: Indrukwekkend.
Op 8 september staat er in de Leeuwarder Courant dat ze het DNA van de dader van de moord
op Maartje Pieck zullen vergelijken met het DNA spoor op Marianne. Mijn man belt 11
september naar het O.M. met de mededeling dat Mieke hem enige weken eerder al had verteld
dat het DNA van Marianne en Maartje was vergeleken en dat het niet overeenkwam.
Mieke Huizinga was niet aanwezig, die was met vakantie en wij wisten weer van niks van ons
enige contactpersoon. Deze Mieke zou er voor ons zijn, we konden altijd bij haar terecht en
18
nu weten we weer niet dat ze er niet eens is.
Mevrouw Gezina van de afdeling Slachtofferzaken zou de vraag van mijn man aan hun
doorspelen. Hoe dit nu weer kon, dat Mieke reeds had gezegd dat het DNA niet overeenkwam
en dan de berichten in de krant van Oebele Brouwer dat het vergeleken zal worden. Ze zou
wel even terugbellen. Na een paar uur belde ze terug, ze snapte er helemaal niets van. Ze zou
nu eerst de hoofdofficier vragen en dan de volgende dag terugbellen.
Dat werd niet dinsdags, maar vrijdag. Het antwoord was: ‘Het was nog niet vergeleken’. Dus
hebben ze weer gelijk. Wij horen niks meer en weten niet waar we met onze vragen heen
moeten. Wij, als ouders zijn hier dagelijks mee bezig en ik denk nog steeds: ‘Hier mag geen
dader bekend gemaakt worden, maar het moet een asielzoeker zijn. Alles wijst die kant op,
maar de recherche wil het doen geloven dat het een blanke man moet zijn’.
Daarom ook de laatste aflevering van ‘Opsporing Verzocht’. Een wanhoopspoging om alsnog
de blik van de asielzoekers af te wenden en hun geloofwaardigheid van hun onderzoek in deze
vreselijke moord op ons kind geloofwaardig over te laten komen. De mensen hier in de regio
zijn al lang hun vertrouwen in dit onderzoek kwijt. Ze weten ook dat deze moord allang in de
doofpot had moeten zitten, dit ter bescherming van het A.Z.C. te Kollum.
Maar waar was onze bescherming, toen er naar de politie is gebeld dat één van ‘onze
kinderen’ is aangerand en bedreigd door een A.Z.C.-er. Daar werd niets mee gedaan. Wij
worden niet beschermd.
23-25 september 2000
Een weekend met de familie Terpstra naar de Huttenheugte. Het leek mij wel goed om er
weer eens uit te zijn. Maar het is vreselijk tegengevallen. Het is net alsof het gemis van
Marianne nog meer op mij afkomt. Genieten! Waarvan? Het lukt niet, ik was zo moe en
voelde me niet lekker.
De gedachten spookten mij steeds door het hoofd. Dit zal zij nooit meemaken. Er waren jonge
mensen met kleine kinderen, ook dat mag zij niet meemaken. Een volgend moment ben je
bezig met dingen die betrekking hebben op het onderzoek. Hans Anker en Peter R. de Vries,
je wilt het recht van je kind, maar dat is allemaal zo duister. Je grijpt elke strohalm aan om
achter de waarheid te komen.
Wat is er gebeurd? En hoe? Zoals het door de recherche wordt gebracht is niet de waarheid en
kan het ook nooit worden. Zij is daar in het weiland neergelegd, het gras stond recht overeind
rondom haar lichaam en ook Jan Verkaik heeft gezegd dat er geen worstelsporen waren. We
hebben nooit bevestigd gekregen dat haar schoenafdruk in de droge sloot is gevonden. De
vraag over haar vingerafdrukken op de fiets is nooit bevestigd. De fiets is niet opgevraagd van
het NS-station in Buitenpost.
Dan weet je dat er enkele weken na 1 mei op het A.Z.C. te Kollum een caravan is afgebrand.
Ook weer heel dubieus. Volgens Jan Verkaik was de nieuwe eigenaar bezig met een
verfbrander en toen ging de caravan in brand. Dat is dus weer niet de waarheid. Hij is op een
nacht opgebrand tussen ca. 1.30-2.00 uur. Bewijsmateriaal soms vernietigt? Wat is daar
gebeurd in de caravan. En waarom zat er deze nacht een bewaker bij de A.Z.C. poort, die net
deze nacht inviel voor de anderen en waarom hoefde de brandweer daar niet heen om te
blussen? Het is allemaal zo duister als de nacht, maar ik wil weten wat er met mijn kind is
gebeurd.
Dit hele onderzoek is één grote leugen en er is niks wat ook maar klopt, daarvoor hebben we
teveel informatie binnen gekregen. We kunnen de recherche niet geloven, ik zou graag willen
dat het anders zou zijn. Dat het voor ons als ouders gemakkelijker zou wezen. Dit is extra
zwaar.
19
08-10-2000
Ik denk aan de woorden van Jan Verkaik (leider R.B.T.), toen we hem vroegen om de
medewerking toe te staan van Peter R. de Vries. Zijn antwoord: ‘Wat kunnen die, wat wij niet
kunnen?’ Dat kan hij dus vanavond met eigen ogen op tv zien.
09-10-2000
Mieke Huizinga van het O.M. belde mij op. Oebele Brouwer en Mieke waren hevig gepikeerd
over mijn woorden in de uitzending van Peter R. de Vries. Ik had gezegd dat ik geen
vertrouwen in hun had. Dat woord heb ik dus niet gebruikt, wel dat we niks mogen weten en
niks van hun horen. Nou dan moet ze de band zelf maar even bekijken. Maar voor hun was
dat hetzelfde. Bouke nam nu de telefoon en zei dat het ook de waarheid was en over dat ze
hun nu gekrenkt voelen zei hij: ‘Nou en, wij hebben ons ook zo vaak door hun gekrenkt
gevoeld’. Hij noemde gelijk twee voorbeelden over dat weiland en de manier hoe de drie
categorieën DNA onderzoek naar buiten hadden gebracht.
En dat het contact met het O.M. zo goed was, zoals Mieke dat zei, dat voelt voor ons beslist
niet zo.
En dat de contacten met H. Anker als tussenpersoon zo goed liepen en hoe moet dat nu?
Mieke laat blijken dat H. Anker voor ons onmisbaar is. Ik heb gezegd: ‘Alleen voor de
contacten naar het O.M. toe, is een advocaat wel erg duur. Dat kunnen we zelf wel’.
En het besluit dat H. Anker er mee ophoudt, is niet onze keuze. Dit heb ik niet tegen haar
gezegd, maar alleen maar gedacht. Het gebeuren, omtrent hoe het besluit van H. Anker tot
stand kwam, dat valt nog enigszins te begrijpen, maar de manier waarop dit is gegaan niet.
We voelen ons weer hopeloos in de steek gelaten door een man waar we toch een jaar lang
onze ellende mee hebben gedeeld en waar we veel van verwachtten. Dat we geen gelegenheid
van hem kregen om ons beider standpunten met elkaar uit te praten dat begrijpen wij niet. Dat
was toch wel het minste wat je kon verwachten. Het was over en uit, daar kunnen we het mee
doen. Onze hoop is nu en ook al veel langer gevestigd op Peter R. de Vries en zijn advocaat
Moszkowicz. We hopen zo intens dat die nu voor ons iets kunnen doen. Ze hebben ook al
zoveel voor ons gedaan.
Ik zal nooit vergeten hoeveel mensen ons hebben bijgestaan en ons hebben geholpen om dit
onmenselijke verdriet te verwerken. Er zijn veel, heel veel, goede mensen en dit doet ons zo
goed. Alleen hadden wij het niet gekund. De andere kant is de recherche, Justitie en het O.M.,
onmenselijk hard, meedogenloos, dat is wat wij hebben ervaren.
Het vertrouwen in onze politie en rechtssysteem zijn we helemaal kwijt, daarvoor hebben we
teveel meegemaakt.
Maaike Vaatstra-Terpstra
20
1 oktober 2000, 09.00 uur
Voorafgaand aan de persbijeenkomst van het OM hebben we een gesprek met Ten Kate en
Mieke. Hierbij nemen ze de dingen met ons door wat op de persbijeenkomst wordt gebracht.
Het is voor ons grotendeel oude koek, alleen dat ze nog 200 DNA willen doen en dat het
onderzoek is verlengd met 4 maand, dat is nu voor ons nieuw. We hadden maanden niks
belangrijks van hun gehoord, maar P.R. de Vries komt met een programma op tv, 8 oktober.
Dus nu moeten ze ook weer wat doen. Ik heb Ten Kate weer gevraagd naar de Irakees en
Afghaan en dan nog de asielzoekers die vlak na de moord zijn weggebracht. Hij werd
geïrriteerd en zei me dat ik eens moest ophouden over de asielzoekers. Kijk maar naar
Kampen, ook dat meisje is vlakbij een AZC gevonden en dat is ook een blanke man. Voor mij
het is nog een verdachte, waarom wordt niet bekend, dat het DNA klopt? En onder druk
bekennen is toch ook in Putten gebeurd? Ten Kate, er is geen duidelijk DNA van Maartje.
Hoe kan Mieke ons dan bellen dat Marianne en Maartje haar DNA niet overeenkwam, dat
was nog voordat deze verdachte was opgepakt.
De persbijeenkomst was voor ons nieuw en dat hebben we aan Peter R. overgelaten. Deze
stelde heel gerichte vragen aan Oebele Brouwer en ook Jan Verkaik moest het ontgelden, deze
wist niet wat te antwoorden. Er was het eerste uur bij Ten Kate ook een vertegenwoordigster
van Moszkowicz bij. Het geeft ons weer vertrouwen dat Peter R. met deze advocaat iets kan
bereiken om toch het DNA er door te krijgen, de dader moet worden gepakt. Wij willen de
waarheid weten in dit netwerk van leugens van de recherche en Wietze en Spencer. Ik heb
nog tegen Ten Kate gezegd: wat zei ik u verleden jaar, hier mag geen dader komen. Nu zijn
we 1 jaar verder en hij is er nog niet. Jullie zijn alleen maar bezig om voor de Nederlandse
bevolking de blik van het AZC en als recherche en justitie nog geloofwaardig over te komen.
Zijn antwoord: hij hoopte nog eens mijn ongelijk te bewijzen. Dat hoop ik ook, want dan is er
een dader, maar ik denk niet dat het ooit gebeurt. Na de uitzending van Peter R. de Vries
belde Mieke maandagsmorgens. O. Brouwer en Mieke waren nogal geïrriteerd over mijn
uitspraak bij Peter R. dat ik geen vertrouwen in hun had. Het woord vertrouwen heb ik niet
gebruikt, maar wel dat we niks van hun hoorden en niks mogen weten. Nou en, dat is toch ook
zo. Oebele Brouwer heeft ons ook niet gespaard, met de manier hoe hij verschillende dingen
naar de pers toebracht. Daar is toen wel door ons om gevraagd, maar iets veranderen was er
niet bij. Mijn man noemde Mieke met het telefoontje gelijk twee voorbeelden hiervan. Dat is
de berichtgeving over de 3 categorieën DNA. Hoe ze dat brachten. De 3
21
e
of 2
sessie waren
mannelijke contacten van Marianne, dat was dus uit de lucht gegrepen en kwam voor ons als
ouders verschrikkelijk over. Dan nog dat ze misschien met een het weiland was ingegaan en
dacht dat ze niets had te vrezen. We hebben nadrukkelijk gezegd dat dat niet gebeurd was.
Dat zou ze nooit doen. Daarvoor kennen we onze dochter te goed. Maar nee, ze wilden naar
ons, als ouders, nooit luisteren. In een later stadium, toen ze met een daderprofiel kwamen,
was deze suggestie van de baan. Maar voor ons was het kwaad al geschied. Ons kind werd
naar voren gebracht op een manier die ze niet verdiende en dat doet ontzettend veel pijn. Ze
deinzen nergens voor terug om hun doel te bereiken en dat is de blik af van de asielzoekers.
Waarom niet de goede Irakees gepakt en ook de Afghaan. Ze hadden ze DNA af kunnen
nemen om ze uit te sluiten. Ze zijn na 1 mei 1999, toen ze plotseling waren verdwenen, hier
nog in de omgeving gezien. Dat werd gelijk aan de recherche doorgegeven, maar nee, die kant
wilden ze niet op, terwijl alle tips wel naar de asielzoekers wijzen.
27 oktober 2000
Het kort geding van Peter R. de Vries en Moszkowicz heeft plaats in Leeuwarden. Voor ons
weer een spanning. We zijn op aanraden van er niet heen geweest. Ik had eigenlijk de kracht
ook niet meer en wij hadden ook niets meer toe te voegen. Het vertrouwen dat we hebben in
Peter R. en Moszkowicz is groot, dus met de nodige informatie van ons en onze
e
woordvoerders kunnen ze wel aan de slag. De uitslag komt over 14 dagen. We hopen zo dat
het door kan gaan. Een grootschalig DNA-onderzoek, misschien dat er eens duidelijkheid
komt. M’n eigen gedachte is dat het OM ook dit afwijst (ze wijzen immers alles af) en dat ze
wel weten waar de daders gezocht moeten worden, maar dat hebben ze toch in het
rechercheonderzoek laten liggen. En nog: als ik hun voor de derde keer vraag naar de Irakees
en Afghaan en de A.Z.C.-ers die kort na 1 mei zijn weggebracht, dan wordt Ten Kate
geïrriteerd. Hoe kan ik deze aanwijzingen ooit loslaten als ik hier geen antwoord op krijg. En
met het zeker weten hoe dit onderzoek van de recherche is gelopen, alle tips laten ze links
liggen, niks mee gedaan, daar wilden ze niks mee doen. Dan zijn we nu anderhalf jaar verder
en dan wordt er om een DNA-onderzoek gevraagd, dan willen ze dat niet doen, dan weten wij
wel de conclusie te trekken; het waarom-niet. Zondag komt er weer een uitzending van Peter
R. Dan wordt er weer aandacht aan besteed. Laten we hopen, dat hij en Moszkowicz het
onrecht wat hier gaande is naar boven kunnen halen, laat dat maar eens duidelijk worden.
24 oktober 2000
Ene Ate de Jong van het COS in Friesland is bij ons op bezoek geweest. Dit naar aanleiding
van een telefoongesprek tussen Bauke en hem. Nu heeft hij de andere kant waar wij als
burgers en ouders mee zitten ook eens kunnen horen. Want dit soort mensen belichten altijd
alles van één kant. Want de andere kant kennen ze niet en doen in de meeste gevallen daar
ook geen moeite voor. We hebben in goede harmonie met hem meerdere dingen verteld, die
hier in de omgeving zo fout zijn als het maar kan. Hij gaf ook toe dat hij verkeerd was
geweest om ons wel een bos bloemen te sturen na de demonstratie in Kollum, oktober 1999,
maar dat had hij persoonlijk moeten doen. Zo heb ik hem ook gewezen op de ingezonden
stukken die de dominees uit Kollum in de media schreven. Zonder ooit eens de moeite te
nemen om de familie te bezoeken of proberen daar wat troost te brengen. Dan komt er een
stuk in de Kollumer Courant van ds. Kwast. Een dominee die in het verleden veertien jaar in
Kollum heeft gestaan. Voor ons een goed stuk, dat is de realiteit, maar daar schreef gelijk een
rechercheur uit Kollum tegenin met Bijbelteksten en al. Weer zoiets; de waarheid mag niet
geschreven worden, maar deze rechercheur moet toch ook weten hoe dit onderzoek naar de
dader is gelopen. Dat hij dan nog het lef heeft om op ds. Kwast z’n schrijven te reageren. Dat
is onbeschrijflijk. Of zou het een manier van zelfverdediging zijn? De mensen die enigszins
met dit wel en wee van de recherche bezig zijn, die weten wel hoe dit alles is gegaan en ook
dat de politie, als het om een asielzoeker gaat, niks wil doen. Dan ben je rechercheur in
Kollum en maak je dit alles van dichtbij mee, dan ga je je op deze manier verdedigen, door ds.
Kwast op een beledigende manier aan te pakken in de Kollumer Courant, dat is ver onder de
maat.
Ate de Jong van het COS schreef ook en nam het ook voor deze rechercheur op, want hij had
zelfs dreigbrieven gekregen, zei hij. Zo werkt het wel, wie de bal kaatst, kan hem terug
verwachten. Ate de Jong heeft de moeite eindelijk genomen om bij ons op bezoek te komen
en de andere kant van de medaille eens te horen. Zover zal het met deze rechercheur niet
komen, want ik denk niet dat hij hier bij ons er wat tegenin kan brengen. Dan denk ik aan de
woorden van ds. Kwast: ‘O, aarde, bedek haar bloed niet’.
Vrijdag 29 oktober 2000
Peter R. en Moszkowicz besteden weer aandacht aan het DNA. Ook Bauke spreekt een paar
woorden tot Severein van het OM. Dit is, dat hij verleden jaar tegen ons zei, dat ze alles, maar
dan ook alles uit de kast zouden halen om de dader te vinden. Maar nu zijn we anderhalf jaar
verder en nog geen dader. Dan vragen we om een grootschalig DNA via Peter R. en dan wil
het OM dit niet, dan halen ze dus niet alles uit de kast, of zouden ze wel weten waar ze de
dader moeten vinden, maar mocht, hij omdat het om asielzoekers ging, niet voor het daglicht
22
komen? Maar hoe moet je als ouders hiermee verder leven, te weten dat dit onderzoek naar de
daders met eerlijk recherchewerk niks te maken heeft. Ze zijn alleen bezig om ten koste van
alles de asielzoekers uit beeld te houden en zelf nog geloofwaardig over te komen. Het doet
ons goed dat we nu hulp hebben van Peter R. en Moszkowicz. Als zij nu het grootschalig
DNA er door kunnen krijgen, dan komt er vast meer duidelijkheid. En wie weet, als ze alles
meenemen wat er op 1 mei 1999 woonde in deze regio en te gast was, dan kan de dader toch
worden gepakt. Wij als ouders en familie willen weten wat er precies gebeurd is en hoe het is
gelopen, want het verhaal zoals het gebracht wordt klopt niet en is niet de waarheid. Ze zou er
nooit voor kiezen om alleen verder te fietsen. Ze had het nooit gedurfd. Er zijn andere dingen
gebeurd en die mogen van de recherche of Dick Sletering niet gezegd worden. Dit ter
bescherming van de asielzoekers en van Spencer en Wietze. Zijn deze jongens misschien ook
met de dood bedreigd, als ze iets zouden loslaten? Wat voor figuren zaten daar in Kollum in
het A.Z.C. In elk geval wel 130 jonge mannelijke asielzoekers in de leeftijd van 18 tot 30 jaar.
O God, waren deze mensen maar weggebleven. Dan had ons kind vast nog geleefd.
Het weer is donker en triest, zo voel ik me ook. Gisteren ben ik nog op het kerkhof geweest.
Het besef dat daar je vrolijke, levenslustige dochter ligt is niet te aanvaarden en de gedachte
wat moet ze hebben doorstaan. De angst, de pijn. Heeft ze nog om ons geroepen in haar
doodsangst. Deze gedachten spelen vaak door mijn hoofd. Daar kun je echt gek van worden.
Maar ik word niet gek. Ik doe de dingen die moeten worden gedaan en m’n gedachten tollen
wel door. Hoe is het mogelijk dat een ouder dit kan doorstaan. Ik had nooit voor mogelijk
gehouden. Als ik nu voor ons slaapkamerraam sta en kijk naar het kerkhof, dan denk ik: nog
even, als de bomen helemaal kaal zijn, dan kan ik haar graf vast wel zien liggen. Het gevoel
van pijn en heimwee trekt door je heen en ik denk dan, waarom moet ik verder leven. Het
antwoord weet je wel, voor m’n man en de andere kinderen. Maar het is zo zwaar. Ik ben zo
moe en ik mis haar zo. Allemaal, ook de kinderen. Het zal nooit meer worden zoals het was.
Deze woorden zei Ineke gisteravond nog tegen me. Johan en Gryte komen langs en vertellen
ons dat ze in ondertrouw gaan en van plan zijn om in februari 2001 te trouwen Dit komt voor
ons allen vrij onverwacht en we feliciteren hun en proberen blij voor hun te zijn. Een flink
meisje; volgens ons allen een juiste keuze. We vragen hun wat ze van plan zijn op de
huwelijksdag. Gryte vertelt: alles zoals het hoort, met ’s avonds een feest. Ja, het leven gaat
verder en Johan en Gryte hebben het recht om hiervoor te kiezen. Gryte heeft Marianne ook
niet gekend. Het zal een moeilijke dag worden voor ons allen. Ook Johan hield zoveel van z’n
kleine zus en zal het vast deze dag ook moeilijk hebben. Felicitaties zullen we in ontvangst
moeten nemen.
Hoe kom je hier door en red ik dat wel? Ook deze dag zal ik proberen me positief op te
stellen. Het zal vast lukken. Het gemeentehuis in Kollum, daar gaat het naartoe. De
Keningswei, moeten we daar ook nog langs rijden? Dat is iets, dat lijkt me nu nog niet te
doen. Het had voor ons allen beter in een andere gemeente gekund. De confrontatie met
Kollum en de Keningswei, waar Marianne haar einde vond, kunnen we die deze dag wel aan.
Ik ben er nooit meer geweest. Of moet ik toch proberen de plaats waar ze gevonden is eens te
bezoeken. Lammie Luten deed dat ook. Misschien moet ik dat ook nog eens doen.
30 oktober 2000
Opsporing verzocht komt op de televisie. Tot m’n verbazing besteden ze weer aandacht aan
de moord op Maartje Pieck. Deze is toch voor hun opgelost. Of moeten ze daar ook weer een
poging doen om het weer geloofwaardig te maken. Zou dit naar aanleiding van m’n woorden
met Ten Kate zijn? Want waar blijft de uitslag van het DNA. Dat klopt vast niet, anders was
het wel bekendgemaakt. Moet daar in Kampen ook alles worden gedaan om de blik af te
23
wenden en de mensen ook tot bedaren te brengen?
2 november 2000
Onverwacht staat hier een mevrouw voor de deur. Ze had ons wat te vertellen en liep er al een
jaar mee om, maar durfde nooit naar ons toe, maar nu was ze er met een vriendin. Haar zoon
had een verklaring bij de recherche afgelegd, kort na 1 mei 1999. Hij en zijn vriendin waren
ook in de Paradiso in Kollum geweest en waren omstreeks dezelfde tijd als Spencer en Wietze
met Marianne ook vertrokken uit de Paradiso. Ze fietsten ook op het fietspaadje naar
Buitenpost toe. Na de tennisbanen hadden ze Spencer en Wietze gezien die bij een fiets bezig
waren of iets dergelijks. Hij had Spencer nog gegroet, want hij kende Spencer wel, maar daar
was Marianne al niet meer bij. Dit alles is bij de recherche verklaard. De beschrijving van de
kleding die Spencer aan had klopte, zei de recherche. Maar tot z’n verbazing werd het verhaal
via Opsporing Verzocht alle keren anders gebracht dan de werkelijkheid was. Hij en z’n
vriendin hadden toch een verklaring afgelegd en waarom werd nu het verhaal anders gebracht.
Met dit kwam nu de moeder van Ferdi Brouwer bij ons. Dit bevestigt enigszins ons denken,
wat er vaak hebben gezegd. Het verhaal van Spencer en Wietze klopt niet en is niet de
waarheid. Het verklaart ook waarom Spencer de volgende morgen in het Paradyske zocht en
z’n verklaringen tegenover Afie en ons nooit dezelfde waren. Een leugen kun je niet 3 keer
gelijk vertellen, maar de waarheid wel. En het verhaal van hem en Wietze in de shoarmazaak
in Buitenport klopt ook niet helemaal. Ze verklaarden dat ze daar met z’n tweeën waren
geweest, maar Wietze was daar niet meer bij. Zo zijn er meer tegenstrijdige verhalen die deze
twee jongens hebben opgehangen naar Afie maar ook naar ons toe. Ik heb vaak gezegd:
richting Spencer en Wietze en richting asielzoekers, maar daar mag de recherche toch niet
heen. Werd daarom het verhaal nu zo gebracht? Laten we toch hopen dat deze puzzelstukjes
nog eens op de goede plaats vallen. Met medewerking van Peter R. de Vries gaat het vast
lukken. Daar is onze hoop nu op gevestigd. Wij willen de waarheid weten. Deze krijgen we
niet via de recherche of justitie. Dat is ons allang duidelijk. Er zijn andere belangen die voor
hun zwaarder wegen. Daar past niet het pakken van de daders bij, als die uit deze
belangenhoek moeten komen. Een boer weet te vertellen dat in het Paradyske ’s nachts vele
groepjes asielzoekers rondhangen op vele plaatsen in groepjes van 4 à 6 man. Deze boer
moest ’s nachts op z’n land wezen en kwam zo tot deze ontdekking. Als de mensen die van de
recherche een spreekverbod kregen opgelegd nu eens begonnen, dan zou er veel meer
duidelijkheid komen, zoals Age Bruning, de directrice van het A.C.Z.; al deze mensen die
enigszins verbonden zijn met het A.Z.C., willen niet meer praten uit eigenbelang of een
zekere angst. Zo ook een vakantiehulp die bij taxibedrijf in Kollum tijdelijk werkte. Hij
verklaarde, dat er na de moord, verscheidene asielzoekers zijn overgeplaatst naar andere
centra’s. Maar toen de baas terugkwam van vakantie was dit gelijk gebeurd. Er mocht niks
meer worden gezegd. Elk taxiritje brengt toch geld in het laatje. En dan werkt zo iemand aan
de doofpot daar in Kollum mee. Zo gaat het met zoveel dingen. Je kunt het niet begrijpen dat
ze dan niet meer meewerken om deze verschrikkelijke moord mee helpen op te lossen. Naast
al deze ellende zijn er ook goede dingen die op ons afkomen. Zo kwam één van onze
woordvoerders onverwacht met een nieuwe video langs. Dit is door deze twee, Oene en Pieter
geregeld. Nu kunnen we zelf de videofilm van de herdenkingsdienst in onze eigen kamer
bekijken, op het tijdstip waarop wij dat willen. Daar zijn we heel blij mee en hun zeer
dankbaar. Dan denk ik aan Marianne dat ze ook graag een video wilde, dan kon ze eens een
filmpje huren. Dat leek haar fijn. Maar we hadden niet de middelen om deze dingen te kopen
en voor ons was dat toen niet rechte noodzaak. En nu staat hij er wel, om haar
herdenkingsdienst te bekijken en ook de videofilm van Peter R. over de rechtszaak met
Moszkowicz over het grootschalige DNA. De uitslag over het doorgaan van dit DNA zal a.s.
vrijdag bekend worden. Na alle tegenwerking verwacht ik hier niet de goede uitslag van.
24
Oene en Pieter, onze woordvoerders, die vanaf het begin ons hebben bijgestaan met raad en
daad. We zijn nu anderhalf jaar verder en ze gaan met dezelfde energie en wilskracht door.
Wat is dit uniek, voor ons een bewijs dat er zulke goede mensen bestaan. Want in deze
ellende en de tegenwerking die je als ouders krijgt, als je vecht voor het recht, waar wij als
ouders toch recht op hebben. We waren in al deze ellende zonder hun ten ondergegaan. Hoe
kunnen we hun daar ooit genoeg voor bedanken. Ook de vrouwen en kinderen moeten hun
man en vader zo vaak missen als ze voor ons bezig zijn. Ook zij moeten dit alles maar
opbrengen. Ook daaraan denk ik vaak, wat een gouden gezinnen moeten dit zijn. Dit alles
bewijst voor ons dat we het vertrouwen in de mensen niet hebben verloren, maar alleen in
justitie. En terecht, wat we daar in deze anderhalf jaar tijd hebben meegemaakt wens ik m’n
ergste vijand niet toe, alhoewel bij mijn weten, heb ik die niet eens.
7 november 2000
J. Kloosterman kwam ook weer met nieuwe informatie via een bewaker van de Marwei
gevangenis in Leeuwarden, deze bewaker hoorde van een telefoongesprek van een
gedetineerde Irakees dat hij wel kon zeggen wie de moordenaar van Marianne was. Z’n vrouw
of vriendin had hem per telefoon aangeraden dit niet te doen, want hij zou aan z’n eigen sores
genoeg hebben. Dit is bij de directie van de Marwei terechtgekomen en deze moesten Justitie
hebben ingelicht. Nu zouden ze tot de slotsom zijn gekomen om hier niks mee te doen, want
dan zou er wel eens oorlog kunnen komen, aldus het verhaal zoals het bij ons is gebracht. De
naam van deze bewaker is bekend, maar hij mag vanuit z’n werk dit niet naar buiten brengen.
Het zou hem z’n baan kunnen kosten. Dan denk je; is iemands baan belangrijker dan het
oplossen van deze moord? Deze Irakees zat sinds 3 à 4 weken in de Marwei. Als je als ouder
dan deze dingen allemaal te horen krijgt dan denk je: het is nu toch niet meer mogelijk dat
deze moord op onze dochter de doofpot ingaat.
7 november 2000
In het programma Breedbyld van TV Fryslãn van Eelke Lok zijn deze keer te gast Peter R.,
Bauke en Oene. Hierin worden dingen besproken over het DNA en ook over het
opsporingsbeleid. Bauke zegt duidelijk dat de recherche linksaf hadden moeten gaan, maar ze
gingen rechts.
Eelke Lok vroeg hem of de mijlpijl niet eens bereikt was, met te vechten. Bauke antwoordde:
‘Nee, ik ga door tot het bittere einde, dat ben ik aan m’n dochter verplicht’. Daar denk ik net
zo over. Elke ouder zou het zo doen. Als ze wisten dat het recht z’n beloop niet mag krijgen,
dat andere belangen zwaarder wegen, dan het oplossen van deze moord op ons kind. Verleden
jaar zei iemand tegen mij: je moet alles opschrijven, want als je een jaar verder bent, dan ben
je veel dingen vergeten misschien. Dat heb ik dus gedaan en daar ben ik nu blij mee. Wie
weet wat we er nog eens mee kunnen doen. Veel uitspraken hebben ons diep gekrenkt en vele
dingen van de recherche staan in m’n geheugen gegrift en die gaan niet zomaar weg, ze
achtervolgen je elke dag en elk uur. Hoe is het mogelijk dat deze mensen het op deze manier
kunnen doen. Ze zijn zelf toch ook vader en hebben een gezin. Hun geweten moet toch eens
beginnen te knagen. En dat gaat zondags ook nog naar de kerk. Dit druist toch regelrecht
tegen eerlijkheid en oprechtheid in. Of ben ik maar een domme moeder die haar kinderen met
zorg en normen en waarden heb grootgebracht en niet wist dat mensen van justitie, OM, etc.
de macht hebben en gebruiken zoals het hun uitkomt. Dan denk ik aan de woorden van
Meindert Tjoelker z’n vader. Deze had hij gezegd tegen Mieke Huizinga van het OM. ‘Wiens
brood men eet, diens woord men spreekt’. Wel toepasselijk, ik denk er nu net zo over. Het is
meedogenloos en onmenselijk hard hoe dit spel hier wordt gespeeld. Hiertussen moeten wij
als familie en nabestaanden ons proberen staande te houden. Ons verdriet proberen te
verwerken. Het gemis van onze vrolijke levenslustige dochter. Hoe moeten we dat doen, als je
25
daarnaast ook nog eens moet vechten voor het recht. We hebben gelukkig hulp, anders weet ik
niet hoe het was gelopen. Je grijpt je vast aan de mensen in de hoop dat alles toch eens boven
tafel komt. Die hoop heb je en dat geeft je kracht om door te gaan, met de wetenschap dat er
mensen zijn die je helpen en naast je staan en ook hetzelfde doel hebben. Deze moord moet
worden opgelost en mag niet in de Kollumer doofpot belanden. Voor mijn gevoel zit daar al
teveel in. Ik denk aan het boek wat Peter R. de Vries schreef met als titel: ‘Een moord kost
meer mensenlevens’. Zo is het ook. Je moet door. Je hebt geen keuzen. Als ik naar mijn
kinderen kijk, de gezichten, eens zo vrolijk, zo opgewekt en levenslustig. Dat is allemaal weg,
ze worstelen elke dag met het verschrikkelijke gebeuren rond de moord op hun zus. Het zal
nooit meer hetzelfde zijn. Er komt een bloemstuk van familie De Haan met een kaartje erbij
van ‘sterkte’. Dat zal voor morgen bedoeld zijn. De dag dat de uitslag komt van wel of niet
grootschalig DNA. Zoiets doet ons goed. De wetenschap dat je niet alleen staat.
9 november 2000
Mieke belt me op. Bauke z’n vraag, die bij het OM ligt, zou hij binnen een week antwoord op
krijgen. Deze vraag was naar aanleiding van de papieren die we teruggestuurd kregen van H.
Anker. Het verloop van het onderzoek; daarin stond dat er op of nabij de Keningswei en
tunneltje geen enkele asielzoeker was waargenomen, dus voor hun geen reden om het A.Z.C.
mee te nemen in het onderzoek. Dat is dus een grove leugen. Twee donkere typen in de berm
weggedoken. Dit heeft Severein ons bevestigd. Dan nog de Afghaan die ook met een
noodgang door dit tunneltje fietste. Daar zijn ook getuigen van. Deze vraag over de twee
donkere mannen ligt nu bij het OM. Het zal me benieuwen welk antwoord ze nu weer
ophangen…
10 november 2000
De DNA-uitslag is voor ons negatief. Je zou toch denken dat ze er na het betoog van
Moszkowicz er niet meer onderuit kunnen. Dit bevestigt voor mij, dat ze wel weten waar ze
de daders hadden moeten zoeken en dan heeft zo’n groot DNA-onderzoek geen zin. Dit wordt
nu door Moszkowicz verder aangevochten.
12 november 2000
We zijn met twee van onze kinderen onderweg naar Hilversum. Er worden weer opnames
gemaakt van Peter R. Onderweg krijgen we telefoon van Wilma. Er is een jongetje geboren.
Een kleine Syds genoemd. Naar Willem z’n vader. Na drie meisjes nu een jongetje. Alles is
goed. We feliciteren haar en beloven op de avond even langs te komen. Het eerste kleinkind
die Marianne nooit zal zien. Voor ons is dit kindje weer een lichtpuntje in deze donkere tunnel
waar we allemaal inzitten. ’s Avonds zijn we naar Willem en Wilma geweest om de kleine
Syds te bewonderen. Klein en lief en Wilma was zo trots op hun kindje in de armen. Een echt
moedertje. We houden ons allemaal flink en proberen gewoon te doen en dat lukt aardig. Half
tien zitten m’n man en ik thuis in spanning weer te wachten op de uitzending van Peter R. Ik
ben blij dat nu toch de leugens van Spencer en Wietze, samen met die van de recherche, via
dit programma duidelijk in beeld worden gebracht. Daar zijn we de mensen, die met de
verklaring kwamen, dankbaar voor. Dat ze deze dingen niet alleen naar de recherche toe, maar
na zo’n lange tijd ook via de goede wegen naar buiten brachten. Het begin is er. Dit
puzzelstukje valt op de plaats van de grote puzzel waar we mee bezig zijn. Het verklaart ook
waarom Spencer in het Paradyske zocht naar Marianne. Daar was ze toch niet langs gefietst,
als hun verhaal zoals het is gebracht had geklopt? Waarom zocht hij dan een andere richting
op? Waarom konden ze nooit hetzelfde verhaal vertellen bij ons. Gewoon, omdat het de
waarheid niet was. En waarom wordt de familie Sletering beschermd en bijgestaan door de
recherche? Daar is dus een goede reden voor.
26
16 november
De fax van Severein komt binnen. Een ontkennend antwoord. We hadden dit wel verwacht.
Getuigen hebben we genoeg, dat hij het wel heeft bevestigd van die 2 donkere typen. Maar zij
hebben de macht en die wordt gebruikt. En weer krijgen we een leugen voorgeschoteld.
17 november
De rechtszaak dient van het hoger beroep van de WOB-procedure. Ineke en Rennie gaan met
ons mee. Mevrouw Ruys is er als advocate van ons. Een lang betoog van beide kanten,
waarvan je als gewoon burger het meeste niet weet, wat die dure woorden allemaal betekenen.
De uitspraak komt over +/- 3 weken en ik stel me er niets van voor.
18 november
Er komt hier een meneer. Deze schrijft boeken over het onrecht, politiek getinte onderzoeken
e.d. Ik vraag hem wat hij van het onderzoek naar de dader denkt. Hij denkt er net zo over als
wij. De belangen wegen zwaarder dan de moord oplossen. Dit bevestigt voor mij dat het niet
alleen ons denken is, maar velen met ons denken er net zo over en zeggen dat dan ook. Ik zit
het programma ‘Get the picture’ te zien, één van de programma’s waar ik nog belangstelling
voor kan opbrengen. Tot mijn verbazing wordt er een vraag gesteld waar Marianne Vaatstra
in wordt genoemd. De vraag is de ‘V’ van iemand die een grootschalig DNA aanspant tegen
de staat in de zaak Marianne Vaatstra. Het antwoord kwam: dat was Peter R. de Vries. Dan
denk je, hoe is dit mogelijk. Mogen ze in zo’n quiz zomaar de naam van je vermoorde dochter
gebruiken. Dit willen we niet. Maar ook dat moet je maar aanvaarden en over je heen laten
komen. Ik zou naar het kerkhof gaan om de planten en bloemen te verzorgen, maar het begint
te regenen. Net weer een huilbui gehad, waar ik dan weer hoofdpijn van over houd. Je hebt
van die dagen dat je wel alles kapot zou willen slaan. Van de onmacht die je voelt, in ons
kapotte leven. Soms sta ik voor het raam en dan denk ik; het zou mogelijk moeten zijn dat
Marianne weer thuis kwam fietsen. Haar stralende lach en de hand die dan omhoog kwam als
ze me dan zag staan. Maar dat zal nooit weer gebeuren. ‘Vermoord”. Ik zou de tijd terug
willen draaien, de eerste keer naar Kollum uitgaan. Ik zou het verbieden. Als ik toen wist wat
we nu weten… Maar de burgers mochten hier niks van weten. De gevaren die er zijn onder
deze vele culturen. Stil, stil over alles wat deze mensen aangaat. Dat we niets wisten, dus ons
kind ook niet konden waarschuwen, dat is wat ik een heleboel mensen kwalijk neem, die
hierbij zijn betrokken. Het waren toch altijd die arme asielzoekers die al zoveel hadden
meegemaakt. Onzin! Economische gelukzoekers! Het merendeel jonge mannen, die de
misdaad hier welig laten tieren. Ze moesten eens weten wat zij nu moeten doormaken. Een
lange donkere tunnel waaruit niet te ontsnappen valt. Freddie heeft Marianne in huis niet
meegemaakt. Hij was toen al getrouwd. Te jong. Het huwelijk ging ook mis. Hij kwam naar
voren als een sterke man na 1 mei 1999. Alles werd door hem geregeld en dat deed hij
voortreffelijk. Geheimzinnige en hele rare telefoontjes kreeg hij thuis, ook wel ’s nachts. Dat
was beangstigend, maar hij en z’n vriendin hebben zich er goed doorgeslagen, ondanks zijn
grote verdriet. De dingen doen, die gedaan moeten worden, dat moet je dan wel kunnen.
Rennie, de ellende is van je gezicht af te lezen. Dat denk ik zo vaak. Ze heeft het zo vreselijk
moeilijk maar probeert toch door te gaan. Weer aandacht besteden aan haar tantezeggertjes.
Rennie betekent zoveel voor hen. Dat extra beetje aandacht kunnen ze bij tante Rennie
vinden. Zo was het ook met Marianne toen ze nog kind was. Ik zou haar ook zo graag helpen
en bijstaan maar weet vaak niet hoe. De kracht ontbreekt dan ook. Ineke maak ik het meeste
mee, omdat ze dichtbij woont. Ze laat haar emoties weinig los, maar ik weet hoe moeilijk zij
het heeft. Ze kan zich niet concentreren en vergeet dingen. Dat heeft er alles mee te maken.
De angst die ze heeft voor haar twee kinderen. Daar moet niets mee gebeuren. En toch zal zij
27
haar kinderen eens moeten laten gaan. Dat zal zwaar voor haar worden. Wat zou ik graag
willen dat ook onze kinderen deze ellende bespaard was gebleven.
Wilma, net weer moeder geworden van haar vierde kind. Liefdevol zit ze met de kleine in
haar armen. Ook deze vreugdebolle gebeurtenis wordt overschaduwd en zo zal alles wat komt
met deze schaduw gepaard gaan. Ik weet ook dat deze dochter het heel moeilijk heeft met het
verlies van haar zus. Ook zij moet door voor haar man en kinderen. Proberen zonder teveel
emoties haar kinderen te begeleiden en groot te brengen. Het is ook voor haar een zware weg.
Met haar eerste drie kinderen was Marianne er ook bij en nu met haar zoontje niet. Wat zal
dat een pijn geven. De herdenkingsdienst van 1 mei jl. sloot zij af met een gebed. Ze vroeg of
haar ouders de kracht en steun mochten krijgen op deze zware weg. Deze dingen vergeet je
nooit weer. Het geloof in God, ook daar worstelt ze mee. En vooral het gebed. Vergeef ons
onze schuldenaren. Dat is iets dat zullen we nooit kunnen.
Johan. Vanaf 1 mei 1999 heeft hij zich naar ons toe voor veel dingen afgesloten. Als de
recherche hier kwam, 1 keer per week, was hij er meestal wel bij, maar zei dan weinig. De
woorden die hij wel zei, waren dan ook typerend hoe hij over dit onderzoek van de recherche
dacht (‘Als deze amateurs deze moord moeten oplossen, vergeet het maar’). Dit was nog in de
periode dat wij nog wel vertrouwen in de recherche hadden. Begin augustus 1999 was dat
vertrouwen in hun onderzoek voor ons ook weg en dat heb ik Jan Verkaik dan ook duidelijk
gemaakt. Elke week werd er gezegd dat we vooral vertrouwen in hun moesten houden, want
ze hadden het beste rechercheteam dat er was. De contacten naar ons toe werden door hun
verbroken. Jan Verkaik heeft Johan nog geprobeerd te bepraten, zodat hij toch wel vertrouwen
in hun moest houden. Zijn antwoord was tegen Verkaik: ‘Vertrouwen moet je verdienen en
dat heb ik van jullie nog niet gezien’. Johan heeft het meeste met Marianne opgetrokken en
woonde ook het langst met haar bij ons thuis. Ze gingen wel met haar naar de bar. Ook gingen
ze wel met z’n beiden trimmen. Ook deze zoon worstelt met z’n gemis en pijn van z’n jonge
zusje.
27 november
Er komt een kennis van ons en vertelt dat hij dingen gehoord heeft over de Afghaan,
Mohammed Akbari. Dit werd door deze kennis nagetrokken. Deze Afghaan is 6 mei 1999 bij
het assurantiekantoor van Nicolai in Augustinusga geweest. Hij was nogal zenuwachtig toen
hij bemerkte dat één van de medewerksters belde met de politie over een gestolen brommer.
Hij moest een nieuw verzekeringsbewijs met groene kaart voor de brommer die hij bij zich
had. Hij gaf een naam en adres op van een persoon uit Groningen welke niet klopte met z’n
oude papieren. Hij zou dan 41 jaar moeten wezen. Dat vonden deze medewerksters vreemd,
want zo oud leek hij niet. Zijn pasfoto werd op deze nieuwe papieren gezet. Hij zei dat hij nog
naar Den Haag moest naar zijn moeder en naar Leeuwarden naar de zorgverzekering. Nu had
hij dus een nieuwe identiteit. Z’n oude papieren moest hij terug hebben en verscheurde deze
gelijk en stak deze in z’n zak. In augustus, toen de foto’s van Peter R. de Vries op tv
verschenen, herkenden deze dames van Nicolai de foto van deze Afghaan die bij hun geweest
was. Ze belden nu naar de recherche. Na +/- 4 weken kwamen 2 rechercheurs, B. van der
Heide en Jan Woelinga. Ze hadden een foto van deze Afghaan bij zich. Die werd gelijk
herkend door deze 2 dames. Ze vroegen nog of ze ook meer foto’s moesten zien, maar dat was
niet nodig. Voor hun was het 100% deze Afghaan geweest. De rechercheurs zeiden: ‘We
weten niet of we hier wat mee kunnen doen’. En dan zeggen ze bij het OM tegen ons, dat deze
Afghaan voor hun van geen belang is. Dat kun je toch niet geloven. En dat we ook weten dat
deze Afghaan ten tijde van het misdrijf met een noodgang door het tunneltje fietste. Ook deze
verklaring is door ons nagetrokken en berust op waarheid.
Op 6 mei 1999 gaan 2 bussen met mensen van het A.Z.C. uit Kollum een dagje naar
Amsterdam. Dat was op de dag dat Marianne werd begraven. Dit vertelde Hamma Abema uit
28
Smal. Opeinde. Hij was chauffeur op één van de twee bussen. Voor de terugreis naar Kollum
werden de mensen weer geteld en ontbraken er 2 personen, maar de leiding vond dat dit
gewoon was. Dan bleven ze misschien wel bij familie of iets dergelijks. Ook dit bewijst weer
dat de A.Z.C.-ers alle medewerking kregen om weg te komen. Het is te gek voor woorden, dat
na zo’n verschrikkelijke moord op ons kind, deze kansen er waren om weg te komen, zonder
dat er onderzoek is geweest naar dit A.Z.C. toe. Ook kwam er weer een meneer uit
Buitenpost, die vertelde dat hij de Irakees Alie Hasan van gezicht kende. Dat we niet moesten
denken dat die Irakees in Turkije dezelfde man was. Dat weten we dus ook wel. Ik heb tot
drie keer toe aan het OM gevraagd. Haal de getuigen erbij met de foto’s van SBS, dan kunnen
deze getuigen bevestigen welk toneelspel jullie daar hebben opgevoerd. Maar we krijgen
hierop weer geen antwoord. Deze Abema was ook eens met deze A.C.Z.-ers een dag naar
Keulen geweest. Ze waren niet te handhaven en begonnen zelfs vuur te stoken tegen de bus,
omdat de chauffeur niet onmiddellijk kon vertrekken toen hun dat wilden. Deze man heeft
tegen z’n baas gezegd: ‘Ik rijd nooit weer met asielzoekers’. Het bewijst voor ons wel wat
voor mensen daar in Kollum zaten en nog zitten.
5 december
We lezen in de Telegraaf dat er weer een meisje is vermoord in Hengelo. 19 jaar.
Doodgestoken door een Afghaan. Weer een gezin in die onmetelijke diepe put gestort. Waar
gaat dit toch heen in ons land met al die asielzoekers. Het zoveelste slachtoffer en wie zal de
volgende zijn? Het gaat maar door. Ook deze ouders en haar familie moeten, door het verlies
van hun dochter en zuster, nu meemaken wat wij meemaken. Ook deze moord had
voorkomen kunnen worden, zo schrijft de Telegraaf d.d. 6 december 2000. En dat is zo bitter
voor ons als ouders, om dan te horen dat er wel signalen waren, maar er niks mee gedaan is.
6 december
Na de laatste uitzending van Peter R. met de verklaring van Ferdi Brouwer hebben we van het
OM niks meer gehoord. Op 4 december is Bauke naar de recherche in Burgum gegaan en
heeft daar met 2 rechercheurs gesproken. Ze hadden nog een paar heel interessante personen
om na te trekken. Daar hebben we zo onze eigen gedachten over. Ze moeten toch wat zeggen.
Laten ze maar de verdachte asielzoekers opsporen en ook de mensen die ten tijde van 1 mei
1999 daar zaten. Doen ze dat niet, dan kunnen ze wel ophouden. Deze moord mocht toch niet
worden opgelost. Waarom hoor je nu via via dat een hoofdofficier van het OM gezegd heeft
dat er grote fouten zijn gemaakt in dit onderzoek. En ook een rechercheur Damstra gebruikte
deze woorden tegen een kennis van hem. Elke rechercheur die bij deze zaak was betrokken
heeft dit vanaf de eerste dag moeten weten, vanaf de eerste dag dat dit onderzoek gaande is.
Dat de leider Jan Verkaik en A. Contact niet bezig waren om de daders te pakken, maar dat ze
alles in het werk hebben gesteld om de blik van het A.Z.C. af te krijgen. Alles wat die kant
opwees, hebben ze bewust laten liggen en volgen deze rechercheurs dan blindelings hun
leider Verkaik, die van dit onderzoek een chaos heeft gemaakt. Hij dacht deze moord binnen
één jaar in de doofpot te hebben, maar dat viel hem dus tegen. We zijn nu anderhalf jaar
verder en worstelen als ouders en familie ook nog eens met dit onrecht. De leugens die
allemaal te horen krijgen van het OM. Ze zwijgen nu in alle talen. We horen niks meer. Wat
zouden ze ons ook moeten vertellen.
8 december
Uitslag hoger beroep WOB-procedure niet ontvankelijk verklaard. Hans Anker heeft het
volgens het OM te laat ingediend. In januari zou Hans Anker al bezig zijn om sommige
dossiers open te krijgen. Nu zijn we december en weer ging het zogenaamd verkeerd. Ook dit
lukt niet. Ze hebben teveel te verbergen.
29
13 december
Mieke belde. Ze hadden weer 53 personen gevraagd voor DNA. Ze wilden allemaal
meewerken. Volgende week verwachten ze de eerste uitslagen hiervan.
Ook met Jan Verkaik gebeld over Marianne haar kleren die nog in Rijswijk zijn. We willen ze
terug. Het is ons eigendom en wij willen als ouders zelf beslissen wat er mee gebeurt. Het
antwoord van Verkaik was dat hij dit ons niet kon beloven, want ‘waar gewerkt wordt,
worden fouten gemaakt en misschien zijn ze te zijner tijd wel weg’. Nou, dan weet je het wel.
Ook daar hoeven we niet op te rekenen. Hij geeft nu toch wel enigszins toe dat er fouten in dit
onderzoek zijn gemaakt. Hij kan ook niet anders, want één van z’n eigen rechercheurs komt er
al mee naar buiten en ook bij het OM werd het gezegd. Deze tactiek zou ook bij het spel dat
wordt gespeeld kunnen passen.
De decembermaand is voor ons allen zo moeilijk. We krijgen de eerste kerstkaart binnen.
Liefde en geluk wordt ons toegewenst. Hoe bedenk je zoiets. Ons geluk ligt op het kerkhof. Je
weet vaak niet hoe je de dagen moet doorkomen. Je mist haar zo erg. Afie komt elke week en
vertelde me dat ze vaak van Marianne droomde. Zo jong en dan al zoveel moeten meemaken.
Ik durf niet zo goed met haar over Marianne te praten, want dan kan ik me niet goed houden
en dat wil je graag voorkomen. Daarom praat ik meestal met haar over andere dingen.
Dezelfde nacht droomde ik ook over Marianne en zag haar lachende gezicht voor me. Het
deed me goed. Maar je wordt wakker en de realiteit is er weer. Kerst, oud en nieuw, was het
maar voorbij. Kon ik deze dagen maar slapend doorbrengen, nergens aan hoeven denken,
maar zo werkt het nu eenmaal niet, je moet door. Het is een donkere tunnel waar je doorheen
moet en daar valt niet aan te ontsnappen. Maar ik weet ook niet hoever ik ben in deze tunnel,
het lijkt me nog het begin.
Kerst 2000
Oene en Pieter zijn hier nog geweest, wat voor ons weer vertrouwd overkwam. Goede
gesprekken gehad. Weer wat hoop dat we straks nog wat kunnen doen om toch meer
zekerheid te krijgen hoe de dingen zijn gelopen.
Kerstkaarten krijgen we van familie en kennissen. Bijna allemaal met ‘goede kerstdagen’ en
‘gelukkig nieuwjaar’. Het past niet bij ons, ons geluk ligt op het kerkhof. Het zijn zware
dagen die je door moet en ik bezoek Marianne haar graf. Bloemen zijn er gebracht. Een lichtje
brandt. Ik zet er nog een paar lichtjes bij. In de kerk werd op dat moment kerst gevierd met de
kinderen en bedenk dat we daar ook wel zijn geweest toen Marianne nog kind was. Zo breng
ik alles in verband met haar. Ben je even in de stad, dan denk ik van de kleren die je ziet; wat
zou ze dat mooi gevonden hebben. Winkelen en iets leuks kopen. Ze kon dan altijd zo
enthousiast en blij zijn. Als ik eten kook dan moet je denken: zou ze dit wel lekker hebben
gevonden en zo gaat het met alles. Deze gedachten zijn niet te stoppen.
De eerste zondag van de kerst moet kleine Syds naar het Ziekenhuis. Een virus zegt de
kinderarts. Hij heeft het benauwd en krijgt nu zuurstof. Waarom moeten we deze spanning er
ook nog bij. Ik denk aan Wilma en Willem, die nu de nacht moeten doorbrengen zonder hun
zoontje thuis. Het lijkt eerst niet beter te gaan, maar gisteravond was het wat beter en heeft hij
z’n flesje met Wilma zelf weer leeggedronken. Wilma zegt tegen me: ‘Mem moet er niet over
inzitten. Hij is nu in het ziekenhuis op de goede plaats en ze zorgen goed voor hem’. Dat zegt
ze om mij gerust te stellen. Het zal haar al menige traan hebben gekost. Het gaat nu om haar
kind. Laat het toch goed komen.
Siekina is hier geweest. Na maanden van ziek zijn maakte ze weer een afspraak. Ze zou nu
eens een gesprek hebben met Mieke van het OM en haar voorleggen waar wij als ouders zo
verschrikkelijk mee zitten. De leugens, het ontkennen van vele dingen die door justitie
worden gedaan, wanneer krijgen we daar eens antwoord op. Ik noemde nog de verklaring van
Ferdi Brouwer. Waarom zijn Spencer en Wietze daar niet mee geconfronteerd. Als Siekina nu
30
eens deze vragen aan Mieke voorlegt, zouden we dan geen antwoord kunnen krijgen. Hoe
moeten deze twee jongens hier verder mee, nu het op tv via Peter R. in beeld is gebracht. Dat
nu het verhaal, zoals het altijd is gebracht, niet het juiste is. Wij als ouders hebben het al zo
vaak gezegd, dat het niet de waarheid was en met de verklaring van Ferdi en z’n vriendin viel
dit stukje puzzel op z’n plaats. Maar hoe nu verder? We zouden zo graag willen, dat er zo nu
en dan een rechercheur bij ons kwam en eens een eerlijk antwoord zou geven op de vele
vragen waar wel al zo lang mee zitten. Maar ze zwijgen in alle talen. Waaraan hebben we dit
verdiend, dat er zo met ons wordt omgegaan. Siekina vertelde me een poos terug, dat onze
dochters, waar ze ook contact mee heeft, tegen haar hadden gezegd: ‘We willen zo graag onze
Mem terug’. Ze begrepen wel dat ik als moeder niet meer dezelfde kan zijn, maar het
verlangen naar deze moeder was er wel. Zal het ooit mogelijk zijn om weer deze moeder te
zijn?
Er komen voor de kerst weer veel bloemen, kerstpakketten en veel medeleven binnen. Dat
doet ons goed en dat zullen we nooit vergeten. We zijn dankbaar dat we deze goede kant van
de mensen op deze manier mogen meemaken. Als ik ’s avonds met Tommie een rondje loop
door ons dorp voel ik mij niet meer, zoals het voorheen was. Het vertrouwde is weg. Je voelt
je een vreemde in je eigen dorp, terwijl ik weet dat vele mensen met ons meeleven. Waar
komt het dan vandaan, dat ik me nu een vreemde voel in m’n eigen vertrouwde dorp, waar we
toch al 33 jaar wonen. Hoort dit ook bij het stukje houvast in het leven, wat je nu ook nog
eens kwijt bent?
Kerst en oud en nieuw 2000 zijn gelukkig weer voorbij. Het was voor ons weer een zware
tijd. Knallen voor oud en nieuw. Kerstviering. Dit alles zou Marianne van genoten hebben.
Haar vrienden en vriendinnen nieuwjaar wensen. Gezelligheid. Daar kon ze zo van genieten
en dat zei ze dan ook tegen mij.
Bloemstukken worden er nu op haar graf gelegd van kennissen en vriendinnen van haar. Dat
vind ik lief. Het doet me goed. Rennie belde me enkele maanden terug of Mem meeging naar
Groningen te winkelen. Ze moest een nieuwe jas en Memo kon ook wel wat nieuws hebben.
Ik schrok en vroeg bedenktijd. Nee, dat kan ik niet. De gedachte van de laatste keer dat ik in
Groningen was. Dat was met Marianne. Ze moest toen voor controle naar het ziekenhuis en in
juli, in de schoolvakantie zou er dan een kleine ingreep plaatsvinden. Na het
ziekenhuisbezoek gingen we door de winkelstraat. Daar zag ze een broek hangen en wilde
hem graag passen. Hij was nogal duur maar na aandringen van haar werd hij toch gekocht. Nu
had ze als eerste ook eens een broek die haar vriendinnen nog niet hadden en ze was er zo blij
mee. Maar ze is in deze broek begraven. Het gevoel was je vaak krijgt, het gemis, is het
heimwee naar je kind. Het valt niet te beschrijven. Het is zo intens. De vragen die je hebt. Wat
is er precies gebeurd, waarom niet de waarheid. Hebben we als ouders daar geen recht op?
Zullen we met al deze leugens van justitie verder moeten leven, zonder ooit te weten wat er
precies met ons kind is gebeurd? Als je kind op zo’n afschuwelijke manier is misbruikt en
vermoord heb je dan als ouder geen recht meer? Ze hebben bij het OM ons toch beloofd om
alles in het werk te stellen om de dader te pakken. Dat lijken loze beloften. We mogen zelfs
de waarheid omtrent wat er precies is gebeurd niet eens weten. En komen er dan onverwacht
twee getuigen bij ons die bevestigen dat het verhaal van de recherche naar de media en naar
ons toe, niet klopt, dan hoor je niks van het OM. Enige uitleg zou toch wel op zijn plaats zijn
naar ons toe.
3 januari 2001
Mieke belde. Van de 2 DNA waren er 50 negatief en van 2 moesten de uitslagen nog
binnenkomen. Ik vroeg nog: wat voor soort mensen zijn dit nu nog. Daar kon ze geen
antwoord op geven. Wel vertelde ze nog even vlug dat ze telefonisch waren benaderd. Daar
moest ik dus een conclusie uit trekken. Het zegt me weinig. Zolang ze me niet willen vertellen
31
dat ze achter die verdwenen asielzoekers aan zijn. Dat houden geheel af. We hopen zo dat
Peter R. met z’n advocaat wat voor ons kan doen. Van justitie en OM in Leeuwarden hoeven
we niets te verwachten. Morgen komt Siekina weer. Misschien dat ze met Mieke heeft gepraat
over de dingen die ik haar aangaf. Een eerlijk antwoord verwacht ik niet van het OM, maar
toch blijf je hopen.
11 januari
We brengen Tommie te knippen naar Ypie de Haan en besluiten bij de Lidl te gaan winkelen.
Buiten staat een vent met een blikje bier. Hij herkent ons en begint gelijk over de moord en
dat de politie hem ook moest hebben. Ze moesten hem altijd hebben. Het bleek een alcoholist
te zijn. Ook in de winkel liep hij achter ons aan en benaderde de andere klanten met z’n gelul
over DNA en de benadering door de politie. Maar dit soort mensen zijn er dus ook. We
hoorden hem de hele winkel door over Marianne en de moord praten. Niet om aan te horen,
maar we hadden weinig keuze. We zien Barend & Witteman op tv. Daar kwamen weer dingen
naar voren over asielzoekers en weer werd Marianne genoemd en de Irakees als verdachte;
die was het dus niet. De opzet van justitie dat de mensen dit moeten geloven is wel
gedeeltelijk geslaagd. Ze moesten eens weten wat voor een rad voor hun ogen wordt gedraaid.
28 januari
Vandaag zal Mieke een gesprek hebben met onze maatschappelijk werkster, Siekina. Ik heb
haar gevraagd of ze het OM duidelijk wilde maken, dat we toch wel zo nu en dan een
rechercheur bij ons wilden zien, waar we verschillende dingen mee konden bespreken. Wij
hebben deze contacten niet verbroken. Sinds augustus 1999 heeft het OM bepaald dat ze niet
meer naar de familie Vaatstra mochten. Algehele zwijgplicht werd hun opgelegd. Zelfs met
hun eigen vrouw mochten ze niet over de zaak Vaatstra praten en sindsdien is het contact
minimaal. Als we Mieke wat vragen dan weet ze het niet en moet het eerst weer nagevraagd
worden bij hem OM. Ze kwam naar voren, ze zou er voor de familie Vaatstra zijn en hun
helpen met al hun vragen en frustraties, maar daar komt weinig van terecht. Het is het enige
kleine schakeltje wat nog intact is tussen het OM en de familie Vaatstra. Er komen weer
onthullende dingen binnen. Zo onverwacht zijn ze er en ons gevecht gaat door. Wij als ouders
zijn het verplicht naar onze dochter toe. Zij die we zo erg missen en van wie ik vaak droom.
Nu eens was ze in mijn droom bedrukt en droevig, waarom? Zo komt ze nooit naar voren,
altijd met een vrolijke lach. In mijn droom heb ik haar geknuffeld en er waren ook mensen bij
ons op bezoek. Maar het was een droom, ik zal haar nooit weer kunnen knuffelen. Siekina is
geweest en vertelde dat Mieke een andere baan kreeg bij het OM, maar ze vocht er voor om
de contacten met de familie Vaatstra te onderhouden. Wat moet je daar weer van denken?
Velen die met de zaak te maken hadden verdwijnen en er komen weer anderen voor in de
plaats. Over mijn vraag om zo nu en dan eens contact met een rechercheur te krijgen, daar heb
ik geen antwoord op gekregen. Als Mieke toch van onze zaak af moet dan wilde ze dit wel
netjes afhandelen door ons eerst een afscheidsbezoek te brengen. Dat mag van mij, maar ik
heb tegen Siekina gezegd dat ik dan meerdere dingen met haar wilde bespreken. Leugens
hebben we genoeg gehoord, die accepteer ik dan niet meer, maar we horen van Mieke niets.
Onze drie dochters gaan naar Groningen te winkelen, dit voor de trouwerij van Johan en
Gryte. Daar had Marianne nu ook bij gepast. Ze zou nu 18 jaar zijn geweest. Ook daaraan
dachten ze en zo gaat het met alles. Enkele jaren terug gingen ze naar Ikea te winkelen. Ze
hadden Marianne niet mee gevraagd. Daar was ze nogal teleurgesteld over en met tranen in de
ogen vond ze dat ze er ook bij hoorde. Ze was geen kind meer. Het was geen opzet, maar deze
zussen zagen haar toen nog wel als kind en hadden er niet aan gedacht haar mee te vragen en
het leeftijdsverschil was nogal groot. Wilma haar zoontje werd op 18 februari gedoopt. Ze
hebben ds. Elverdink, die ook Marianne’s begrafenis heeft gedaan. Het zal ook voor deze
32
dominee een zware opgave zijn geweest. Wilma vertelde hoe ze ook weer tegen deze dag op
zag. Nu zonder haar zusje Marianne. Met de vorige doopdienst van het dochtertje was ze er
nog bij en ze zag haar nog voor zich. Dat Marianne dat kerkelijke gedoe maar zo-zo vond. De
foto die toen is genomen met dit kindje en Marianne is gebruikt voor de stille toch en de
media, wel zonder dit kleine kindje erbij. Samen met Wilma hebben we om al deze dingen
gehuild. We hebben nog 5 kinderen en 10 kleinkinderen en daar proberen we, zo goed en zo
kwaad als het gaat, er voor te zijn. Maar deze ene missen we zo. Dit jonge leven in de kiem
afgebroken, dat is niet te accepteren. Op de kleinkinderen passen, dat gaat nu weer. Lange tijd
durfde ik het niet aan. Die verantwoordelijkheid. Maar het gaat nu wel weer en daarin. En dan
voelt het toch alsof je iets sterker wordt, al gaat het met diepe dalen.
29 januari
Mieke belde dat de laatste DNA ook negatief waren. Half februari beginnen ze met de tweede
sessie. Dat duurt dus nog wel even, voordat ze verder gaan. Wat doen ze in de tussentijd?
9 februari
Morgen weer contact met Peter R. de Vries. Daar kijken we zo naar uit. Onze weg naar recht
in deze duistere zaak. Een zogenaamde klokkenluider vanuit het OM te Leeuwarden schrijft
Peter R. de Vries een zeer interessante brief. Peter gaat hier verder mee en besluit via shots op
SBS6 deze klokkenluider zich bij hem te laten melden. 13 februari komen deze eerste shots.
De volgende dag, daar was het OM ook weer. De boodschap was dat ze nog extra DNA
zouden doen en dat er nog 3 rechercheurs bij kwamen. Wel weer toevallig. Ze halen weer wat
uit de kast, zo ging het altijd. Peter R. doet iets en ze zijn er weer. Ze moeten toch
geloofwaardig blijven overkomen. Het onderzoek wordt weer met 3 maand verlengd. Wat
moeten wij als nabestaanden daarvan verwachten. Ik verwacht dat het OM na deze extra
maanden het onderzoek sluit en dan is het voor hun over en uit. De blik nog eens naar hun
gericht en proberen zo geloofwaardig mogelijk over te komen. En vooral de profielschets nog
eens naar voren halen. De blanke man. Jammer dat veel mensen niet weten dat ook de
verdachte Irakees en Afghaan bij het blanke ras horen. Siekina is ook weer geweest en nu
hebben we een afspraak op 15 maart. Nu met Mieke Huizinga. Ik heb met Siekina besproken,
dat was ons betreft, Mieke wel van het toneel kan verdwijnen. Daar kunnen we niks mee. De
zakelijke dingen zou ze nog wel kunnen doorbellen, maar verder hoeft het voor ons niet meer.
Haar door het OM toebedeelde rol naar de familie toe is ons te doorzichtig, we kunnen er niks
mee. Ik zou willen dat hier bij ons, om de paar weken, een rechercheur kwam die in het team
zit, waar we dan mee kunnen praten, want we hebben zoveel vragen, waar we telefonisch met
Mieke geen antwoord op krijgen en ik denk wel dat we daar recht op hebben. Johan en Gryte
zijn getrouwd. Ze was heel mooi en Johan ook. Voor ons allen een zware dag, want het gemis
is met deze dagen zo ontzettend groot, dat is voor ons allemaal als familie van Marianne
hetzelfde. Maar we beseffen ook dat het leven doorgaat en proberen met het gemis en pijn
voor Johan en Gryte er met elkaar wat van te maken. ’s Avonds bruiloft met muziek. Lang
zullen ze leven werd er gespeeld, dat vond ik heel moeilijk, deze woorden golden niet voor
Marianne. Laat op de avond nog een paar passen met Johan gedanst. Ik ga hem een kus. De
tranen stonden hem in de ogen. De bloemen werden de volgende dag naar Marianne haar graf
gebracht. Johan kon dit op zijn trouwdag niet aan. Zo zal alles overschaduwd worden door het
gemis van Marianne die er niet meer bij kan zijn. Wat zou ze hebben genoten van deze
gezellige avond met mooie muziek. Daar moest ik telkens aan denken. Onze woordvoerders
met hun vrouwen waren ’s avonds ook aanwezig en hebben zich wel vermaakt. Het is dan ook
wel goed om te zien dat ook deze mensen plezier hebben. Ze hebben de nodige ellende
meegemaakt en dan is het goed om te zien dat het ook anders kan. Zondag komt Peter R. weer
met zijn programma. Ik hoop dat er ook weer aandacht aan onze zaak wordt besteed, als het
33
alleen maar een shot. Daar zitten we toch op te wachten. Maar we zijn het natuurlijk niet
alleen. Er zijn zoveel onrechtmatige dingen die gebeuren en ook deze mensen verdienen
aandacht.
2 maart
Bauke had een afspraak met Jan Verkaik bij hem thuis, maar deze werd door hem verschoven
naar de volgende dag op het bureau te Bergum. De Afghaan kwam ter sprake. Waarom is
deze voor jullie geen verdachte? Verkaik zei dat ze dames van het assurantiekantoor hem niet
herkend hadden, dus dat zou wel een andere geweest zijn, ze konden er niets mee. Onze
informatie was anders, ze liegen er weer omheen. Voor de zekerheid, gaat Bauke dit zelf
uitzoeken. De dames van dit assurantiekantoor bevestigen nogmaals dat ze na het tonen van
de krantenfoto van deze Afghaan gelijk gezegd hebben: voor 100%, dat is hem! Weer de blik
van het A.C.Z. af, met een leugen naar ons toe. De vraag of er op de plaats delict ook een
patholoog-anatoom geweest werd ontkennend beantwoord. Daar hadden ze niet aan gedacht.
Waarom werden Spencer en Wietze niet geconfronteerd met de verklaring van Ferdi
Brouwer? Jan Verkaik deelde mee dat de tijd niet overeenkwam. Dat is ook een leugen. We
hebben zelf ook met Ferdi en z’n toenmalige vriendin gepraat en de tijd die zij aangaven
kwam dus wel overeen. Waarom werden Spencer en Wietze zo goed begeleid door de
rechercheurs? Zelfs in hun vrije tijd kwamen ze langs bij deze jongens. Bij ons was het net
andersom, evenals bij Afie en Hans. Hier kon Jan Verkaik geen antwoord op geven. Waren
deze grote jongens grotere slachtoffers dan wij waren? En ook Afie raakte toch haar vriendin
kwijt op deze verschrikkelijke manier. Als je dan van Wietze z’n moeder hoort hoe goed de
recherche de jongens heeft opgevangen, dan weet ik wel dat ze daar een hele goede reden
voor hebben. Ik heb haar nog gevraagd hoe haar jongen met deze grote leugen verder moet.
Verder hadden we wel een goed gesprek. Ook zij had een verhaal over haar jongen, die ook
slachtoffer was, zo zei ze. En dat is ook zo. Maar laten ze dan toch eens met de waarheid
komen over wat er is gebeurd en hoe. Dat heb ik haar ook uitgelegd. Wat de reden zou zijn
om de dingen te brengen zoals ze zijn gebracht. En een leugen moet je wel volhouden. Ik heb
uit dit gesprek wel begrepen dat ze van veel dingen niets afwist en dat Peter R. de Vries met
de verklaring van Ferdi Brouwer kwam. Ze wist niet dat dit door het OM bevestigd was. Ik
zei haar nog: je denkt toch niet dat Peter R. zomaar met een verklaring komt, zonder zeker te
weten dat deze is afgelegd bij de recherche. Dat was de eerste week dus al gebeurd. De
afgebrande caravan werd met Jan Verkaik ook weer besproken. Hij kon zich niet herinneren,
zo zei hij, wat hij toen tegen ons had gezegd over wat daarvan de oorzaak was. Zo ging het
dus nu ook weer. Zijn de vragen te gericht, dan weten ze het niet meer, of er wordt omheen
gelogen. Een eerlijk antwoord mogen we niet krijgen.
5 maart
Mieke belde met de mededeling dat er 65 DNA-profielen de deur uit zijn naar het lab. Over 2
à 3 weken uitslag. Het zegt me weinig. Als ze er maar niet eentje uitpikken die ze het in de
schoenen schuiven. Ze zouden dan van een heel groot probleem af zijn en dit onderzoek op
deze manier kunnen rechtvaardigen. Te erg voor woorden dat ik dit durf op te schrijven, maar
als je dit alles met Justitie hebt meegemaakt, de leugens en afleidingsmanoeuvres en alle
ellende die ons is voorgeschoteld, waar dan achteraf niet veel van waar is, dan acht ik degene
die hierin de toen aanvoeren wel toe in staat. Hun eigen eer en glorie staat nu ook onder druk.
Ik heb nu ook een paar mensen benaderd, waarvan we weten ze dat ze ook verklaringen
hebben afgelegd (of geprobeerd dat te doen) die richting A.Z.C. gingen. Ook deze mevrouw
vertelt me dat ze zulke vreemde ervaringen had met de recherche en ook een buurvrouw van
haar had dingen gezien in deze fatale nacht. Maar de recherche ging ook hier weer niet serieus
mee om. Deze dingen worden nu voor ons nagetrokken, door contact met deze mensen te
34
hebben. Het gaat wel erg ver dat je als moeder van Marianne hiermee bezig moet zijn. Maar
ik kan niet anders. Wij als ouders willen de waarheid weten. Wat is er gebeurd? Dit antwoord
zullen we van de recherche nooit krijgen en dan ga jezelf alles proberen te doen om daar
achter te komen. Vanavond ga ik naar een dorpsgenoot waar ook een paar rechercheurs zijn
geweest in het begin van het onderzoek en dingen hebben gezegd, die nu kunnen worden
bevestigd door hem naar deze verslaggever toe, laat ik hem zo maar noemen. Deze meneer
trekt nu verschillende dingen na en is wel meerdere dagen bezig. Het gebeuren van de Afgaan
met z’n valse identiteitsbewijs op 6 mei 1999 dat klopt, het was een identiteitsbewijs van de
gemeente en stond op naam van een Iranees die nu in Groningen woont. Deze Iranees heeft
ook hier In Zwaagwesteinde in een asielzoekershuis gewoond en werd toen begeleid door
mevrouw Berkhof, waar hij nog wel contact mee had. Hij wist te vertellen dat de dochter
mevrouw Berkhof nu in Utrecht studeerde en wel vriendinnen met het vermoorde meisje was
geweest. Deze familie Berkhof had zo erg gehuild toen ze het hoorden van Marianne. Dit alles
vertelde hij en ook dat hij met allerlei brommers bezig was op te knappen en dan te verkopen.
Deze omgeving is hem bekend en hij komt zelf ook nog wel bij dit assurantiekantoor, maar
hoe nu de Afghaan zijn identiteitsbewijs kon gebruiken daar kwam geen antwoord op en daar
maakte hij zich ook niet druk om. De recherche was nooit bij hem geweest om dit na te
trekken, hoe de gezochte Afghaan op deze Iranees z’n identiteitspapieren kan tonen en nu dus
verder op leeft. Maar deze Iranees verzekert wel meerdere brommers bij dit assurantiekantoor.
Hij kwam daar in Groningen als een dubieus persoon naar voren met ook vreemde seksuele
bewoordingen naar derden toe. Het verband tussen de Afghaan en deze Iranees is door
recherche niet nagetrokken. Het is niet te geloven. Als de recherche dit
brommerverzekerinsbewijs had opgevraagd, dan hadden ze gezeten bij wie deze naam hoorde
en dan hadden ze ook kunnen weten dat deze Afghaan wel bij een asielzoekersgezin in
Augustinusga vertoefde en daar meerdere keren is gezien. Ook dit gezin was vlak na de
moord zomaar vertrokken. En dan nog zegt Jan Verkaik tegen ons dat de dames van het
assurantiekantoor de Afghaan niet hadden herkend. Dit is nu voor de 3
35
e
keer nagetrokken en
ze hadden hem voor 100% herkend. Die doordringende ogen, ze keken dwars door je heen en
hij was nogal zenuwachtig en hij gedroeg zich nogal vreemd. Ze hadden nog geprobeerd hem
aan de praat te houden en de recherche gebeld. Maar deze kwam dus niet. Ongelofelijk dat ze
ook weer dit alles hebben laten liggen. En dan zegt Jan Verkaik nog tegen Bauke dat we
vertrouwen in hun moeten hebben. Dat kan toch niet als je nu ook weer dit alles weet.
15 maart
Mieke Huizinga van het OM en Siekina komen bij ons op bezoek. Ze rept er met geen woord
over dat ze een andere functie bij het OM heeft gekregen. Wel vertelde ze dat daar een hoge
functie heeft en zoveel voor ons kan doen, ook omdat ze slachtofferzaken onder haar beheer
heeft. We vroegen haar nu of ze voor ons kon regelen dat er zo nu en dan een of twee
rechercheurs bij ons konden komen kom onze vele vragen de we hebben te bespreken.
Volgens haar zou de Hoofdofficier daar geen toestemming voor geven. Waarom dan niet? Als
een Boris Dietrich ons schrijft dat we als ouders recht hebben om op onze vragen antwoord te
krijgen en dat er een goed contact moet zijn met het met OM, waarom deze contacten dan
afgewezen, waaraan hebben we dit verdiend? Ze gaf nog wel te kennen dat ze wilde proberen
om onze wens om het contact met een rechercheur uit ons team voor elkaar te krijgen, maar
dan moest zij er wel bij zijn. Ik denk dat ze deze gespreken dan in de gaten moet houden van
het OM. Zo gaat het toch al anderhalf jaar. Waarom moesten deze contacten worden
verbroken? Omdat deze rechercheurs vaak te eerlijk tegen ons zijn geweest en onze gerichte
vragen niet konden ontwijken. We kwamen toen dingen te weten die we niet mochten weten
en zo wordt nu Mieke Huizinga naar voren geschoven. Ze heeft twee petten op. Eentje als ze
met de familie praat en eentje in haar functie bij het OM. Ze moet deze schakel aanhouden om
zo de familie in deze verschrikkelijk zaak in de gaten te houden. Wat leeft er bij deze ouders
en wat ontdekken ze in deze grote leugen van het zogenaamde onderzoek naar de daders. Dit
lijkt mij de functie die ze heeft verkregen nu bij het OM. Ook dit is weer te doorzichtig om
erin te geloven. Er zijn de afgelopen tijd meerdere dingen gebeurd, waarin ze er voor ons
nooit is geweest en dan komt het al niet meer geloofwaardig over. De (salaris)pet van het OM
past veel beter. Ze gaf ons ook nog te kennen dat het OM had ingestemd met een reportage
van TV Fryslãn over het verloop van het onderzoek. Mijn vraag is hoe ze het deze keer gaan
brengen. Ze gaan toch niet weer ons kind naar voren brengen op een manier die ze niet
verdiende en niet de waarheid is. Dat is al meerdere keren gebeurd en dat mag niet weer
gebeuren. Toen ik Mieke ermee confronteerde dat ze telefonisch meerdere vragen van ons
met een leugen had beantwoord, was haar reactie dat ze het zo voorgelegd kreeg van het OM,
dus het ook zo moet overbrengen naar ons. Maar Mieke, u weet toch wat hier allemaal is
gebeurd en hoe dit onderzoek is verlopen? Haar antwoord was dat ze niet veel van onze zaak
afwist. En deze mevrouw heeft ons nu anderhalf jaar zogenaamd begeleid en onze vragen
beantwoord, niet te geloven. Het contact duurde deze middag anderhalf uur, toen moest ze
weer weg. Veel te kort en onbevredigend. Dat vond Siekina ook. De reportage van TV
Fryslãn zou eind maart plaatsvinden maar is nu verschoven naar juni. Waarom? Of zou dat
naar aanleiding zijn dat Bauke tegen Mieke zei: als jullie weer zonodig op de tv moeten en wij
krijgen niet de kans om ons verhaal te doen dan halen wij SBS er wel bij, dan zullen ze ook
weten wat wij te weten zijn gekomen, hoe dit onderzoek is verlopen. Na dit veel te korte
bezoek van Mieke van het OM hebben wij tot nu toe niets gehoord en het is nu 15 april. Ik
zou zo graag willen weten dat er toch eens contact kwam met het RBT. Jan Verkaik heeft
Bauke nog wel gebeld over de teruggave van sommige kledingstukken. Dat wilden ze dus
netjes afhandelen. Het is nu Pasen en ik mis Marianne zo erg. Dat gevoel dat je dan hebt, dat
valt niet uit te leggen en dan denk ik zo vaak, moet ik nu de rest van mijn leven op deze
manier verder of zullen er ooit weer wat betere momenten komen? Ik weet het niet. Ik vind
nergens meer iets aan, je kunt nergens meer van genieten. De gedachte aan Marianne, daar
word je ’s morgens mee wakker en daar ben je alle dagen mee bezig. De vraag wat is er nu
precies gebeurd, wat een angst en pijn, hoe lang? Vaak denk ik, dit kan niet, dit is niet
mogelijk dat dit vreselijke met haar is gebeurd. Soms kijk ik ’s nachts uit het raam en denk:
nu moet ze thuiskomen en ik weet, dat zal nooit weer gebeuren. Zal ik ooit antwoord krijgen
hoe deze beesten de kans kregen om haar te pakken. Als zelfs Spencer en Wietze niet de
waarheid vertellen naar ons toe. De recherche weet wel beter, maar een leugen moet je wel
volhouden. Ik zie het zo voor me hoe het straks zal gaan. Ze zeggen dat ze nu nog bezig zijn.
De DNA-onderzoeken die nog lopen lijkt mij een manier van: kijk mensen, zo goed zijn we
bezig en ook nog geloofwaardig proberen over te komen. Een ieder weet wel dat de tips naar
het A.Z.C. gingen en dit alles hebben ze laten liggen in het onderzoek. Dit onderzoek wordt
straks afgesloten met een persbericht hoe goed en gemotiveerd de recherche bezig geweest is
deze dader te pakken. Natuurlijk aandacht voor de ‘blanke man’ (profielschets) en vooral de
blik weer eens af te wenden van het A.Z.C. En dan moet je als ouders beter weten dat ze alles
wat met asielzoekers te maken had hebben laten liggen. Die kant mochten ze toch niet op. Als
Jan Verkaik al tegen Bauke zei dat er gelijk al een rechercheur naar een asielzoeker toe wilde
om hem aan de tand te voelen, maar deze werd gelijk voor hem teruggefloten, want dat kan
niet, dit waren z’n eigen woorden. Wij als ouders weten teveel om nog enig vertrouwen in dit
onderzoek te hebben en ik hoop dat al deze dingen toch eens volledig naar buiten komen.
Maar de tijd schrijdt voort en veel mensen zijn er niet meer mee bezig. Dit is dus voor Justitie
in hun voordeel en zo zal deze verschrikkelijke moord op ons kind alsnog in de doofpot
komen waar al zoveel in zit van onze asielgasten.
36
16 april
Siekina is weer geweest. Mij vraag om graag een contact met de recherche kon ze nog geen
antwoord op geven. Ze had contact gehad met Contant (OM). Vorige week is er vergaderd
met het RBT en nu moet er nog vergaderd worden met de Hoofdofficier. Dat zal wel Den
Hollander wezen. Deze simpele vraag loopt al vanaf januari 2001 en is nog steeds niet
beantwoord. Deze manier van onbegrip en halsstarrigheid is niet doorheen te komen en dan
zegt Jan Verkaik tegen Bauke dat hun als RBT ook niet gelukkig zijn met de gang van zaken
over de contacten met de familie. Dan vraag ik me af, is zo’n RBT dan niet bij machte om
daar verandering in te brengen? We kunnen als ouders wel naar het politiebureau in Bergum
gaan waar het RBT zetelt, maar dat vind ik zo moeilijk sinds ze in Buitenpost op het
politiebureau ons als ouders op een onmenselijke manier hebben geprobeerd ons monddood te
maken. Dat we vooral niet meer informatie omtrent het onderzoek moesten doen en ons
nergens mee moesten bemoeien. Maar zo werkt het nu eenmaal niet als je erachter komt dat
dit onderzoek een grote leugen is. Dan wil je alles wel doen, als dat dan ook openbaar wordt.
Dit onrecht valt niet mee om te gaan. Siekina vroeg me hoe ik met de andere meisjes omging,
of we erover praatten en samen huilden. Ik heb haar gezegd dat we proberen elkaar te sparen
en er niet geregeld over te praten, maar dat ik als moeder feilloos aanvoel hoe bijvoorbeeld
Wilma zich voelt en wat ze denkt als ik haar feliciteer met haar verjaardag op 11 april. En ook
Rennie. Als we Marianne’s graf bezoeken en ik wanhopig zeg, waarom moest dit gebeuren.
Mem, ik ik weet het, ik weet het, dan voelen we beiden hetzelfde. Ook Ineke, die geregeld
bloemen naar het graf brengt: zonder veel woorden wordt er zoveel gezegd. Johan z’n tranen
op zijn trouwdag. Freddie, je voelt het gewoon dat ook hij zonder veel woorden het moeilijk
heeft en zich nu ook weer gaat concentreren op Esther die weer zwanger is. Als het nu maar
goed mag gaan, na hun eerste doodgeboren kindje vorig jaar.
26 april
Vanmiddag komen Mieke Huizinga van het OM en Joop Damstra. Mieke dacht dat Siekina er
ook bij zou zijn, maar dat leek mij niet nodig. Ik schrijf mijn vragen op en hoop op eerlijke
antwoorden. Misschien krijgen we alsnog inzicht waarom alles zo moest lopen. We hadden 11
vragen op papier gezet. We hebben gezegd: als we eerlijke antwoorden krijgen, dan moet het
mogelijk zijn dat we wat vertrouwen terug kunnen krijgen. Damstra gaf eerlijk aan dat de
Irakees in Turkije niet klein en gedrongen was zoals Afie in haar verklaring moet staan. Ook
de andere Irakees niet die ze eerst in Turkije te pakken hadden. Deze beide mannen waren
minstens zo groot als Damstra zelf was.
We kregen nu kledingstukken van Marianne terug. Ineke heeft haar tasje met make-up spullen
meegenomen. De schoenen staan boven en haar kleren zitten in een zak. Ik heb nog niet de
moed gehad ze eruit te halen. Ze zijn wel gereinigd. De onderkleren en het topje waren door
de dader kapotgesneden, die krijgen we niet terug en de jas ook nog niet. Oh, mijn kind, wat
zul je een angst en pijn gehad moeten hebben en hoe lang? Als je daaraan denkt dan kun je
wel ik weet niet wat doen. Maar je doet niks, want het geeft niets meer. Het is gebeurd, er valt
niks terug te draaien. Maar om dit te aanvaarden, dat kunnen we als ouders niet maar we
zullen wel moeten. Het is bijna weer 1 mei, 2 jaar na haar dood. Wat is dit weer ontzettend
moeilijk voor ons allemaal. Er komen weer kaarten en bloemen binnen. We staan niet alleen
in dit onmetelijke grote verdriet. Ik zit ’s nachts 04.00 uur in de kamer. Mei 2001. Het is volle
maan, niet echt donker buiten en denk: Marianne is in zo’n nacht om het leven gebracht. 2
jaar zijn we nu verder, maar de pijn en verdriet van dit vrolijke jonge leven is elke dag bij je.
We staan er ’s ochtends mee op en gaan er ’s avonds mee naar bed. We proberen toch zo goed
mogelijk de dingen weer op te pakken. De caravan wordt weer schoongemaakt en ook daar
gaan we deze zomer weer naartoe. Maar echt genieten van deze dingen, dat gaat niet. Je
vraagt je vaak af of dat ooit weer terug zal komen. Wat heeft deze moord veel slachtoffers
37
gemaakt. Nu zit Tjalling overspannen thuis. Weer een nasleep van alle ellende die zijn gezin
heeft getroffen. Een schoonzoon die nooit iemand kwaad zou doen, plichtsgetrouw is en ook
z’n DNA moest afgeven, want de recherche was heel selectief te werk gegaan, zo werd
gezegd. Te gek voor woorden.
16 mei
Mieke belde voor een nieuwe afspraak. Dat werd nu de 28
38
e
mei. Dat is dus niet over 4, maar
over 5 weken. Dat weekje is dus voor hun weer meegenomen. Afspraak is dus weer geen
afspraak. Afie is benaderd door het RBT. Ze wilden nog eens met haar praten. Jan Verkaik en
Damstra. Dat zal dan wel over haar verklaring gaan over de Irakees Alie Hasan. Klein en
gedrongen met een bierbuikje, maar hier zijn meerdere mensen die deze persoon zo schetsen.
Het bezoek van Jan Verkaik en Damstra aan Afie diende, zo ze zeiden, dat ze het jammer
vonden, dat ze het zo verkeerd was gegaan en ze wilden haar nu alsnog bijstaan en porberen
te helpen. Volgens Afie was Bauke van der Heide een van de rechercheurs die zo wreed met
haar zijn omgegaan. Dan zou hij ook z’n excuses moeten aanbieden, maar dat gebeurt dus
niet. Damstra wist ons ook te vertellen dat ze het nog nooit hadden meegemaakt dat de familie
zich met het onderzoek bemoeide en dat er tips door derden werden nagetrokken. Dit was
voor hen dus nieuw en daar hadden ze nu ook fouten in gemaakt, maar daar konden ze nu van
leren. Daar hebben wij dus niets meer aan na 2 jaar ellende met recherche en Justitie. Ze
wilden nu toch weer proberen om de contacten beter te laten verlopen en daar hoort
eerlijkheid ook bij. De 11 vragen die ik nu op papier had staan, heeft Damstra geprobeerd te
beantwoorden. Ook weer op papier. Vraag 3, over de Irakees in Turkije, komt wederom geen
antwoord op. Hij vertelt ons hoe deze Alie Hasan hier aan zijn klachten geholpen dacht te
worden en dat hij dezelfde dag teruggekeerd was naar Turkije. Maar dit was geen antwoord
op mijn vraag. De volgende keer kom ik hier op terug en zo ging het weer met meerdere
vragen. Antwoorden waar we niets mee kunnen. De volgende 12 vragen zijn nu na het 2
bezoek op 28 mei weer meegenomen.
5 juni
Ypie de Bruin komt hier met de mededeling dat er geregeld een jongeman op het kerkhof
komt. Minstens eenmaal in de maand. Hij gedraagt zich vreemd en gaat dan naar Marianne’s
graf. Nu zag De Bruin hem weer vanaf het station weer deze kant oplopen en dacht: hij gaat
weer naar het kerkhof. Wilma was erbij, we schrokken enorm en hebben de recherche gebeld
en gezegd: jullie moeten direct komen, want hij komt er nu weer aan. Wilma en ik zijn naar
Marianne’s graf gegaan. Daar stond een bloemstuk van ene Peter Hofman, die deze persoon
bleek te zijn. Dit bloemstuk is vrijdag 1 juni gekocht bij Boersma en door deze persoon naar
het graf gebracht. Dinsdag 5 mei was hij hier dus alweer. Deze man is ook een keer bij ons
geweest en zei ons dat hij de dader wilde pakken en verder kwam er niet veel zinnigs uit. De
recherche heeft hem nu meegenomen voor DNA-onderzoek. Je weet maar nooit, met deze
vreemde figuren. Boersma, waar de bloemen waren gekocht, gebeld. Daar had hij hele
verhalen afgestoken en wist veel te vertellen, wat hij allemaal van internet heeft. Volgens De
Bruin komt ie uit Nijmegen. Nu heeft een medewerkster van Boersma z’n adres gevraag en
opgeschreven vanaf z’n identiteitskaart. Afie krijgt nu 6 juni een brief van de persoon met een
paar gedichten, want, zoals ie beweerde, wilde hij Marianne’s vriendin bijstaan en helpen. Dit
dient dus nergens voor en laat hem nu Afie met rust laten. Zondag 3 juni is er weer door Peter
R. de Vries aandacht aan onze zaak besteed. Een kort gesprek met Bauke in het weiland te
Veenklooster. We hopen dat er mensen zijn die alsnog dingen hebben gezien in die fatale
nacht en dit nu aan Peter R. doorgeven. We hopen zo dat er eens meer duidelijkheid mag
komen. Er zijn zoveel vragen waar we via de recherche geen antwoord op krijgen. Nu, na
twee jaar, gaan ze nog eens een verklaring laten afleggen door de dames van het
e
assurantiekantoor te Augustinusga. Wij als ouders wisten Damstra al meer te vertellen over de
Afghaan met het valse identiteitsbewijs van 6 mei, dan wat de recherche wist. Want ook daar
hadden ze weer niet mee gedaan, terwijl ze zelf deze Afghaan op de politietelex hadden staan.
En nu na twee jaar, omdat de familie het wil, gaan ze dit zogenaamd natrekken. Deze dames
mochten nu, na twee jaar, alsnog een verklaring afleggen. Niet dat de recherche deze Afghaan
Akbari belangrijk vonden, maar de familie wel. Dat deze dames alsnog hun dingen kunnen
zeggen. Jan Verkaik en Damstra zijn bij Afie geweest. De verklaring van Wietze en Spencer
is ook over gesproken. Wij als ouders hebben altijd gezegd: ze heeft er niet zelf voor gekozen
om alleen verder te gaan. Ze had het nooit gedurfd, er is nooit naar haar geluisterd. Na twee
jaar bespreekt Verkaik dit met Afie en vraagt haar: zou het ook zo geweest kunnen zijn. Want
waarom Marianne haar laatste woorden tegen Spencer en Wietze. Als mij wat overkomt dan
is het jullie schuld. Hierbij trekt hij nu zelf tegenover Afie deze eerste verklaring in twijfel en
probeert nu met Damstra haar vertrouwen terug te winnen. Hij wil nu ook wel bekennen dat
ze ook met Afie verkeerd zijn omgegaan dat er door deze handelswijze fouten zijn gemaakt,
maar Jan Woelinga en Bauke van der Heide waren de rechercheurs die deze fouten hebben
gemaakt. Hadden deze mannen nu niet bij dit gezin moeten komen om hun excuses aan te
bieden? Wij als ouders hebben altijd gezegd: Marianne heeft er zelf niet voor gekozen om
alleen verder te fietsen, dat had ze nooit gedurfd. Er zijn andere dingen gebeurd en nu na twee
jaar komt Jan Verkaik bij Afie en vraagt haar of het ook op een andere manier gebeurd zou
kunnen zijn. Hij deed een suggestie die wel in z’n straatje paste, maar ik blijf er bij dat
richting Spencer en Wietze richting asielzoekers en daar moet de recherche toch ten kosten
van omheen werken. Waarom zijn er op de fiets geen vingerafdrukken gevonden, heeft ze ooit
wel op deze fiets gezeten? Waarom werd er gezegd, toen we vroegen naar een schoenafdruk
in slootswal in 1999, dat deze er niet was in verband met de mossige ondergrond en het hoge
gras. In december 1999 kreeg Bauke na lange tijd het beeld weer voor ogen hoe hij Marianne
aantrof in het weiland. Toen kwam de vraag: is zij daar wel vermoord? Het gras stond recht
overeind om haar heen en ook Verkaik heeft ons gezegd dat er geen worstelsporen waren.
Toen we deze vraag aan de recherche stelden, was er ineens wel een schoenafdruk in de
onderwal van de sloot. Na twee jaar wilde Verkaik Bauke zelfs een ander beeld geven hoe hij
haar had aangetroffen in het weiland. Waarom komt hij daar na twee jaar nog mee. Daar is
wel vaker over gesproken en toen werd er niets van gezegd. Dit beeld staat toch in deze vader
z’n geheugen gegrift, daar raakt hij nooit meer kwijt. En zo gaat het vaak. Als we met gerichte
vragen komen worden de dingen die er eerst werden gezegd weer anders gebracht. TV
Fryslăn wil een uitzending maken met het OM en recherche over de gang van zaken van dit
onderzoek en wel op 24 juni. Gerard van der Veer benadert ook ons en komt hier een avond
om onze kant te horen. Onze woordvoerders zijn er ook bij. We vragen hem wat de bedoeling
hiervan is. Het wordt een uitzending van een half uur. Een paar mensen van het OM en
rechercheurs. Op de opmerking van ons dat we dan ook de dingen die we naar buiten willen
brengen wel worden uitgezonden. Daar kan hij ons geen belofte over doen. Dan wilden we
Peter R. de Vries er graag bij, maar dit wilde Van der Veer niet, dus deden we niet mee. De
titel was: ‘In nacht fan 800 dagen’. Het programma was wel goed te noemen, de rechercheurs
die aan het woord kwamen waren geëmotioneerd en ik geloof ook wel dat deze mensen zich
100% hebben ingezet om deze moord op te lossen. Alleen het OM beslist en gaf aan wat ze
moesten laten liggen in dit onderzoek. Deze rechercheurs, die buiten de leiding van het RBT
om werken, hebben ook niet alles geweten wat de tips en dergelijke aangaat. Anders waren
deze mensen, die toch twee jaar met dit onderzoek bezig zijn, ook wel naar links gegaan en
hadden dit alles niet laten liggen. Tijdens de gesprekken met Damstra merken we wel dat ook
deze rechercheur niet van alles op de hoogte is. De uitspraak van Roelof de Graaf in dit
programma brengt nogal wat teweeg. Dat gaat over de gearresteerde Irakees in Turkije, die al
geen verdachte meer zou zijn toen hij werd opgepakt. Maar dit was onder druk van de
39
publieke opinie. De Graaf heeft nu eens de waarheid gezegd. Deze Irakees was niet dezelfde
die ’s middags bij het groepje liep en die gezocht werd. Dit stukje toneel in Turkije diende
wel degelijk ergens voor, om dus de mensen een rad voor ogen te draaien. Hier is de
verdachte Irakees en het is niet de dader. Ten Kate zei in september 1999 al tegen ons dat
deze verdachte Irakees niet de dader kon zijn omdat hij in het westen van het land was
geweest en dat moest kloppen. Den Haag valt het OM aan vanwege deze uitspraak. Korthals
komt met een uitspraak dat de Irakees voor de nacht geen alibi had. Dus: De Graaf z’n
uitspraken worden gerechtvaardigd. Dit soort mensen spelen elkaar de bal wel toe, maar het
hier niet om de Irakees gaat die als verdachte werd gezien door de recherche dat komt niet aan
de orde. Zo werd het wel gebracht, maar het zijn wel twee verschillende personen. De derde
afspraak met Damstra en Mieke is 19 juli. Weer geen antwoorden waar we iets aan hebben.
De vragen worden met een nietszeggend verhaaltje afgehandeld en zo proberen ze ons
tevreden te stellen. We geven aan dat ze nu de Panorama maar eens moesten lezen. Deze heeft
persoonlijk vele dingen uitgezocht waar Damstra duidelijk geen weet van had. Deze kregen ze
nu van ons mee om deze bevindingen van deze verslaggever te kopiëren. Daar was Mieke
zeer in geïnteresseerd. Dit bezoek was voor ons de laatste en dat hebben we ook gezegd. Ik
ben ook volledig die middag door het lint gegaan en totaal overstuur tegen Damstra gezegd
dat ik niet kan begrijpen dat mijn dochter, die op zo’n vreselijke manier is misbruikt en om
het leven is gebracht geen recht krijgt op een eerlijk onderzoek naar deze onmensen die dit
hebben gedaan en dat we niet meer antwoord krijgen op wat er gebeurd is en hoe. Deze
antwoorden zijn er wel maar krijgen we niet omdat er belangen zijn die zwaarder wegen dan
de oplossing. Ik had gehoopt dat Damstra wat eerlijker zou zijn en dat we met deze
gesprekken eens konden uitleggen hoe we dit alles met de recherche en OM hebben ervaren.
Wat onze gevoelens, die zo dikwijls diep zijn gekrenkt, met ons allen hebben gedaan.
Gesprekken waar we ook deze ervaringen konden bespreken. Maar nee, het moet van hun
kant afstandelijk blijven en zakelijk. En mocht Damstra toch eens enigszins de andere kant
opgaan dan greep Mieke wel in. Daarvoor moest zij toch ook beslist hierbij aanwezig zijn.
Haar rol in dit hele gebeuren is me wel zeer duidelijk. Een van onze kinderen zei gelijk al,
toen Mieke vanuit het OM naar voren kwam in augustus 1999, dit is het ‘paard van Troje’ en
daar zijn we inderdaad wel achter gekomen. Ik had nog vragen ingediend deze keer en belde
Damstra of ik deze nog beantwoord kreeg. Ja natuurlijk, Mieke zou nog een nieuwe afspraak
maken, maar dat willen we niet meer. We komen er niks verder mee en van de eerlijkheid
waarop we gehoopt hadden is geen sprake, dus als u toestemming krijgt breng dan deze
laatste antwoorden maar bij ons, maar deze worden wel per post gestuurd. Wat nu? Ik weet
het niet meer. Er wordt met ons een spel gespeeld en we mogen geen antwoorden krijgen op
onze brandende vragen. Moeten we hiermee nu verder? Dat is toch niet te doen. De leugens
waar dit RBT en Spencer en Wietze mee zijn begonnen, die moeten ze wel volhouden. Ook
dit heb ik tegen Damstra gezegd en wat al niet meer. Je voelt je zo vaak machteloos en aan
hun is de macht, die wordt gebruikt. De leugen regeert in dit politieke zogenaamde onderzoek
naar deze moord. Beseffen dit soort mensen dan niet dat dit vrolijke jonge meisje het leven
ook zo mooi vond en ervan genoot, dat er zoveel mensen zijn die van haar hielden en nu in
die bodemloze put zitten met hun verdriet en wanhoop, omdat ze haar zo missen dat we bij
alles wat we doen aan haar moeten denken, haar vrolijke uitstraling waar we zo van hielden.
Dan mag je je toch niet laten leiden in dit onderzoek door de belangen die zwaarder wegen
dan het oplossen van dit misdrijf en geef ons antwoord op de vragen die voor ons van
overlevingsbelang zijn. De antwoorden zijn er! Maar zullen we ze ooit krijgen? Er komt een
brief waarop alleen met initialen is ondertekend. Deze vertelt ons dat hij of zij met de
wintersportvakantie een meneer van het OM uit Leeuwarden heeft ontmoet en mee in gesprek
is geweest. Deze persoon raakte onder het genot van een pilsje gefrustreerd en begon te
vertellen over dit onderzoek. De Irakees in Turkije: dat was inderdaad een spelletje geweest,
40
dat zo werd gespeeld. U denkt toch niet dat deze crimineel hem zo makkelijk laat pakken en
dan ook nog zo’n medewerking geeft. De DNA die ze zo lukraak op de burgermensen doen,
diende om onze burgers zand in de ogen te strooien. Ze moeten toch iets doen om
geloofwaardig over te komen, maar ook hier komen we niet verder mee. Ze schrijven
anoniem en zijn bang voor de gevolgen als ze hun naam prijsgeven. Zal zo nu toch nog alles
in de doofpot blijven zitten? En het leven gaat verder, ieder gaat weer z’n gewone gang, maar
wij als familie blijven zitten met onze vragen en moeten zo elke dag proberen ook hiermee
om te gaan.
6 september hebben we weer een gesprek met Peter R. de Vries en onze woordvoerders. Dit
zal hoofdzakelijk gaan over z’n nieuwe programma bij SBS. De hoop dat Peter nog wat kan
blijven doen blijven we behouden, maar het is voor hem ook moeilijk, omdat de asielzoekers
er bij betrokken zijn. ‘Dat vergt extra voorzichtigheid’ en ook dit zal waar het mogelijk is
worden ingebouwd door de hogere heren van de regering denk ik, maar de waarheid weet ik
hier niet van.
We horen noch van de recherche, noch van het OM iets. Ze zwijgen in alle talen. Ook een
manier om met deze situatie om te gaan. Volgens mijn laatste gesprek met Damstra (28
augustus) gingen ze nog door met het onderzoek met een paar man. Ze doen maar. Onze hoop
op een oplossing is al lang vervlogen, daar weten we teveel voor, om nog ergens in de
geloven van deze justitiële kant. Wat we dachten wat altijd ons recht was, daar hebben we
altijd in geloofd, dat we hier in Nederland goed zaten met onze politie en justitie, ons
rechtssysteem. Maar nu we op de meest verschrikkelijk manier ermee te maken krijgen, kom
je tot de ontstellende conclusie, dat dit recht er niet meer is en dat wij en vele anderen nergens
meer op hoeven te rekenen. Ook dit stukje zekerheid in ons leven is ons afgepakt en vele
mensen met ons die dit drama van dichtbij hebben meegemaakt.
De dagen worden weer donkerder. De lange winter staat weer voor de deur. Ik zie er nu al
tegenop. Ik wil proberen om er te zijn, voor de andere kinderen, hen helpen door op de
kleinkinderen te passen, als dat nodig is, om zo weer wat inhoud aan ons leven te geven. Ook
dit gaat moeilijk, maar wat is niet moeilijk.
Lieve Marianne, we missen je zo!
41
Tot op dit moment was de overweging om het dagboek van Maaike Terpstra (Vaatstra) niet te publiceren er een waarbij voornamelijk rekening werd gehouden met haar persoonlijke wens. De opstelling van een aantal belangrijke partijen binnen de alternatieve media is er een geweest van een afweging tussen haar en het algemeen belang. Dat is lastig geweest omdat de moeder van Marianne, die het dagboek schreef, niet bereikbaar is voor persoonlijk commentaar. De reden daarvan is, zo is de algehele consensus op basis van betrouwbare informatie, omdat ze door haar familie, het OM en haar advocaat erg onder druk is gezet. Haar dagboek bevat belastende informatie omtrent de werkwijze van politie en justitie in het onderzoek naar de moord op haar dochter in mei 1999. In de mainstream media wordt nu verteld dat het dagboek door Maaike zou zijn uitgeleend aan haar beste vriendin die het gelekt zou hebben. Dat is onwaar. Iemand anders die we niet bekendmaken, heeft het handgeschreven werk al veel eerder, en wel vijf jaar jaar geleden, van Maaike gekregen. Dat is dus iets heel anders dan wat de media ervan maken: “even ter inzage uitgeleend”. Weer iemand anders, ook bekend bij ons, heeft het ruim een jaar geleden in een Word dokument ingetypt om het vervolgens te laten controleren door iemand die wij persoonlijk ook goed kennen. Het is daarom dat wij hebben kunnen verifiëren dat wij de juiste versie van het dagboek in ons bezit hebben.
1 mei 1999
Ik word ‘s morgen om ongeveer 8.00 uur wakker en ga naar beneden. Het eerst wat ik altijd
doe – als Marianne de avond vantevoren op stap is geweest – is kijken of haar schoenen in de
keuken staan en haar jas aan de kapstok hangt. Tot mijn grote schrik is dit nu niet het geval. Ik
ren naar de vliering, naar haar kamer, maar daar is ze niet. De schrik slaat mij om het hart. Dit
is nog nooit eerder gebeurd. Ik bel een paar vriendinnen, waarvan ik denk dat die ook naar de
Paradiso Bar in Kollum zijn geweest. Zij weten van niets.
Mijn man (Bauke) komt naar beneden en belt naar haar vriend Spencer in Buitenpost en die
zegt: ‘We hebben een fiets voor haar gecharterd, waarop ze naar huis is gegaan’.
Een fiets, hoe kan dat nou? Spencer zou toch de taxi voor haar betalen, dat beloofde hij haar
en daar was ik als moeder bij. Waarom is dit niet gebeurd? Ze kwam altijd veilig thuis. Ze
was nog nooit op de fiets bij donker naar een bar geweest en ze had dit nooit gedurfd.
M’n man is daarna gaan zoeken en ook haar vriend Spencer en haar vriendin Afie met haar
vriend Hansje.
Ik was radeloos en heb de politie gebeld. De politie zei: ‘Mevrouw zullen we eerst nog maar
even afwachten’. ‘Nee, nee dat kan niet, er moet wat gebeurd zijn want Marianne is nog nooit
zomaar weggebleven’.
De politie kwam en vroeg een foto van haar. Met trillende handen kwam er een pasfoto uit
mijn beurs. Wat er dan door je heen gaat; laat er toch niks ergs gebeurd zijn. Ik wist niet waar
ik het zoeken moest.
Haar vader zocht eerst in de verkeerde richting en is toen naar de Kéningswei in Veenklooster
gegaan.
Afie en Hans waren daar ook. Afie belde met haar mobiele telefoon naar Spencer en vroeg:
‘Waar zijn jullie’. Zij waren aan het zoeken achter het Paradyske. ‘Wat moet je daar? Daar
zou ze toch niet langs zijn gegaan’.
Afie vroeg nog: ‘Waar zijn jullie uit elkaar gegaan’. Spencer antwoordde: ‘Bij het tunneltje’.
Vreemd dat hij dan in een andere richting zocht. Richting A.Z.C.
Er stond een fiets in de droge sloot. Ze zijn het weiland ingegaan en daar vindt een vader z’n
dochter ontkleed en dood. Onbeschrijflijk wat moet er daar door m’n man heen zijn gegaan en
ook haar vriendin met vriend en Jittie. Spencer komt er ook bij en hij riep: ‘Dit is mijn
schuld’.
Een vader komt verslagen thuis en samen hebben we gehuild tot we geen tranen meer over
hadden. Onze vrolijke en levenslustige dochter om het leven gebracht. Op zo’n beestachtige
manier. Hoe kom je hier door? Ik heb geschreeuwd: ‘Dat kan ik niet en ik wil niet meer’.
Maar je kunt geen kant op. Je hebt geen keuze.
De huisarts kwam en hij zat ook verslagen bij ons en zie direct: ‘Dit is geen westerse moord’.
Onze andere kinderen kwamen ook thuis. Met elkaar gehuild, getracht elkaar te troosten.
Maar hoe? Iedereen had het zo ontzettend moeilijk.
‘Us Marianne’, ze werd 12 jaar na onze jongste zoon geboren. Wat waren de grote zussen blij
toen ik hun vertelde dat ze nog een zusje of broertje kregen. We hadden, toen gezien mijn
leeftijd, de keuze om ook te kiezen voor een abortus. Maar nee, we hebben er geen moment
aan gedacht om zoiets te doen. We hadden vijf gezonde kinderen en ik koos nu ook voor dit
zesde kind.
Maar in de nacht van 1 mei werd er voor ons gekozen, door een monster, iemand die je geen
mens mag nomen.
Dit jonge leven, ons allen zoveel waard, werd bij ons weggescheurd. Nog zoveel
toekomstplannen en dromen. Een nieuwe school, haar werk bij de Poi-Mar, ze zag het
allemaal met energie en levenslust tegemoet. Voorbij voor altijd. Je bent verslagen.
De bode komt, er moeten direct dingen geregeld worden. Spencer komt ook met z’n ouders.
We horen zijn verhaal aan en vragen hem hoe zij op die fiets terecht. Ze had nooit alleen
gedurfd.
Emoties spelen dan een grote rol. Ik zei nog tegen Spencer: ‘Ik neem jou niks kwalijk’. Toen
hij echter buiten stond, dacht ik: ‘Wat niet kwalijk nemen. Natuurlijk wel, ik neem het je
kwalijk. Hij zou toch een taxi voor haar regelen. Dat had hij beloofd. Waarom in Gods naam
hield hij zich daar niet aan? Via bankafschriften kwamen we er achter dat Marianne slechts
f 25,- had gepind, dus had ze er op gerekend dat Spencer z’n belofte zou nakomen. En dat
mag toch ook wel als je 3 maanden met elkaar gaat.
M’n man vroeg hem nog: ‘Hoe zijn jullie uit de Paradiso Bar weggegaan.’ Hij antwoordde:
‘Wij gingen weg (dat waren Spencer en zijn vriend) en Marianne liep ons achterna’.
Ja, nogal logisch, als je op je vriend rekent en je hebt zelf niet genoeg geld bij je. Dit is voor
mij de eerste aanleiding tot haar dood. Verschrikkelijk bitter, dat het zo moest lopen. Je leeft
de eerste tijd in een roes en toch gaat niets aan je voorbij. Onze telefoon werd doorgeschakeld
naar ode G.S.M. van onze zoon Freddy, zodat wij niet hoefden op te nemen. Freddy regelt
verder alles voor ons en heeft het daar ontzettend druk mee.
De recherche komt en vraagt of ze onze telefoon mochten laten afluisteren. Dat was wel goed.
Familie kwam en ging, men wist vaak niet wat men moest zeggen. Nee, woorden zijn er niet.
Mijn man moet op 2 mei ’s middags in Buitenpost komen, waar inmiddels een R.B.T. is
gevormd. Hij moest een verklaring afleggen.
Hij wees hun direct naar het A.Z.C., want Marianne was enige weken voor de moord door een
groepje asielzoekers bedreigd. Deze mannen drongen zich aan haar op en toen zij duidelijk te
kennen gaf dat ze daar niet van gediend was, bedreigden ze haar met een snijgebaar langs de
hals. Bovendien zeiden ze: ‘We krijgen je nog wel’.
Is het dan vreemd dat je die kant opwijst? Het R.B.T. wilde alles weten wat je als ouders maar
kunt vertellen. Maar die bedreiging van die asielzoekers, het leek ons, dat ze die kant direct op
moesten. Tot onze teleurstelling gingen ze die kant niet op, dat wilden ze niet eens. Altijd
tegen ons zeggen: ‘ jullie moeten alles zeggen, een domme tip is er niet’.
De goeie tips lieten ze liggen, daar zijn we dankzij ons eigen speurwerk, met medewerking
van anderen, wel achter gekomen. De eerste dagen gebeurde er ontzettend veel.
Ik heb gevraagd: ‘Waar is mijn kind?’ Eerst was ze in het ziekenhuis en daarna moest naar
Rijswijk voor onderzoek. Je wilt wel naar haar toe, maar dat kan niet, tot het moment dat ze
hier in Zwaagwesteinde in de aula kwam.
Wat een enorm moeilijke gang om daar heen te gaan. Naar je kind, ze was zo mooi, maar zo
koud. Je kust haar koude voorhoofd en huilt bittere tranen. Je moet haar weer achterlaten,
alleen in de koude koelcel van de aula.
De begrafenis moest worden geregeld. We wilden het laatste wat we voor haar konden doen,
ook goed doen.
Ds. Elverdink uit Kollumerzwaag leidde de dienst, waarvan ik een paar woorden (die met
klem werden gebracht) heb onthouden en dat zijn: ‘ga door’ en ‘waarom’.
Ik heb er zelfs van gedroomd. Werd wakker, ging uit mijn bed en dacht: ‘ja, je moet
doorgaan. Je hebt je man nog en de andere kinderen. En die hebben het ook zo moeilijk. We
moeten er voor elkaar zijn’.
‘Het waarom’, krijgen we daar ooit een antwoord op?
Dan komt de stille toch. Zinloos geweld, ik geloof niet dat het ooit zal stoppen. Was het maar
waar!
Toespraken bij het winkelcentrum. Ook haar vader leest een gedicht voor. Indrukwekkend! Ik
ben thuis gebleven, maar heb de massa mensen voorbij zien lopen. Witte ballonnen worden
losgelaten en kiezen de ruimte.
’s Avonds waren we bij elkaar in Zorgcentrum Brugchelencamp. Er dreven witte ballonnen in
de vijver. Mijn gedachten gingen naar Marianne. Zo’n indrukwekkende stille tocht voor haar.
2
En alles was in overleg met ons perfect geregeld.
Wij hadden echter zo graag gewild dat de stille tocht niet nodig was geweest.
In de donkere avonduren werden we in een politiebusje naar het winkelcentrum gebracht.
Daar lagen alle bloemen die de mensen daar hadden neergelegd. Kaarsen branden en er
stonden vier grote foto’s van onze Marianne. Ze lachte naar ons. Dat moment was zo intens
en ik ben dan ook in tranen uitgebarsten. Ik was er niet op voorbereid en zal ook dat beeld
altijd voor ogen houden.
Ik weet nog dat ik dacht: ‘Nu sta ik hier, maar jij ligt daar een paar straten verderop, op het
kerkhof. Wat ben jij hier ’s avonds in het centrum vaak geweest met de jeugd. Dit komt nooit
weer. Zal ik het ooit kunnen accepteren – nee dat kan niet – dat jou leven zo moest eindigen’.
Afgelopen winter zei ze nog: ‘Mem moet meer lachen, want het leven is toch mooi en mem
moet niet zo bezorgd om mij zijn, want ik kan wel mijzelf passen’.
Je ging ook altijd met de taxi vanuit de bar naar huis, nooit op de fiets. Door de schuld van
Spencer had je geen keus. Je had het nooit gedurfd. En wij vragen ons steeds af, heb je wel
ooit op die fiets gezeten. Voor ons is het niet gegaan, zoals het door de recherche gebracht is,
de reden hiervoor is, dat vanwege de asielzoekers deze moord in de doofpot van Kollum
gestopt moet worden.
Voor de eerste keer weer naar buiten. Een klein blokje om wandelen, dat is een overwinning.
Zondags met dochter Wilma een wandeling om Brugchelencamp. Halverwege had ik het
gevoel dat ik in elkaar zou zakken. Doorzetten is het parool, het is gelukt. Ik had nooit
gedacht dat alles weer een overwinning zou zijn.
De eerste keer naar de slager, naar de winkels, zelfs in de auto, moet de nodige angst
overwonnen worden. Ik draai weer was in de wasmachine, er komen nog kledingstukken van
Marianne uit. Nooit weer! Je begint eindelijk toch ook weer wat eten klaar te maken, het
smaakt niet, met ‘afgrijzen’ begin je wat te eten. Ook de plaats aan tafel blijft leeg.
Als ik naar bed ga, kijk ik naar boven, naar de vliering waar Marianne haar kamer is. O, wat
zou ik toch graag willen dat ze daar vandaan weer tevoorschijn kwam. Maar nee, deze boze
droom is echt. Ik kan dit niet aanvaarden! Wanneer wel? Dit is toch niet te aanvaarden!
Ik heb toch altijd geprobeerd goed op haar te passen en haar te begeleiden. We konden ook
goede gesprekken hebben met z’n beiden. De pubertijd was een lastige periode, maar die had
ze achter de rug. En dan nu: haar vriend die z’n belofte niet na kwam. De eerste aanleiding tot
haar dood. Oh, wat haat ik deze Spencer en ook Wietze, die er bij was. Haar verliefdheid op
deze waardeloze vent is haar dood geworden.
Femmie, onze hond, gaat ook verschillende keren naar de vliering en zit dan voor de dichte
deur te wachten. Hij mocht wel eens bij Marianne op bed slapen. Het arme dier, hij het niet
weten. Femmie komt terug, kijkt mij aan, alsof hij wil vragen, waar is ze toch?
De deur blijft dicht, telkens dicht, de pijn trekt door je hen. Je moet door, maar hoe? Zal er
ooit een tijd komen dat ik nog kan genieten? Ik weet het niet? De tijd gaat door. Je begrijpt
het niet. Je ziet de auto’s weer rijden als je door het raam naar buiten kijkt. Ja, het leen gaat
door, maar dat kun je nog niet begrijpen.
Vanaf 1 mei waren er twee asielzoekers verdwenen.
Twee rechercheurs komen elke week een keer bij ons op bezoek. Onze kinderen en onze
begeleiders, Oene en Piet, zijn er meestal ook bij. Ze brengen ons (voor zover het onderzoek
het toelaat) op de hoogte.
Onze vragen omtrent de twee verdwenen asielzoekers waren voor hun niet interessant. Op
onze vraag: ‘Wat doen jullie daarmee’, konden ze niets vertellen. Ook kregen we geen
antwoord op de vraag: ‘Waarom niet?’
Henk Heyman en Jouke Knevelman waren eerst onze contactpersonen.
Jan Verkaik kwam langs om ons uit te leggen hoe het D.N.A. werkte. Hij deed dit heel
uitvoerig, het duurde langer dan een uur. Ik werd er misselijk van. Je krijgt te horen wat er
3
met je kind is gebeurd. Vastgebonden, de kleren van haar lijf gesneden. Je gaat weer door een
hel en denkt: ‘Wie dit op z’n geweten heeft, die moet worden gepakt’.
Dan kom je er achter dat ze het A.Z.C.-Kollum in hun onderzoek links laten liggen. De
minimale dingen die ze wel deden, stelden niks voor. Er komt in de krant dat er dezelfde
nacht van de moord op Marianne een meisje is verkracht in Kollum. In Kollum weten de
mensen van niets, maar wij kwamen er achter dat het een asielzoeker uit de Poelpleats was,
die dit had gedaan. En dan ook nog één uit het bekende groepje, dat al langer dan twee jaar de
jonge meisjes lastig viel en die Marianne ook hebben bedreigd.
Jan Verkaik stelden we de vraag: ‘Wie dit was’. Hierop had Verkaik een zoetsappig verhaal
dat in het geheel niet klopte. Deze dader werd alleen maar overgeplaatst naar Helmond. Je
vraagt je wel eens ad, waar is het recht hier in Nederland. Na weken van aandringen van onze
kant, dat ze toch de asielzoekers mee moeten nemen in hun onderzoek (omdat we daar alle
redenen voor hadden), werden ze boos als we weer naar die verdwenen asielzoekers vroegen.
Het werd Henk Heyman en Jouke Knevelman teveel om ons te bezoeken. Jan Verkaik zou het
overnemen, hij dacht onze gerichte vragen beter te kunnen ontwijken.
Lieve Marianne, hoe moeten we verder zonder jou stralende lach, jouw levenslust.
Lieve kind, je vertelde me nog toen de lente begon dat je zo’n zin had in het mooie weer. Er
kwam een mooie, warme zomer! Waarom net nu! Jij kan er niet meer van genieten, wat moet
ik daar vaak aan denken. Je had zin in de nieuwe school, vertelde je mij. Nieuwe vriendinnen
maken en lekker naar de stad. Ik dacht nog, dan kun je ook wel eens bij je zus Rennie die in
Leeuwarden woont, overnachten. Het mag niet zo zijn.. Wat haat ik toch de daders, die jou
dood op hun geweten hebben en dan krijg je ook niet eens een rechtvaardig onderzoek om
deze daders te pakken. Ik zie je nog thuiskomen, na een avondje uit naar de Ringo Bar. Jan en
Gretha waren bij ons op bezoek. Je zei toen met een brede lach: ‘Ik ben verliefd’. Dat was op
Spencer. Was dat maar nooit zo geweest, want het is je dood geworden. Een waardeloze vent,
die z’n belofte niet nakwam en die je nog wel had beloofd dat hij voortaan eerlijk tegen jou
zou zijn en niet meer zou liegen. Dit heb je geloofd, anders had je zelf wel meer geld gepind
voor de taxi.
We zijn inmiddels verhuisd, een straat vanaf de plek waar ons kind op het kerkhof ligt. Als ik
’s avonds naar bed ga, kijk ik naar de hoge bomen waar jouw jonge leven ligt. De
kerkklokken hoor ik hier vandaan veel duidelijker dan voorheen. Ik krijg dan het gevoel dat je
me roept. Wat moet je een angst en pijn hebben doorstaan. Heb je nog om je ouders
geroepen? Had ik je maar kunnen helpen. Ik zou mij voor jou hebben doodgevochten, om jou
jonge leven te beschermen.
Maar... wat er voor ons overblijft om te vechten is voor het recht. Deze dader(s) moeten
worden gepakt en wij als familie moeten weten wat er precies is gebeurd. Hoe is het allemaal
gebeurd? Dat dit onderzoek naar de dader(s) één grote leugen is, dat denk ik voor de volle
honderd procent.
Jan Verkaik nam dus de contacten met ons over van de twee andere rechercheurs. Mijn man
had een heel gerichte vraag voor hem, maar kreeg niet de gelegenheid om die te stellen. De
derde keer zei mijn man: ‘Nu bent u stil en stel ik mijn vraag’. Zijn antwoord was: ‘Krijgen
jullie daar Marianne mee terug’. Nee, dat wisten we, maar ik vecht wel voor het recht, waar
mijn kind nog recht op heeft.
Verkaik had nog nooit zulke ouders meegemaakt. Ouders, die er zo mee omgingen als wij.
‘We moesten met het verlies van onze dochter bezig zijn en niet beginnen te rechercheren’. Ik
zat verslagen op de bank na deze woorden en dacht: ‘Wat bedoelt hij hiermee en wat doen wij
hiermee verkeerd? Het zou mij later wel duidelijk worden dat de bemoeienissen van de ouders
met het onderzoek, hun heel slecht uitkwamen. Dit was vanuit de recherche nog maar het
begin. Er werd nooit naar ons geluisterd. Wat wij als ouders konden vertellen over de dingen
4
die we wisten van Marianne en van haar vriendinnen was een domme tip. We moesten alles
zeggen, maar wat we naar voren brachten, daar wilden ze niet naar luisteren, want dan
moesten ze naar het A.Z.C. en het A.Z.C. moest buiten dit onderzoek blijven. Dat zijn dingen,
waar we na een week of 7 à 8 wel achter kwamen. Het vertrouwen in deze mensen kreeg
hiermee een gevoelige dreun en zou ook niet weer herstellen.
In augustus ging Verkaik met vakantie. Ik heb nog tegen hem gezegd: ‘Ik zal je dit vertellen.
Het extra leed wat wij als ouders van jullie er nog bovenop krijgen, zal ik u nooit vergeven.
Het klinkt hard, maar ik meen het wel’. Als ze dan totaal geen begrip voor ons als ouders op
willen brengen en niet eens naar ons willen luisteren. Als Verkaik dan tegen ons zegt: ‘Ik
hobbel niet achter de menigte aan’. Dat komt hard aan. Mijn man zei: ‘Zijn wij de menigte?
Wij zijn de ouders van Marianne. Als ouders kun je toch een goede tip geven’. Maar nee, het
woord asielzoeker alleen al, daar wilden ze niets van horen. Ik heb nog gezegd: ‘Verkaik, als
dit groepje asielzoekers, jongens uit onze cultuur waren geweest, dan hadden die andere kant
op gewezen’. Maar we hadden er alle redenen voor om nu naar het A.Z.C. te wijzen.
Deze A.Z.C.-ers werden nadat ze Marianne hadden bedreigd met het snijgebaar en de
woorden “We krijgen jou nog wel’ uit de Ringo Bar gezet. Dat is in hun cultuur, waar een
vrouw totaal geen rechten heeft, niet te pruimen. Ook Gizela hadden ze al eens bedreigd met
de woorden: ‘We pakken jou nog wel eens met z’n allen’. Dit alles weet de recherche.
Dan zijn er op 1 mei twee asielzoekers uit dit bewuste groepje verdwenen en nog geen reden
om daar achter aan te gaan. Dat is toch niet te begrijpen?
Ze pakken tot twee keer toe een ander op. Wat was Henk Heyman blij dat hij ons kon
berichten dat ze Piet Smid hadden opgepakt. Harde bewijzen? Hij kwam met de handen
omhoog binnen: ‘We hebben een verdachte, er zijn harde bewijzen’. Achteraf gezien waren
die er helemaal niet. Piet mag blij zijn dat er nu D.N.A. is, anders hadden ze hem er wel eens
voor kunnen laten opdraaien. Dan waren ze toch met alle glorie om de asielzoekers heen.
Dit gebeurde vlak voor het weekend. Een goede reden om de gemoederen hier in de
omgeving weer rustig te krijgen. Zo ook met de wandelaar in de omgeving in de nacht van 1
mei. Er zal wel een goede reden zijn geweest om deze man op te pakken. Waarom gaan ze
wel achter deze tips aan en niet de vele tips die richting A.Z.C. gaan. Zodra er een asielzoeker
in beeld komt, wordt alles van de hand gewezen, men ontkent en liegt tegen ons. Je vraagt je
af, waar is ons recht als burgers gebleven? Wie wordt er nu gediscrimineerd door de
overheid? Niet de asielzoekers, maar wij als gewone burgers.
Diefstallen, aanrandingen en verkrachtingen door A.Z.C.-ers, daar wordt hier in de regio door
de politie niks mee gedaan. Voorbeelden genoeg. Wij krijgen heel veel verhalen van mensen
die zoiets hebben meegemaakt bij ons binnen. Dan zegt Jan Verkaik tegen mij: ‘Dit soort
beestachtige moorden gebeurd onder Nederlanders evenveel als onder allochtonen’. Dan zeg
ik: ‘Jan Verkaik, dat liegt u! Dat is niet waar, je denkt toch niet dat ik dat geloof’. En dan is
hij weer uitgepraat. Na verloop van een paar maanden komt de recherche dan toch met twee
asielzoekers die mogelijk iets gezien hebben. Het zijn puur alleen maar getuigen. En dat zijn
dus die twee verdwenen asielzoekers.
Het A.Z.C. in Kollum wordt begin juli in een record tempo met een verlenging door de raad
er door gedrukt en een paar dagen daarna is één van ‘onze’ getuigen een verdachte.
De verkrachtingszaak van Fyak, ook één uit het groepje asielzoekers, wordt geseponeerd.
Allemaal heel toevallig. Deze twee zaken hebben ze over de verlenging van het A.Z.C. heen
getild. Waren ze hier eerder mee gekomen, dan was de stemverhouding 8 voor en 7 tegen, er
nooit gekomen.
Mijn man hoorde in een winkel, via radio Fryslãn, dat ze nu toch één van de asielzoekers
zochten, waar wij altijd om hadden gevraagd. Nu, na 9 weken, eindelijk toch een keer. Het is
niet te geloven wat er dan door je heen gaat. Jan Verkaik zou op vrijdagavond komen, maar
belde af, omdat hij geen tijd had. Ik zei nog tegen hem: ‘Dat zal wel, nu geen tijd’. Je hebt
5
ook heel wat uit te leggen, nu er toch een verdacht is uit dat groepje A.Z.C.-ers. Dat hebben
we toch altijd gezegd? Hij werd boos en ik emotioneel en kon geen woord meer uit brengen
en heb toen de telefoon op de haak gelegd. We hoorden later van Oene en Pieter dat hij tot in
de late uurtjes bij Oene had zitten praten om deze jongens te bewerken en toch weer
geloofwaardig over te komen. Zelfs onze andere kinderen werden bepraat door hem om op
deze manier de ouders monddood te maken. In en in gemeen.
Op een dinsdag moesten we naar de recherche in Buitenpost komen. Zonder dat wij het
wisten, zaten onze kinderen daar al. We gingen altijd met elkaar als er iets was, maar nu
kwam er niet één bij ons, om ons op te halen. De tijd drong, dus gingen we die kant maar op.
Tot onze ontsteltenis stonden alle auto’s al bij het politiebureau. Pieter stond in de hal en ik
weet nog niet hoe ik die trappen op ben gekomen. Een grote zaal met een heel grote tafel.
Onze kinderen zaten er al, net als Oene en Pieter, alsmede Jan Verkaik met Contant z’n
rechterhand en ook de heren van het O.M.
We snapten er werkelijk niks meer van, maar we kwamen er dus wel achter wat de bedoeling
was. Ik kreeg het verwijt te horen dat ik Spencer z’n ‘spullen van medeleven’ had terug
gestuurd. Jan Verkaik zei dat ik die jongens had beschadigd. Zo ging je niet met mensen om.
Bauke zei nog: ‘Je moest eens weten hoe hij ons heeft beschadigd’. En waarom ik het had
gedaan. ‘Omdat Dick Sletering, de vader van Spencer, in het Algemeen Dagblad een verhaal
had waarin, zelfs Marianne haar karakter werd neergezet. Dit allemaal ten voordele van
Spencer. Hier had hij het recht niet toe. Hij kende haar maar amper.
Dick Sletering schreef: ‘Indien de jongens met Marianne mee waren gefietst, dan hadden ze
vast ook een mes in de rug gehad’. Dat zijn uitspraken die nergens op slaan, of zou de vader
van Spencer toch meer weten? Hij neemt de touwtjes in handen voor Spencer en de recherche
beschermt hun. Waarom? We zijn na deze avond werkelijk twee dagen door een hel gegaan.
De bedoeling van Justitie was, dat we ons niet meer met het onderzoek mochten bemoeien en
vooral geen telefoontjes mochten beantwoorden. Ze zeiden dat wij als ouders veel te veel met
het onderzoek bezig waren en dat zo ons hele gezin kapot zou gaan. Een sterk wapen om dit
over de hoofden van onze volwassen kinderen te spelen. Het kwam de recherche heel slecht
uit dat wij via informatie van mensen achter bepaalde dingen kwamen, die wij en de burgers
niet mochten weten.
Age Bruining is begeleider op het A.Z.C. in Kollum. Hij liep eens met zijn moeder in Kollum
en zag Alie Hasan lopen en zei: ‘Dat is die arrogante vent’. Ruim één week na 1 mei 1999 is
deze moeder in Drachten en ziet Alie Hasan bij een groepje asielzoekers staan. Ze belt gelijk
met het R.B.T. in Buitenpost. Het antwoord was: ‘Komt u maar hier, dan laten we u wat
foto’s zien’. Te zot voor woorden.
In september 1999 vraag ik naar de toen verdachte Alie Hasan. Ze antwoorden mij, dat hij de
dader niet kon wezen, want hij was in het weekend van Koninginnedag in het westen van het
land geweest. Dat was nagetrokken door de recherche en dat klopte.
Dan komt begin oktober de demonstratie in Kollum en dan pakken ze enkele dagen daarna
(voor hun) Alie Hasan op in Turkije. Wat moet je dan als ouders geloven?
Deze verdachte en de Afghaan worden door Peter R. de Vries op de tv (SBS 6) via een foto in
beeld gebracht en de kranten nemen deze foto over, anders hadden wij nooit een foto van deze
twee verdachte A.Z.C.-ers gezien.
Afie en Stefanie hadden deze personen op Koninginnedag ’s middags in Kollum zien lopen,
met onder anderen Fyak en nog een paar anderen. Deze Fyak verkracht dezelfde avond een
meisje van 14 jaar. Dit gebeurde ca. 22.30 uur. Daarna was hij in de Paradiso Bar waar
Marianne ook was. Dan wordt zogenaamd deze Alie Hasan in Turkije opgepakt. SBS zend
daar beelden van uit. Afie en Stefanie zeggen resoluut: ‘Dat is hem helemaal niet’. Dat willen
we wel getuigen’. Ik vraag dit twee keer nadrukkelijk bij het O.M., maar krijg geen antwoord
op mijn vraag.
6
Ook vraag ik waarom ze de Afghaan niet hoeven. De Afghaan heeft op de Pieter Jellesschool
geprobeerd een jongen dood te maken, met de woorden: ‘Ik maak je dood. Het maakt mij
niks uit. Ik heb er wel meer doodgemaakt’. Hij is ‘ten tijde van’ ook met een noodgang door
het tunneltje gefietst. De lerares die hem Nederlandse les gaf, heeft gezegd dat zij hem wel tot
zo’n moord in staat achtte. En daar heeft Justitie zogenaamd geen belangstelling voor. Ook
deze vraag is gesteld bij het O.M., maar ze kunnen mij geen antwoord geven.
Indien deze twee mannen niks hebben te verbergen, waarom zijn ze dan op 1 mei plotseling
verdwenen? Deze Afghaan zat hier al meer dan 2 jaar en was ook op Nederlandse les niet te
handhaven.
Er zijn aangiften genoeg bij de politie binnen gekomen over dit criminele groepje A.Z.C.-ers
die meisjes bedreigden, klemreden op de fiets, zelfs met de dood bedreigden. Maar er is nooit
wat aan gedaan. Als je rekening houdt met hun cultuur, dan moet de politie weten hoe
gevaarlijk dit is. Zij weten toch niet wat voor kaf tussen dit koren zit. Hun achtergronden zijn
niet bekend, ze worden hier op het platteland geplaatst. Ze mogen alles, controle is er niet en
wanneer verontruste ouders de politie bellen, wordt er niks mee gedaan.
Wie wordt er nu gediscrimineerd. Wij de burgers, wij als ouders hebben hier nooit wat van
geweten. Alles werd stil gehouden en in de doofpot gestopt. Wij hebben ons kind niet eens
kunnen waarschuwen omdat we als burgers totaal onwetend werden gehouden. Het was altijd:
die arme asielzoekers, die al zoveel hadden meegemaakt. Iets anders las je niet in de krant. Dit
is nu bij ons wel veranderd, maar voor ons te laat. Wat je ter ore komt over diefstal,
aanrandingen en meerdere criminele praktijken is niet te geloven, maar wel de waarheid.
Nellie Groeneveld, de directrice van het A.Z.C. in Kollum zit nu thuis. Waarom? Severein
van het O.M. vertelde ons, dat ze belangrijke informatie bewust heeft achtergehouden in dit
onderzoek. Zij was toch mede verantwoordelijk voor deze mensen. Toen de politie de Fyak,
de verkrachter van het A.Z.C. wilde ophalen, kregen ze van deze Groeneveld geen toegang.
Eerst maar even naar het O.M. om toegangsbewijs. Te gek voor woorden. De A.Z.C.-ers
mogen wel bij nacht en ontij overal rondhangen. Ze krijgen alle rechten, maar geen plichten.
Burgemeester Visser van de gemeente Kollumerland heeft in de Rotary Club te Dokkum
gezegd, dat ze in de eerste dagen na de moord meerdere A.Z.C.-ers hebben laten wegbrengen,
naar andere A.Z.C.’s. Dit vertelde meneer Eldering ons als keiharde waarheid en deze
mijnheer was desnoods bereid om te getuigen. Ten tijde van 1 mei 1999 zaten er 130 jonge
mannen in de leeftijd van 18-30 jaar in het A.Z.C. te Kollum (Uit de Leeuwarder Courant). En
dan nog zegt Severein (O.M.) enkele weken na 1 mei dat er geen enkele reden is om zelfs
maar die kant op te kijken. Ze hadden direct het A.Z.C. moeten afgrendelen. Als het een
camping was geweest, was dit ook gebeurd. En vanaf de eerste dag hebben ze verklaringen,
tips en dergelijke gekregen, die duidelijk die kant op wezen. Alle tips, we hebben er veel
nagetrokken of anderen deden dit en vertelden hun bevindingen aan ons, hebben we
genoteerd. Alle tips gaven een link naar het A.Z.C., maar de recherche ging daar tegen beter
weten in de andere kant op en wilde het woord asielzoeker werd genoemd er niks van weten.
Domme tips zijn er niet, dat hebben ze ons vaak verteld. Maar alle tips richting asielzoekers,
daar wilden ze niet heen.
Nu zou je denken dat de recherche achter de coulissen wel de A.Z.C.-ers hebben meegenomen
in hun onderzoek, ook dit is nagetrokken en nee hoor, het lijkt er niet op.
Er zijn rechercheurs die in het begin van dit onderzoek zeiden, toen ze er op werden gewezen,
van ga naar het A.Z.C. daar moeten jullie de dader zoeken: ‘We willen wel, maar we mogen
niet’. Dat zegt ons genoeg. Dan komt er bewijs na bewijs, dat het inderdaad zo is. Het is voor
ons geen denken, maar wel een zeker weten, dat ze geen asielzoekers willen oppakken voor
deze verschrikkelijke moord. Met dit weten moet je als ouder ook verder leven. Dat je je recht
7
niet mag krijgen, na dit vreselijke onrecht.
Een mevrouw Bosma uit Kollum die met de Regio Post loopt, wordt regelmatig lastig
gevallen bij ’t tunneltje’, door een groepje asielzoekers met een donker grijze auto. Na 1 mei
belt ze de recherche hierover. Ze zouden wel even langskomen. Ze kwamen niet. Na een week
belt deze mevrouw maar weer met de recherche. Ze krijgt te horen dat ze haar er niet mee
bemoeien moet.
Freddy gaat in augustus 1999 met vakantie en heeft bij thuiskomst een bericht op zijn
telefoonbeantwoorder staan. Het is een buitenlandse taal, waar hij niets van verstaat. Alleen
de woorden: ‘Hoort u mij’. Hij legt dit vast op een bandje en de recherche zou wel
langskomen om het op te halen. Maar ze kwamen niet, geen belangstelling dus. Het bleek
Turks-Menichs te zijn. De Telegraaf heeft het voor ons uitgezocht. Het was wel beangstigend.
Marijke De Haan heeft met de stille tocht een heel vreemde ervaring opgedaan met een
groepje asielzoekers van vier mannen. Ze zet dit op papier en belt de recherche. Ze zouden
wel even langskomen, maar ze kwamen niet. Na zes weken belt Marijke de Haan weer en
vroeg waar ze toch bleven. Toen konden ze er niet meer onderuit en kwamen langs met het
excuus dat ze wel waren geweest. Marijke zei hun: ‘Ik ben niet gek, dan had ik dat toch wel
geweten. De verkrachter Fyak is er waarschijnlijk ook bij geweest’.
Er is niemand geweest van diegenen die een verklaring aflegde, die foto’s kreeg te zien, waar
een asielzoeker op stond. Deze mochten niet herkend worden. Ook Afie niet en dat terwijl er
zeker vier man tijdens de stille tocht mee liepen. Afie heeft veel foto’s voor gelegd gekregen,
maar nooit één waar een A.Z.C.-er op stond. Er is wel van alles geprobeerd om haar op een
dwaalspoor te brengen. Dat is hun niet gelukt.
Er is een tipgever die verklaart twee donkere mannen te hebben gezien in de nacht van de
moord. Ze doken weg in de berm en probeerden hun gezicht af te schermen met hun armen.
We vroegen het O.M. naar deze verklaring. Severein zei: ‘Ja, die verklaring van die twee
donkere mannen is er, maar we hebben geen identiteit’. Voor ons een bevestiging dat het zo
was. Enkele weken later kwamen we weer bij het O.M. en zat Ten Cate tegenover ons. Hij zei
gelijk dat hij niet veel van onze zaak af wist. We vroegen hem weer naar die twee donkere
mannen die wegdoken in de berm bij het tunneltje. Die verklaring was er volgens hem
helemaal niet. Als wij dan zeggen dat Severein dit in een eerder gesprek wel heeft bevestigd,
dan wordt er niet meer geantwoord. Je kunt als ouder weinig meer geloven, als de één de
ander al tegenspreekt bij het O.M.
Juni 1999 Jittie ziet vanuit haar woning op de Voorweg in Zwaagwesteinde een jeep
langzaam voorbij rijden. De jeep rijdt heen en terug en stopt zelfs een keer. Jittie herkent in de
auto de Afghaan. Het affiche met daarop de foto’s van deze man en de Irakees die gezocht
wordt, hangt bij haar voor het raam. Deze biljetten zijn door een paar mensen uit ons dorp
verspreid en opgehangen. De foto’s zijn van Peter R. de Vries, ze stonden op SBS.
Jittie belt in haar angst naar mij en dan de recherche in Buitenpost en ik bel de politie in
Dokkum. Jittie is erg bang en komt bij mij met haar kinderen van 4 en 2 jaar. Ze voelt zich
duidelijk bedreigd. Dat deze Afghaan wel bij een autohandelaar in Marum (Groningen)
verbleef, was Jittie en ook Afie bekend en verklaart tevens het groene nummerbord op de
jeep. Dit voorval was op maandagochtend en de vrijdags daarop had Jittie van de recherche
nog niks gehoord. Toen heeft zij maar weer gebeld met de recherche. Op haar vraag wat ze
gedaan hadden, kreeg ze een ongeïnteresseerd antwoord, dat ze hem niet hadden kunnen
vinden. Ze werd niet eens beschermd door de recherche. Begin juli ziet iemand om ongeveer
17.30 uur twee donkere mannen het kerkhof in ons dorp oplopen. Ze lopen naar het graf van
Marianne en gooien een pot of vaas met bloemen stuk, nemen deze mee en vluchten over de
afrastering (een hek). Ze lopen naar een jeep. Dit wordt gemeld bij de recherche. Halverwege
september ziet een klasgenoot van de Afghaan hem nog in een auto op Quatrebras waar hij
moet wachten voor het rode licht. Gebeld met Mieke Huizinga (O.M.) over deze Afghaan.
8
Zegt zij: ‘Hoe moeten wij hem vinden?’
De volgende dag zit deze jongen (Postma) weer in de auto naast zijn vader. Ze rijden vanuit
Buitenpost naar Zwaagwesteinde en zien bij het tunneltje op de Keningswei twee donkere
mannen om een P.E.B. hokje lopen. Ze zoeken iets in het gras. Ook dit werd doorgegeven aan
de recherche. Deze Afghaan hadden ze dus best kunnen pakken en waarom hoeven ze hem
niet? Hij is toch met die Irakees in de nacht van de moord uitgeweest in de omgeving. Ook dat
heeft het O.M. bevestigd. Dat was volgens hun de reden om deze twee mannen eerst als
getuige op te roepen.
Rommie Stiksma en haar broer hebben verklaard bij de recherche dat deze Afghaan met een
noodgang door het tunneltje is gefietst in de nacht van 1 mei tussen 01.15 en 01.30 uur.
Spencer Sletering is 3 keer bij ons geweest met z’n ouders of z’n moeder. Ook Wietze is een
keer met zijn moeder geweest. We hebben er over gepraat hoe het is gegaan. Het punt
betreffende het afscheid nemen was niet één keer hetzelfde verhaal.
Tijdens een gesprek, ca. zes weken na 1 mei waar een van onze woordvoerders ook bij was,
merkte deze woordvoerder op, daar klopt iets niet, daar is iets mis. Wietze kijkt Spencer aan
en hij begint te zweten en zegt dan: ‘Oh, ja dat was toch zo’. Er zijn door hun onderling
afspraken gemaakt en daar weet Dick Sletering meer van. Daar kom ik nog wel achter. Ik
vroeg de recherche of ze deze jongens nog eens jonden verhoren, want het verhaal klopt
ergens niet.
Wij moesten maar even op het bureau komen in Buitenpost en daar zaten twee rechercheurs.
Een daarvan had deze jongens verhoord. Tot vier keer toe had hij hun verhoord en vier keer
hetzelfde verhaal verteld, zei de rechercheur. Ik heb gezegd: ‘Dat kan niet, bij ons hebben ze
nog niet één keer hetzelfde kunnen vertellen’. Wij vertelden hun nog dingen, die hun nog niet
wisten, maar ik heb gezegd als jullie de waarheid er niet uit willen halen, dan wordt het er wel
door anderen uitgehaald.
De eerstvolgende keer dat Jan Verkaik bij ons komt en het gesprek gaat hierover, moeten we
hem beloven om deze jongens met rust te laten, want ze hadden het al zo moeilijk. Ze konden
wel voor de trein springen. Ik heb gezegd: ‘Jan Verkaik, je denkt toch niet dat ik daar ook nog
eens mee zit. Hij is de eerste aanleiding tot haar dood en nu krijgt hij ook nog een vrijbrief
van jullie om te liegen. Wij willen de waarheid en voor de trein springen is laks dan heeft hij
de machinist ook nog te pakken. Er zijn wel andere manieren’.
4 à 5 weken na de moord op zijn vriendin zit deze Spencer alweer op een feestje op de
Triemen en daarna nog eens in de Ringo Bar. Wat een mentaliteit. Z’n vader zei nog in een
gesprek met de vader van Marianne: ‘Hoe lang moest het dan duren?’ Als je dit moet
aanhoren ben je sprakeloos. Het zegt genoeg over de mentaliteit van deze vader en zoon
Sletering. 5 weken na de moord en dan alweer naar de bar, waar hij altijd met Marianne was.
Dit is voor ons niet te begrijpen. Korte tijd later zat hij daar alweer met een ander meisje,
waar hij mee ging. Wat vreselijk, dat nu juist onze dochter verliefd op deze karakterloze vent
moest worden.
In september 2000 bel ik uit wanhoop (omdat je zo graag een eerlijk antwoord wilt) op een
zondagavond de familie Sletering op met de vraag: ‘Geef mij toch svp een eerlijk antwoord
over het afscheid nemen bij de sportvelden van Marianne en uw zoon, want dat is een leugen.
Ik wil weten wat er gebeurd is, daar heb ik recht op.’
Hij werd direct zo kwaad toen hij alleen mijn naam maar hoorde en dreigde gelijk met de
politie. Ik heb gezegd: ‘Je gaat je gang maar Sletering, het maakt mij niks uit’.
De volgende ochtend hing het O.M. direct aan de telefoon met de vraag of ik gebeld had met
Dick Sletering. Mijn man wist het niet, want ik wilde hem hier buiten laten, dan was het
alleen voor mijn verantwoordelijkheid. Enkele dagen later belden ze weer van het O.M. met
de vraag of het nu wel of niet was gebeurd. Mijn man bevestigde dat het wel zo was. Er moet
toch een goede reden voor zijn om deze familie zo te beschermen, het was niet de eerste keer
9
dat de recherche of justitie deze familie begeleide of beschermde. Wat werd er voor Jittie
gedaan toen ze doodsbenauwd was en de recherche belde? Niets toch! Maar ze was wel alleen
met haar twee kleine kinderen. Alleen deze bedreiging kwam uit een andere hoek en dan wil
de recherche niks doen.
Er werden na 1 mei 1999, een moord, een verkrachting en een paar (3x) losse aanrandingen
bekend. Een moord valt niet te ontkennen.
Aan de verkrachting op dezelfde avond van 30 april door een asielzoeker, is van alles door de
politie geprobeerd om dit niet ruchtbaar te maken. De ouders moesten het stil houden, het
kwam zo ongelegen met de moord op Marianne. 3 aanrandingen volgden en dit binnen een
half jaar tijd. De daders waren ook asielzoekers uit Kollum. De ouders moesten alles uit de
kast halen om een proces verbaal gedaan te krijgen.
Een moeder belde zelf de burgemeester uit Dantumadeel omdat de politie niet wilde komen.
De politie moest toen alsnog naar deze familie in Kollumerzwaag, waarvan een dochter in
Zwaagwesteinde aangerand was door twee asielzoekers. De politie kon deze personen niet
vinden, dit kregen de ouders te horen, terwijl dezelfde twee asielzoekers de dag na de
aanranding weer in Zwaagwesteinde stonden om het meisje op te wachten. Maar het
doodsbange kind durfde niet naar haar school in Damwoude.
Deze ouders zijn bij ons geweest en vertelden dat hun dochter omgang had met ene Farrad,
ook één uit het groepje asielzoekers, waartoe ook de verkrachter hoorde. De recherche was bij
hun dochter geweest om inlichtingen. Deze Farrad vertelde dit meisje dat hij wel wist wie de
moordenaar was en hij had nog wel telefonisch contact met hem. Hij was inmiddels
overgeplaatst naar Amsterdam. Dit alles weet de recherche en was in juni/juli 1999.
Deze Farrad heeft haar teveel verteld en nu werd zij telefonisch bedreigd en door een paar
asielzoekers die ze niet kende, aangerand. Dit was dus wraak.
Haar moeder heeft dit met veel overtuiging bij ons thuis verteld. Enkele dagen later wilde zij
nergens meer over praten. Angst, zo gaat het met veel van deze openhartigheden. De mensen
zijn bang en houden dan liever hun mond.
Fyak, die het 14-jarige meisje dezelfde avond van de moord om ca. 22.30 uur in Kollum
verkrachtte, werd nadat dit bekend was geworden, overgeplaatst naar Helmond.
Hij komt nog wel met z’n vader op het A.Z.C. in Kollum op bezoek. Een meisje van deze
familie vertelde op school dat ze dan met hun familie ‘over de moord praten’. Zij moest dan
de kamer verlaten. Maar luisterde stiekem naar wat er wordt gezegd.
Wij kregen deze informatie en gaven dit door aan de recherche, met de naam van dit
asielzoekers meisje. Na enkele weken, informeren wij bij het O.M. hier naar. Dit meisje wist
nergens van werd er gezegd en Fyak mocht niet meer op het A.Z.C. in Kollum verschijnen.
Naderhand is hij weer overgeplaatst, nu naar Rotterdam.
Moeten deze asielzoekers, die iets weten dat deze verschrikkelijke moord kan oplossen, uit
het beeld verdwijnen. Dat kan toch niet anders, dat besef je, als je dit allemaal te weten komt.
Een taxibedrijf uit Kollum vervoerde na de moord meerdere mensen, naar onder anderen het
A.Z.C. Dit verklaarde een vakantiehulp die tijdelijk bij het bedrijf werkte. Toen dit werd
nagegaan door personen die hier mee bezig waren, wilden ze nergens meer over praten.
Zo is het zo vaak gegaan. Eerst vertellen ze informele dingen, naar de burgers toe. Wordt dit
dan aan de recherche door gegeven, dan is de zwijgplicht in de meeste gevallen aanwezig.
8, 9, 10 en 11 oktober 1999
Het weekend met de broers en zussen, dat we elk jaar organiseren, moet dit nog wel
doorgaan? Of hebben we liever dat het geannuleerd wordt? Och nee, laten we het maar
proberen. Misschien is het wel goed dat je er weer even uit bent en we gaan met de eigen
familie. De spanning in Kollum met de manifestatie was net geweest, dus leek het wel goed
om er nu even tussen uit te gaan.
10
Persoonlijk viel het mij niet mee, het was te druk. We vertoefden vaak met elf personen in één
huisje. Je kunt zo’n drukte nog niet aan.
We zijn ook even in Putten geweest om te winkelen. Dat was een beproeving. Leuke kleren
en schoenen bekijken met je zussen en schoonzussen. Je gedachten gaan naar Marianne. Wat
zou ze ervan genieten om ook iets leuks te kopen in een boetiekje. Mijn gedachten zijn ook
tijdens zo’n weekend, altijd bij haar. Je voelt de pijn, maar tegelijk probeer je flink te zijn
tegenover de anderen.
Een boswandeling, lekker rustig met m’n drie zusters en schoonzus, niet te ver, want daarvoor
heb je niet de kracht, beviel mij wel goed.
Maandag 11 oktober waren we weer thuis. Het huis was weer leeg zonder haar. ’s Middags
dacht ik voor de zoveelste keer na over het recherche onderzoek en ik dacht bij mijzelf: ‘De
laatste pijl die justitie nu nog op de boog heeft is om nu met de verdachte te komen en om dan
te zeggen, hij is het niet. Nou mensen, jullie zien nu dat de verdachte asielzoeker niet de dader
is. Een manier om de mensen te bedaren te brengen, na de rel van 7 oktober in Kollum en om
zo ook de miljoenen voor P. Visser te behouden’.
Dinsdag gaat de telefoon. Hans Anker, er waren nieuwe ontwikkelingen in onze zaak en of we
zo vlug mogelijk in Leeuwarden wilden komen. Daar zaten Hans Anker en Mieke Huizinga
om ons uit te leggen omtrent de arrestatie van de verdachte Alie Hasan in Turkije. Hij had
vrijwillig wangslijm afgestaan, wat niet gebruikelijk is in dit soort landen. Want daar werken
ze meestal tegen. Voor mij de eerste hint van reken er maar niet teveel op dat hij het is.
Ik heb Mieke ook verteld van mijn denken van de vorige dag. Ik zei nog: ‘Neem dat maar mee
naar het O.M. ik hoop niet dat ik het goed heb, maar ik vrees het ergste’.
De spanning in ons gezin was weer enorm. Rennie kwam hier op donderdag uit Leeuwarden
en ook de andere kinderen waren zoveel mogelijk thuis.
’s Avonds kreeg mijn man telefoon van Mieke. De DNA uitslag zou niet meer deze dag, maar
de volgende dag komen. Hij proefde iets uit dat bericht van, ze weet het nu wel, maar ze wil
het ons voor de nacht nog niet zeggen.
Vrijdag 15 oktober kwam het bericht, hij is het niet. Voor de kinderen een bittere
teleurstelling, maar ik had mijn eigen gedachten hierover en mij er in het geheel niet op
ingesteld dat hij het zou zijn. Na 5½ maand heb ik mijn eigen visie wel op het recherchewerk.
Hoe dat allemaal in zijn werk is gegaan, ten koste van, om maar uit de buurt te blijven van
asielzoekers en nu bewijzen: ‘Kijk mensen, geen A.Z.C.-er’.
Maar waarom niet de Afghaan? Waarom is dat geen verdachte? En is het daar in Turkije wel
goed gegaan met het wangslijm? Zo’n corrupt land, waar je voor geld alles gedaan kunt
krijgen. Vragen, vragen waar ik ooit nog eens hoop een antwoord op te krijgen. Wij met onze
kinderen bleven weer verslagen achter. Het verdriet en de pijn van je kinderen, dat raakt je als
moeder zo diep.
Er werd in Leeuwarden vanuit het O.M. een persconferentie gehouden. Mieke belde hierover.
Mijn man stelde voor om dat gezamenlijk te doen, maar dat kon niet, want ze konden even
niet wachten. De pers zat hun op de hielen. Dan geven wij om 14.00 uur een persconferentie
zei mijn man. ‘Dat kan niet en vooral niet doen’, was de reactie. Waren ze bang dat ik mijn
voorgevoel van maandag naar buiten zou brengen? Mieke kreeg mijn man zover dat hij onze
persverklaring voor de telefoon voorlas. Dat had ik nooit gedaan, laat hun daar maar in
spanning zitten.
Mieke en Hans Anker waren ’s middags aanwezig. Er zou geen gelegenheid zijn voor de pers
om vragen te stellen, maar Mieke las wel een verklaring voor en dat was tegen de afspraak. Ze
zijn na de persconferentie in Old Dutch nog bij ons geweest. Mieke zou er voor ons als
slachtoffers zijn, maar ook dat komt niet geloofwaardig over, ze is gewoon een schakel tussen
het O.M. en ons. Ze werkt bij het O.M. en dat kan ze nooit gescheiden houden. Mooi
geprobeerd Mieke Huizinga, maar ik geloof niet in die oprechtheid van jou.
11
Er komt nu weer een tijd van stilte, we horen niks en je zit met zoveel vragen. Nog wel een
gesprek gehad met Hans Anker, maar is eerst ook weer afwachten.
Wat zal die voor ons kunnen doen? Ook nog contact gehad met Peter R. de Vries. Hij heeft
ook wel z’n mening gezegd over de laatste verdachte die nog in beeld was en waarom Alie
Hasan verdachte en waarom de Afghaan getuige? Dat vragen zoveel mensen zich af, maar
justitie zwijgt in alle talen.
‘Lieve Marianne, je ouders blijven voor je vechten tegen het onrecht wat er allemaal is
gebeurd in het onderzoek. De terechtwijzingen die we hebben gekregen van Jan Verkaik, die
waren hard en meedogenloos, we zijn vaak diep gekrenkt, maar we doen het voor jou, daar
heb je recht op en je bent het meer dan waard.
Lieve schat, jij was ook altijd tegen onrecht, jij zou je ook strijdbaar opstellen en dat doen wij
ook. Ik mis je. Xxxx’
De kranten staan vol van de demonstratieavond in Kollum, ook de tv besteedt er veel
aandacht aan. We krijgen weer veel post binnen, goede en minder goede brieven, maar ook
weer kaarten met veel sterkte na de laatste teleurstellingen. Veel steun en medeleven, dat
voelt wel goed, maar deze weg is zo zwaar.
Begin november hebben we weer een gesprek met en bij het O.M. Freddie en Rennie waren
met ons mee. Aanwezig waren hoofdofficier Ten Cate, H. Anker en Mieke Huizinga. De
vragen die we met Hans Anker hadden ingediend, werden summier beantwoord. Weer een
teleurstellende bijeenkomst. Je gaat wel verslagen naar huis en begrijpt niet dat er niet een
beetje meer begrip en meer antwoord kan komen op de vele vragen die je hebt als ouders. Wij
lopen hier elke dag mee om en hebben wij daar geen recht op.
We zijn nu 6½ maand verder en het wordt nu allemaal wat rustiger, maar des te moeilijker.
Het gemis komt zo ontzettend op je af en je kunt je er niet in berusten, dat er zulke mensen
zijn, die je kind dit aandoen.
De dagen zijn donker, het weer is triest en ook de bladeren vallen op de aarde. Maar deze
bomen komen in de lente weer in het blad en komen weer in bloei, maar onze Marianne komt
nooit weer terug.
Er blijft een herinnering aan haar, hoe ze was, haar opgewekte karakter en blijde levenslach.
Voor altijd voorbij door dat beest (want zo mag je deze dader wel noemen) of meerdere van
Kéningswei.
Vrijdag 26 november
We werden gebeld door Mieke, dat ze vrijdag 26 november bij ons wilden komen. Ten Cate
en Mieke, dat kon wel. We stonden er versteld van dat ze hier bij ons aan huis wilden komen,
want toen we er in een eerder stadium naar vroegen, kon het niet. Ze hadden H. Anker niet
ingelicht, dat heeft mijn man nog gedaan. Anker moest op het laatste moment zijn agenda nog
wijzigen om er toch bij te kunnen zijn.
Het gesprek was rustig en de antwoorden op onze vragen, konden we ook nu weer niet veel
mee. En Mieke, als onze contactpersoon, faalde ook nu weer. Ze had H. Anker eerder moeten
inlichten over dit bezoek. Niet gebeurd. Mijn man moest dit nog doen. Zou dit ook weer opzet
zijn? Want zonder deskundige hulp was de familie toch gemakkelijker te beïnvloeden.
Ik heb Ten Cate en Mieke toch gezegd, hoe ik de situatie zag van dit onderzoek.
Ten eerste. Die Ali Hasan in Turkije was volgens mij en mensen die hem kenden niet dezelfde
als hier in het A.Z.C. Het spel werd gespeeld. Kijk mensen, het is niet die asielzoeker, jullie
hebben het fout. Een manier om de mensen tot bedaren te krijgen.
Ze zullen nooit met een asielzoeker als dader komen, want dat ligt politiek te gevoelig en dan
komen er grote problemen ook voor Jan Verkaik, die alles wat asielzoeker was, liet liggen. Er
12
was op de Kéningswei geen enkele tip die niet naar de asielzoekers wees. Hoe kun je dan nu
nog geloofwaardig overkomen, door toch nog te komen met zo’n gast als dader.
Voor mij staat het 100% vast, alles wijst er op. Het is verschrikkelijk, maar zal dit beest (of
beesten) wel ooit gepakt worden. Als justitie het moet doen, dan vrees ik het ergste.
En waarom die Afghaan niet? Het is bekend dat deze vent, niet zo’n lieverdje was. Op de
Mavo in Kollum probeerde hij tijdens een ruzie een jongen te doden, door hem een stoel op
de hals te drukken. Zijn woorden: ‘Een dode meer of minder, maakt mij niets uit, want ik heb
er wel meer vermoord’. Dat waren zijn woorden en deze persoon is die nacht met een
noodgang door het tunneltje gefietst. Rommie Stiksma heeft deze verklaring afgelegd. Hij
behoorde ook bij het groepje waarvan een ander een meisje verkrachte in dezelfde nacht.
Maar voor de recherche enkel een getuige en verder niet van belang, zo werd ons gezegd. Wij
kunnen dit niet bevatten, hij was er toch ook. 1 mei spoorloos verdwenen. Wij wisten op 3
mei reeds dat er twee man weg waren, dat was voor de recherche geen reden om die kant op
te gaan.
3 december
Sint Nicolaas weekend. Mijn gedachten gaan naar Marianne. We hadden altijd pakjesavond
met al onze kinderen. Er waren gedichten en het was altijd gezellig. Een avond waar
Marianne altijd naar uit keek. Het gepuzzel van wie heeft mijn briefje getrokken. Ze
probeerde ook wel zelf gedichten te maken, maar slechts een paar regels – waar ze zelf het
hardst om moest lachen – daar bleef het meestal bij. Ze had ook niet het geduld om daar lang
mee bezig te zijn. Van Rennie kreeg ze altijd wat extra’s, waar ze altijd blij mee was.
Vandaag is het 5 december, de kleinkinderen komen. Kijk Beppe, dit hebben we van
Sinterklaas gekregen. Ik probeer flink te zijn en dat lukt ook aardig. Maar deze gezellige tijd
van het jaar zal voor mij zonder mijn kind altijd zo moeilijk blijven. Nu komt de kerst nog.
Marianne hield daar ook van. Een paar weken voor kerst vroeg ze altijd al, wanneer de
kerstboom nu eens kwam te staan. Die of die had hem al in de kamer te staan. Zodoende stond
hij vaak eerder in de kamer dan ikzelf van plan was. Ze zei dan: ‘Ik vind dit zo gezellig, hé,
met wat kaarsjes erbij. Herinneringen zijn het nu en zullen het altijd blijven.
Ik hoor Ineke binnen komen, die tegen haar vader zegt: ‘Ik ben op het kerkhof geweest en heb
de bloemen even nagekeken en de potten weer recht gezet, die waren omgewaaid door de
harde wind’. Ik ben blij dat Ineke de behoefte heeft om dit geregeld te doen, want het valt mij
zo zwaar.
Mijn gedachten zijn toch een hele dag bij haar en niet alleen bij haar, maar ook bij m’n andere
kinderen en haar vader. Wat gaat er nu in hun om? Wat kan ik voor hun doen, nu ik het zelf
zo moeilijk heb. Ja, zeggen we, we moeten er met elkaar doorheen, er voor elkaar zijn.
Vandaag zijn Tjalling en Ineke 12½ jaar getrouwd. We gaan nog even heen om een bakje
koffie, verder wordt er niks van gehouden, niet één die daar zin in heeft.
Tjalling en Ineke en hun kinderen gaan een midweek naar Centerparcs. Rennie gaat ook mee.
Ik gun het hun van harte om er even tussenuit te zijn, maar ik weet ook dat zij daar met hun
gedachten bij Marianne zullen zijn. Het betekent voor mij, dat ik gedurende vijf dagen niet
meer even bij Ineke kan aanwippen. Als ik Tommie uitlaat, dat gaat altijd zo, omdat zij het
dichtst bij ons woont.
13 december
We zijn naar Peter R. de Vries geweest, dit was in Laren, het ging op opnames voor de
uitzending van zijn programma op 19 december.
Het leek mij te zwaar om daar aan mee te werken, maar we hebben het toch gedaan, met de
gedachte van ‘Al komt er maar één gouden tip binnen. Voor ons, of voor de andere ouders
van vermoorde kinderen, die daar ook aanwezig waren. Voor hen moet je dit ook doen’.
13
Het was inderdaad emotioneel, zwaar, maar ook wel goed, want nu praat je met de ouders van
ook vermoorde kinderen. Lotgenoten en ook voor hun hoop je dat er eens een dader zal
komen. De ouders/grootouders van Marion en Romy weten niet eens waar hun kinderen zijn
gebleven, dat is te erg voor woorden. Ook deze ouders halen alles uit de kast om te weten te
komen wie het heeft gedaan en waar ze zijn.
Rennie en Wilma zijn met ons mee geweest, dat was voor ons wel goed. Ineke had er ook bij
gehoord, maar er is iets mis gegaan. Niet met opzet, de omstandigheden spelen soms een
grote rol.
14-12-1999
Pieter van Kammen met Oene van der Meulen, onze rots in de branding was hier vanmorgen
even. Morgen hebben zij een gesprek met H. Anker, dan horen wij wel hoe dat is afgelopen.
De maatschappelijke hulp is hier vanmorgen voor het eerst geweest. Dat voelde heel goed
aan. Ik heb veel dingen gezegd en uitgelegd. Hoe ik mij voelde en hoe ik over de meeste
dingen dacht. Zo kan zij zich een goed beeld vormen van wat er in mij omgaat en kunnen we
dan verder gaan.
De hoorzitting van de eiergooiers was op vrijdag. Een walgelijke vertoning. Jongens die 1
eitje naar burgemeester Visser hebben gegooid, krijgen straf en een asielzoeker die een meisje
verkracht of aanrand (3 keer gebeurd na 1 mei) daar gaan ze niet eens achteraan. En de ouders
moeten ook deze laatste aanranding vooral stil houden. Wat een ergernis en woede heb je dan
als je daar zit. Ik zou van alles wel willen doen, maar je kunt zo weinig. Het spel van justitie
was ook nu weer overduidelijk. Ze wilden een voorbeeld stellen. Kijk dit doen wij als jullie in
opstand komen richting A.Z.C. Ze zochten er een groepje jongens uit met een strafblad en dat
werd breeduit gemeten. Er waren meerdere jongens bij betrokken, maar die lieten ze gaan.
Het spel van justitie is overduidelijk, voor mensen zoals ons, die alles intens meemaken.
Zondag was de uitzending van Peter R. de Vries, ook alweer zo’n zware dag. Zo’n dag
waarop ik mij weer afvroeg, hoe lang houd je dit vol. Het gemis van ons kind, Marianne komt
zo hard op je af en is nog steeds niet te aanvaarden. Ook de manier waarop roept zoveel
vragen bij je op.
Spencer en Wietse: ‘Waarom’. Het verhaal van jullie klopt niet en is niet waar. We zijn nu 8
maanden verder, maar wanneer komt de waarheid nu eens. In het begin van het onderzoek heb
ik al gezegd richting de vrienden en richting asielzoekers: ‘Hebben ze jullie ook met de dood
bedreigd?’ Dat jullie daarom een ander verhaal vertellen of is het zo geregeld met de
recherche? Ze wilden toch ten koste van alles niet die richting op, dus de waarheid past daar
niet bij.
Na de uitzending van Peter R. ging gelijk de telefoon. Morgen zou, zo werd verteld het R.B.T.
een DNA onderzoek starten onder vrienden en bekenden en andere personen. Als ze nu deze
keer de asielzoekers maar niet overslaan, want dan heeft het geen zin. Marianne haar vrienden
kunnen ze wel vergeten en die andere categorie zijn geen vrienden van haar geweest.
Ik ben zo bang dat justitie nu zelfs Marianne door het slijk probeert te halen. Laat mij dat toch
bespaard blijven, want daar zal geen enkele waarheid in zitten. Ze was een levenslustige,
vrolijke, jonge meid die wel wist wat ze deed. Ik zou nog steeds mijn leven willen geven, als
zij maar door mocht leven, daar had ze toch recht op en voor mij is dit leven met het verdriet
en de pijn ook geen leven meer.
Maar nu ben ik verplicht om door te gaan voor de andere kinderen en kleinkinderen en haar
vader. Je gaat door, maar hoe? Het verlangen wordt steeds groter en je weet ze komt nooit
meer terug. Eens heb ik tegen haar gezegd: ‘Als ik één van mijn kinderen moet verliezen, dan
overleef ik dat niet’. Maar nu is het allerergste gebeurd en op de meest afschuwelijke manier
met onze oogappel, onze Marianne. Hoe overleef je dit als ouder, ik zou het niet weten.
Ik hou van al mijn kinderen, maar het is nu zo stil in huis, veel minder werk en zij was altijd
14
zo duidelijk aanwezig. Dat mis ik zo erg.
28 december 1999
Mijn droom. Ik zag in mijn droom Marianne haar lachende gezicht. Ze danste, ze was zo
vrolijk en ik dacht in mijn droom, lieve kind, maak maar plezier, want volgende week gaan ze
je vermoorden. Ik werd wakker. De werkelijkheid was er weer. Er volgde een heel slechte
dag. Ik moest telkens aan die droom denken.
Het nieuws van het DNA komt in de kranten wij krijgen het persbericht toegestuurd. De
eerste categorie zijn vrienden en bekenden, de tweede mensen die eerder met zedendelicten in
aanraking zijn geweest en de derde mensen die ten tijde van de moord bij de plaats delict zijn
geweest. Asielzoekers dus, maar dat wordt niet genoemd en een andere tip of aangifte is er
niet bij.
Oebele Brouwer komt op tv met het persbericht en verandert de woorden van vrienden en
bekenden in ‘mannelijke contacten’. Hiermee treft hij ons diep en dat ook Tjalling en Willem
(onze schoonzoons) bericht krijgen voor een DNA raakt ons ook in het diepst van onze ziel.
Is dit hun manier nu omdat we bij Peter R. de Vries zeiden: ‘We vechten door voor het recht
van onze dochter’ en omdat we geen vertrouwen meer hadden in Justitie, willen ze ons als
ouders nu op deze manier kapot maken?
Ook de manier waarop ze het in het nieuws brachten trof ons diep. Dat Marianne misschien
met iemand het weiland was ingegaan? Iemand waarvan zij dacht dat ze hier niets van te
vrezen had. Dit is door de recherche zo gebracht en slaat werkelijk nergens op. We hebben zo
vaak naar voren gebracht dat dit werkelijk nergens op slaat, maar ze moeten toch om de
asielzoekers heen en dan is dit ook een manier om het zo te brengen. Maar ook met dit bericht
stellen ze Marianne in een verkeerd daglicht. Ze schromen werkelijk nergens voor terug. Het
is keihard, onmenselijk waar Jan Verkaik mee bezig is en ook Kontant want deze mensen
zetten de lijnen uit van het DNA onderzoek. De woede en haat die je dan hebt, daar kun je
geen kant mee op.
Justitie probeert van alles om de grote menigte mensen op de hand te houden en
geloofwaardig te blijven. Hun afgang in dit onderzoek is voor hun niet te pruimen, dus halen
ze alles uit de kast. Ik denk vaak: ‘Hebben zulke mensen geen gevoelens en geen geweten,
want anders kan dit toch niet’.
Oud en nieuw komt in zicht. Er wordt buiten al veel geknald. Ik zie er tegenop als tegen een
berg. Ik moet er echter doorheen, het liefst zou ik het komend weekend slapend willen
doorbrengen, maar dat kan niet. Flink wezen en doorzetten.
Rennie, Freddy en Esther zijn hier oudejaarsavond. We horen en zien op de tv de nieuwe cd
van de Kast en hebben met elkaar vreselijk gehuild.
Na 24.00 uur zijn Rennie en ik even naar Tjalling en Ineke gegaan. Ineke zat in de kamer te
huilen. Ze kon al dat vuurwerk en geknal niet aanhoren en zien. Daarvoor is ons verdriet te
groot.
Je denkt aan al deze dingen, waar Marianne zoveel plezier aan had beleefd en hoe dat zo op
deze manier gebeuren. Spencer en Wietze geef ons daar eens antwoord op.
Het jaar 2000 begint voor ons zonder ons kind en zuster en vriendin. Wat is dat toch moeilijk.
Wij krijgen weer veel kaarten met veel sterkte en andere woorden. Met de kerst kregen we
een grote kerstdoos vol met levensmiddelen van de familie P. Visser van de Verlengde
Stationsstraat. Het doet ons goed dat er vele mensen zijn die aan ons denken. Van Arnold en
Pietje een rollade, van de familie Joh. Van Kammen een kerststol met weer een leuke kaart.
En zo nog wel meer. Bedankt alle lieve mensen.
Op 15 januari kregen we telefonisch bericht van M. Huizinga dat we bij het O.M. kunnen
komen. Ze willen onze 19 vragen die we hebben opgestuurd, beantwoorden. We gaan hier
liever niet meer heen, want je verwacht elke keer wat helderheid, maar je komt iedere keer
15
weer teleurgesteld thuis. Ze proberen niet eens ons als ouders, iets meer duidelijkheid te
geven, dus laten ze de antwoorden dan maar naar ons toesturen. Je kunt er beide keren niks
mee.
Er staat weer een bericht in de krant. Weer een jongen van 17 jaar doodgeslagen, deze keer in
Vlaardingen. Je ziet de vader van Daniël op tv. Er gaat een golf door je heen en je kunt nu
voelen wat deze ouders en z’n vrienden voelen. Het ‘waarom’. Er komt een stille tocht op 15
januari. Pieter komt bij ons en stelt voor om daarin mee te lopen. Oene stelt z’n busje
beschikbaar en gaat ook mee. Wij als ouders, Rennie, Ineke, Jittie en Afie gaan mee. Het was
een lange reis van plm. drie uren rijden. Maar je voelt dat je er nu moet zijn, ook als protest
tegen zinloos geweld en als steun voor Daniël z’n familie.
De tocht ging door de stad Vlaardingen naar het station waar hij de fatale klap zonder
aanleiding kreeg van een groepje vandalen. Je gedachten gaan naar deze jonge Daniël, maar
ook naar onze Marianne en je denkt weer aan je thuiskomst. Dat ze er weer niet zal zijn. We
waren laat thuis, ’s nachts om ca. 1.00 uur en waren moe, maar voldaan dat we er geweest
waren. De volgende dag was ik geradbraakt en ontzettend moe. Het gemis en de leegte komt
in alle hevigheid weer op je af en je vraagt je weer af: ‘waarom’.
Waarom krijgen we niet wat meer duidelijkheid van de recherche en waarom moeten ze ons
kind nu ook nog in een verkeerd daglicht stellen. Is dit wraak om dat wij als ouders weerbaar
zijn. Deze moord had toch geruisloos in die doofpot gemoeten, daar in Kollum. Hier hadden
ze niet op gerekend, dit komt hun heel slecht uit. Gedachten waar ik elke dag mee omloop.
We hebben gelukkig hulp in deze chaos en dat zijn Pieter en Oene, voor ons van onschatbare
waarde.
Peter R. en H. Anker, deze mensen kunnen ook veel voor ons doen, dingen die we zelf nooit
hadden gekund. Het steuncomité dat opgericht is door Marijke de Haan en Jan Kloosterman,
fantastisch dat deze mensen dat voor ons deden. Nu kan H. Anker doorgaan voor ons, want
anders zou het maar even zijn geweest.
Daar hadden wij het geld niet voor. Het is toch te erg voor woorden, dat wij als ouders van
een vermoord kind, die al zo diep zijn getroffen, nu ook nog moeten vechten voor een eerlijk
onderzoek.
We hebben nu weer een afspraak met Peter R. de Vries en H. Anker. Op 22 januari zullen hier
weer vele dingen besproken worden.
Dennis zat voor de tv met de stille tocht van Daniël en hij begon spontaan te huilen, omdat hij
het zo erg vond van Marianne. Een kind van acht jaar, in hoeverre zijn deze kinderen
beschadigd.
Het gesprek in Zwolle met H. Anker en Peter R. de Vries was wel goed te noemen. Wij weten
nu wat deze heren voor ons doen, maar ook wat ze van plan zijn. Dat de Ali Hasan die in
Turkije DNA heeft afgestaan, wel de goede persoon is, daar twijfelen we allemaal aan. Dit
wordt nu nagetrokken.
H. Anker zal nu met een juridische gang van zaken proberen om toch dossiers van justitie te
open te krijgen. Misschien krijgen wij dan wat meer duidelijkheid. Wij zijn nu dan ook bijna
9 maanden verder en ik vraag me elke dag nog af; wie wordt er nu de dupe van dat ze met een
wijde boog om het A.Z.C. heen gingen met dit onderzoek.
En hoe is het mogelijk dat iedere rechercheur keihard mee liegt in het team.
Henk Heyman bijvoorbeeld heeft hier bij ons in huis verklaard dat de recherche een film had
gemaakt in de Kerkstraat van de Stille Tocht.
Er was geen kop ontkomen.
Maar nu Afie en haar vader ten langen leste en met veel tegengesputter in Leeuwarden
mochten komen om die film te zien, laten ze hun een film zien vanuit het winkelcentrum,
waar ze niet dat verdachte groepje A.Z.C.-ers uit konden halen. Als mijn man dan Henk H.
belt, zegt deze keihard dat die andere film er niet is. Wij hebben wel getuigen die hebben
16
gehoord dat er in het begin van het onderzoek bij ons is gezegd en zelfs meer dan één keer,
dat die film er is. Waarom nu liegen en zeggen dat hij van niks weet? Hebben deze personen
dan geen geweten?
Zo gaat het met alle dingen, als het richting asielzoekers gaat, dan wordt er gelogen en dingen
ontkend. Is het COA dan zo belangrijk voor Kollum? Het gaat natuurlijk om het geld wat ze
aan het COA verdienen. En de politiek speelt er een rol in mee. Denken ze dan niet aan de
veiligheid van en voor onze kinderen. Als ze dat hadden gedaan, was het nooit zover
gekomen.
23 januari
Naar Den Oever geweest. Naar de familie Terpstra. Ymkje was jarig, dat waren altijd
gezellige dagen. 1 keer per jaar doen we dit een hele zondag met de broers en zussen naar
Henk en Ymkje. Ook nu ga je mee, maar wat altijd mooi was, daar kun je nu niet van
genieten. Je vindt nergens meer wat aan.
We reden terug over de Afsluitdijk en ik zag de sterren aan de hemel en dat aan Jittie die eens
zei: ‘Dat Marianne nu als een ster zou schijnen aan de hemel’.
Oh God, we komen straks weer thuis en weer zal het huis leeg zijn, zonder haar. Wat is dit
onmenselijk moeilijk, wat kan je dan je kind vreselijk missen, maar haar leven dat zo vrolijk
was, dat zij dat moest afbreken, door zo’n beest(en), die het recht nam(en). En dan gaat
justitie niet de kant op waar ze deze gasten moeten zoeken, dat is onverteerbaar.
Wat komt er ontzettend veel op je af en wat zal er nog komen. Dit is het ergste wat een ouder
kan overkomen.
15 februari
Rennie is vandaag jarig. Ze heeft geen zin in veel visite, maar ik als moeder en haar zussen en
Esther en Jittie gaan ’s avonds even een kopje koffie drinken. Rennie en ik hebben even in de
gang staan huilen. Het is voor haar ook haar eerste verjaardag zonder Marianne. De gedachte
van ons was: ’36 jaar, dat zal Marianne nooit worden’.
Dezelfde dag kregen we de uitslag van Mieke Huizinga dat ook de tweede groep van het
DNA negatief was, de derde groep was ook negatief, maar daar waren ze niet allemaal komen
opdagen. Dit zal dan nog wel komen.
Ik denk dat dit DNA is gedaan om de grote groep mensen in Nederland te laten weten wat wel
allemaal doen om de dader te pakken. Maar ik denk dat ze nooit met een asielzoeker als dader
komen, dat brengt te veel tegenstand en onrust teweeg. En is er wel een andere? Alles wijst
toch naar het A.Z.C. en dat hebben ze toch laten liggen? Het is voor ons niet een vermoeden,
maar we weten het. Die informatie hebben we wel via andere wegen gekregen.
Er worden in Kollum twee mensen aangesteld door burgemeester en wethouders om te
bemiddelen tussen de voor- en tegenstanders van de verplaatsing van het A.Z.C. Ook wij
worden benaderd en ze komen hier bij ons praten. Hun stelregel is dat ze onafhankelijk zijn,
maar ze willen bewerkstelligen dat de mensen naar elkaar luisteren en weer bij elkaar komen.
Het klonk goed, maar door hierover informatie in te winnen, zijn wij tot de conclusie
gekomen dat we daaraan niet meer mee doen. Er zat ook hier weer een gemeen addertje onder
het gras, waar wij ons niet in kunnen vinden. Er zijn al meerdere groepen op deze manier
afgehaakt.
Er is maar één manier om de mensen tot rust te brengen en dat is het A.Z.C. geen verlenging
te geven.
Het O.M.? Wij als nabestaanden kunnen er niks mee. De ene week zeggen ze dat de derde
sessie DNA negatief is op de vier mannen na en ca. 14 dagen later dan hoor dat via Mieke dat
ze 172 mannen hebben opgeroepen. In totaal zijn er 105 negatief en de andere uitslag krijgen
we aan het eind van de maand maart. We horen de uitslag op 23 maart op Radio Fryslãn.
17
Een dag later belt Mieke mij over de uitslag. Die hadden we dus al gehoord en met een leugen
probeert ze dit recht te breien. Dat ging er bij mij niet in. Waarom moest dit alles toch zo
gaan?
Week 11. In de Kollumer Courant lees ik dat het Oranje Comité er voor Koninginnedag 2000
weer alles aan heeft gedaan om weer een feest te organiseren, met een optocht met versierde
wagens enz. Na de verbijstering komen de tranen. Hoe is dit mogelijk? Een jaar nadat
Marianne in de nacht van Koninginnedag op een afschuwelijke manier om het leven kwam.
Dit toont van weinig gevoel.
Ze hadden voor één keer kunnen zeggen – met Simmer 2000 in het voor uitzicht – dit past nu
niet, wij verschuiven het naar Simmer 2000. Maar nee, met de gevoelens van familie en
vrienden van Marianne wordt geen rekening gehouden.
27-3. Onze woordvoerder Oene en Pieter zijn bezig om op 1 mei een herdenkingsbijeenkomst
te organiseren. Er is al veel geregeld. Van burgemeester Eggens krijgen ze alle medewerking.
De pers is er inmiddels ook achter gekomen, dus dit komt ook in de krant.
Over de invulling van de avond laten we ons niet uit. Ineke heeft al een persoonlijk stukje op
papier. Toen ik dat voor de eerste keer las, heb ik ontzettend gehuild. Lieve Ineke, ook jij hebt
het zo moeilijk. Zelf heb ik iets op papier gezet in het Frysk: ’t Tinken fan ’n mem. De
gedachten waar je altijd mee bezig bent, een gedeelte daarvan tenminste, want anders had het
wel een boek kunnen worden.
Lieve Marianne met je stralende lach, wat valt het zwaar om zonder jou verder te moeten. Ik
zou nog met je willen ruilen. Je was nog zo jong en verwachte nog zoveel van het leven en
daar had je ook recht op.
Dit verschrikkelijke beest die dit op z’n geweten heeft, kreeg alle kansen van de recherche om
weg te komen en zal dus z’n straf wel ontlopen. Het mag toch geen A.Z.C.-er wezen. Alles
wijst die kant op, maar ze lieten die kant liggen, ook hier moeten we mee leren omgaan. Ik
wou dat ik de kans kreeg dit onmens z’n verdiende loon te geven.
Jan Tabak heeft een Fries gedichten boekje gemaakt over Marianne. 23 maart heeft hij ons het
eerste exemplaar aangeboden. Haar lieve gezicht siert de omslag. Het is een goed boekje met
gedichten over het vreselijke gebeuren en over hoe de ouders zich moeten voelen. Hij heeft
het goed weergegeven. Na een paar dagen waren de eerste 150 exemplaren al uitverkocht. De
winst gaat naar het steuncomité.
De herdenkingsdienst op 1 mei was emotioneel zwaar, maar voor ons als familie toch heel
goed. Het programma was grotendeels door de familie met Oene en Pieter in elkaar gezet.
Veel gedichten, terwijl dominee Elverdinck het weer heel goed deed. Muziek en begeleiding
werd verzorgd door Van der Walle uit Veenwouden, terwijl Twarris een paar verzen zong,
waarbij ‘Wêr bist dô’, hun nieuwe cd. Zelfs deze jonge mensen hadden moeite hun emoties in
bedwang te houden.
Mieke Huizinga was er van het O.M. met een bloemstuk. Zij had nog zijdelings gevraagd wat
ik er van zou denken als Jan Verkaik zou komen. Die man heeft nooit naar ons willen
luisteren of begrip op willen brengen. Ook het extra leed wat we van hem er bovenop kregen;
ik zal het hem nooit vergeven. Dan hoeft z’n medeleven deze avond ook niet.
Het was een emotionele bijeenkomst en zoals zovele mensen zeiden: Indrukwekkend.
Op 8 september staat er in de Leeuwarder Courant dat ze het DNA van de dader van de moord
op Maartje Pieck zullen vergelijken met het DNA spoor op Marianne. Mijn man belt 11
september naar het O.M. met de mededeling dat Mieke hem enige weken eerder al had verteld
dat het DNA van Marianne en Maartje was vergeleken en dat het niet overeenkwam.
Mieke Huizinga was niet aanwezig, die was met vakantie en wij wisten weer van niks van ons
enige contactpersoon. Deze Mieke zou er voor ons zijn, we konden altijd bij haar terecht en
18
nu weten we weer niet dat ze er niet eens is.
Mevrouw Gezina van de afdeling Slachtofferzaken zou de vraag van mijn man aan hun
doorspelen. Hoe dit nu weer kon, dat Mieke reeds had gezegd dat het DNA niet overeenkwam
en dan de berichten in de krant van Oebele Brouwer dat het vergeleken zal worden. Ze zou
wel even terugbellen. Na een paar uur belde ze terug, ze snapte er helemaal niets van. Ze zou
nu eerst de hoofdofficier vragen en dan de volgende dag terugbellen.
Dat werd niet dinsdags, maar vrijdag. Het antwoord was: ‘Het was nog niet vergeleken’. Dus
hebben ze weer gelijk. Wij horen niks meer en weten niet waar we met onze vragen heen
moeten. Wij, als ouders zijn hier dagelijks mee bezig en ik denk nog steeds: ‘Hier mag geen
dader bekend gemaakt worden, maar het moet een asielzoeker zijn. Alles wijst die kant op,
maar de recherche wil het doen geloven dat het een blanke man moet zijn’.
Daarom ook de laatste aflevering van ‘Opsporing Verzocht’. Een wanhoopspoging om alsnog
de blik van de asielzoekers af te wenden en hun geloofwaardigheid van hun onderzoek in deze
vreselijke moord op ons kind geloofwaardig over te laten komen. De mensen hier in de regio
zijn al lang hun vertrouwen in dit onderzoek kwijt. Ze weten ook dat deze moord allang in de
doofpot had moeten zitten, dit ter bescherming van het A.Z.C. te Kollum.
Maar waar was onze bescherming, toen er naar de politie is gebeld dat één van ‘onze
kinderen’ is aangerand en bedreigd door een A.Z.C.-er. Daar werd niets mee gedaan. Wij
worden niet beschermd.
23-25 september 2000
Een weekend met de familie Terpstra naar de Huttenheugte. Het leek mij wel goed om er
weer eens uit te zijn. Maar het is vreselijk tegengevallen. Het is net alsof het gemis van
Marianne nog meer op mij afkomt. Genieten! Waarvan? Het lukt niet, ik was zo moe en
voelde me niet lekker.
De gedachten spookten mij steeds door het hoofd. Dit zal zij nooit meemaken. Er waren jonge
mensen met kleine kinderen, ook dat mag zij niet meemaken. Een volgend moment ben je
bezig met dingen die betrekking hebben op het onderzoek. Hans Anker en Peter R. de Vries,
je wilt het recht van je kind, maar dat is allemaal zo duister. Je grijpt elke strohalm aan om
achter de waarheid te komen.
Wat is er gebeurd? En hoe? Zoals het door de recherche wordt gebracht is niet de waarheid en
kan het ook nooit worden. Zij is daar in het weiland neergelegd, het gras stond recht overeind
rondom haar lichaam en ook Jan Verkaik heeft gezegd dat er geen worstelsporen waren. We
hebben nooit bevestigd gekregen dat haar schoenafdruk in de droge sloot is gevonden. De
vraag over haar vingerafdrukken op de fiets is nooit bevestigd. De fiets is niet opgevraagd van
het NS-station in Buitenpost.
Dan weet je dat er enkele weken na 1 mei op het A.Z.C. te Kollum een caravan is afgebrand.
Ook weer heel dubieus. Volgens Jan Verkaik was de nieuwe eigenaar bezig met een
verfbrander en toen ging de caravan in brand. Dat is dus weer niet de waarheid. Hij is op een
nacht opgebrand tussen ca. 1.30-2.00 uur. Bewijsmateriaal soms vernietigt? Wat is daar
gebeurd in de caravan. En waarom zat er deze nacht een bewaker bij de A.Z.C. poort, die net
deze nacht inviel voor de anderen en waarom hoefde de brandweer daar niet heen om te
blussen? Het is allemaal zo duister als de nacht, maar ik wil weten wat er met mijn kind is
gebeurd.
Dit hele onderzoek is één grote leugen en er is niks wat ook maar klopt, daarvoor hebben we
teveel informatie binnen gekregen. We kunnen de recherche niet geloven, ik zou graag willen
dat het anders zou zijn. Dat het voor ons als ouders gemakkelijker zou wezen. Dit is extra
zwaar.
19
08-10-2000
Ik denk aan de woorden van Jan Verkaik (leider R.B.T.), toen we hem vroegen om de
medewerking toe te staan van Peter R. de Vries. Zijn antwoord: ‘Wat kunnen die, wat wij niet
kunnen?’ Dat kan hij dus vanavond met eigen ogen op tv zien.
09-10-2000
Mieke Huizinga van het O.M. belde mij op. Oebele Brouwer en Mieke waren hevig gepikeerd
over mijn woorden in de uitzending van Peter R. de Vries. Ik had gezegd dat ik geen
vertrouwen in hun had. Dat woord heb ik dus niet gebruikt, wel dat we niks mogen weten en
niks van hun horen. Nou dan moet ze de band zelf maar even bekijken. Maar voor hun was
dat hetzelfde. Bouke nam nu de telefoon en zei dat het ook de waarheid was en over dat ze
hun nu gekrenkt voelen zei hij: ‘Nou en, wij hebben ons ook zo vaak door hun gekrenkt
gevoeld’. Hij noemde gelijk twee voorbeelden over dat weiland en de manier hoe de drie
categorieën DNA onderzoek naar buiten hadden gebracht.
En dat het contact met het O.M. zo goed was, zoals Mieke dat zei, dat voelt voor ons beslist
niet zo.
En dat de contacten met H. Anker als tussenpersoon zo goed liepen en hoe moet dat nu?
Mieke laat blijken dat H. Anker voor ons onmisbaar is. Ik heb gezegd: ‘Alleen voor de
contacten naar het O.M. toe, is een advocaat wel erg duur. Dat kunnen we zelf wel’.
En het besluit dat H. Anker er mee ophoudt, is niet onze keuze. Dit heb ik niet tegen haar
gezegd, maar alleen maar gedacht. Het gebeuren, omtrent hoe het besluit van H. Anker tot
stand kwam, dat valt nog enigszins te begrijpen, maar de manier waarop dit is gegaan niet.
We voelen ons weer hopeloos in de steek gelaten door een man waar we toch een jaar lang
onze ellende mee hebben gedeeld en waar we veel van verwachtten. Dat we geen gelegenheid
van hem kregen om ons beider standpunten met elkaar uit te praten dat begrijpen wij niet. Dat
was toch wel het minste wat je kon verwachten. Het was over en uit, daar kunnen we het mee
doen. Onze hoop is nu en ook al veel langer gevestigd op Peter R. de Vries en zijn advocaat
Moszkowicz. We hopen zo intens dat die nu voor ons iets kunnen doen. Ze hebben ook al
zoveel voor ons gedaan.
Ik zal nooit vergeten hoeveel mensen ons hebben bijgestaan en ons hebben geholpen om dit
onmenselijke verdriet te verwerken. Er zijn veel, heel veel, goede mensen en dit doet ons zo
goed. Alleen hadden wij het niet gekund. De andere kant is de recherche, Justitie en het O.M.,
onmenselijk hard, meedogenloos, dat is wat wij hebben ervaren.
Het vertrouwen in onze politie en rechtssysteem zijn we helemaal kwijt, daarvoor hebben we
teveel meegemaakt.
Maaike Vaatstra-Terpstra
20
1 oktober 2000, 09.00 uur
Voorafgaand aan de persbijeenkomst van het OM hebben we een gesprek met Ten Kate en
Mieke. Hierbij nemen ze de dingen met ons door wat op de persbijeenkomst wordt gebracht.
Het is voor ons grotendeel oude koek, alleen dat ze nog 200 DNA willen doen en dat het
onderzoek is verlengd met 4 maand, dat is nu voor ons nieuw. We hadden maanden niks
belangrijks van hun gehoord, maar P.R. de Vries komt met een programma op tv, 8 oktober.
Dus nu moeten ze ook weer wat doen. Ik heb Ten Kate weer gevraagd naar de Irakees en
Afghaan en dan nog de asielzoekers die vlak na de moord zijn weggebracht. Hij werd
geïrriteerd en zei me dat ik eens moest ophouden over de asielzoekers. Kijk maar naar
Kampen, ook dat meisje is vlakbij een AZC gevonden en dat is ook een blanke man. Voor mij
het is nog een verdachte, waarom wordt niet bekend, dat het DNA klopt? En onder druk
bekennen is toch ook in Putten gebeurd? Ten Kate, er is geen duidelijk DNA van Maartje.
Hoe kan Mieke ons dan bellen dat Marianne en Maartje haar DNA niet overeenkwam, dat
was nog voordat deze verdachte was opgepakt.
De persbijeenkomst was voor ons nieuw en dat hebben we aan Peter R. overgelaten. Deze
stelde heel gerichte vragen aan Oebele Brouwer en ook Jan Verkaik moest het ontgelden, deze
wist niet wat te antwoorden. Er was het eerste uur bij Ten Kate ook een vertegenwoordigster
van Moszkowicz bij. Het geeft ons weer vertrouwen dat Peter R. met deze advocaat iets kan
bereiken om toch het DNA er door te krijgen, de dader moet worden gepakt. Wij willen de
waarheid weten in dit netwerk van leugens van de recherche en Wietze en Spencer. Ik heb
nog tegen Ten Kate gezegd: wat zei ik u verleden jaar, hier mag geen dader komen. Nu zijn
we 1 jaar verder en hij is er nog niet. Jullie zijn alleen maar bezig om voor de Nederlandse
bevolking de blik van het AZC en als recherche en justitie nog geloofwaardig over te komen.
Zijn antwoord: hij hoopte nog eens mijn ongelijk te bewijzen. Dat hoop ik ook, want dan is er
een dader, maar ik denk niet dat het ooit gebeurt. Na de uitzending van Peter R. de Vries
belde Mieke maandagsmorgens. O. Brouwer en Mieke waren nogal geïrriteerd over mijn
uitspraak bij Peter R. dat ik geen vertrouwen in hun had. Het woord vertrouwen heb ik niet
gebruikt, maar wel dat we niks van hun hoorden en niks mogen weten. Nou en, dat is toch ook
zo. Oebele Brouwer heeft ons ook niet gespaard, met de manier hoe hij verschillende dingen
naar de pers toebracht. Daar is toen wel door ons om gevraagd, maar iets veranderen was er
niet bij. Mijn man noemde Mieke met het telefoontje gelijk twee voorbeelden hiervan. Dat is
de berichtgeving over de 3 categorieën DNA. Hoe ze dat brachten. De 3
21
e
of 2
sessie waren
mannelijke contacten van Marianne, dat was dus uit de lucht gegrepen en kwam voor ons als
ouders verschrikkelijk over. Dan nog dat ze misschien met een het weiland was ingegaan en
dacht dat ze niets had te vrezen. We hebben nadrukkelijk gezegd dat dat niet gebeurd was.
Dat zou ze nooit doen. Daarvoor kennen we onze dochter te goed. Maar nee, ze wilden naar
ons, als ouders, nooit luisteren. In een later stadium, toen ze met een daderprofiel kwamen,
was deze suggestie van de baan. Maar voor ons was het kwaad al geschied. Ons kind werd
naar voren gebracht op een manier die ze niet verdiende en dat doet ontzettend veel pijn. Ze
deinzen nergens voor terug om hun doel te bereiken en dat is de blik af van de asielzoekers.
Waarom niet de goede Irakees gepakt en ook de Afghaan. Ze hadden ze DNA af kunnen
nemen om ze uit te sluiten. Ze zijn na 1 mei 1999, toen ze plotseling waren verdwenen, hier
nog in de omgeving gezien. Dat werd gelijk aan de recherche doorgegeven, maar nee, die kant
wilden ze niet op, terwijl alle tips wel naar de asielzoekers wijzen.
27 oktober 2000
Het kort geding van Peter R. de Vries en Moszkowicz heeft plaats in Leeuwarden. Voor ons
weer een spanning. We zijn op aanraden van er niet heen geweest. Ik had eigenlijk de kracht
ook niet meer en wij hadden ook niets meer toe te voegen. Het vertrouwen dat we hebben in
Peter R. en Moszkowicz is groot, dus met de nodige informatie van ons en onze
e
woordvoerders kunnen ze wel aan de slag. De uitslag komt over 14 dagen. We hopen zo dat
het door kan gaan. Een grootschalig DNA-onderzoek, misschien dat er eens duidelijkheid
komt. M’n eigen gedachte is dat het OM ook dit afwijst (ze wijzen immers alles af) en dat ze
wel weten waar de daders gezocht moeten worden, maar dat hebben ze toch in het
rechercheonderzoek laten liggen. En nog: als ik hun voor de derde keer vraag naar de Irakees
en Afghaan en de A.Z.C.-ers die kort na 1 mei zijn weggebracht, dan wordt Ten Kate
geïrriteerd. Hoe kan ik deze aanwijzingen ooit loslaten als ik hier geen antwoord op krijg. En
met het zeker weten hoe dit onderzoek van de recherche is gelopen, alle tips laten ze links
liggen, niks mee gedaan, daar wilden ze niks mee doen. Dan zijn we nu anderhalf jaar verder
en dan wordt er om een DNA-onderzoek gevraagd, dan willen ze dat niet doen, dan weten wij
wel de conclusie te trekken; het waarom-niet. Zondag komt er weer een uitzending van Peter
R. Dan wordt er weer aandacht aan besteed. Laten we hopen, dat hij en Moszkowicz het
onrecht wat hier gaande is naar boven kunnen halen, laat dat maar eens duidelijk worden.
24 oktober 2000
Ene Ate de Jong van het COS in Friesland is bij ons op bezoek geweest. Dit naar aanleiding
van een telefoongesprek tussen Bauke en hem. Nu heeft hij de andere kant waar wij als
burgers en ouders mee zitten ook eens kunnen horen. Want dit soort mensen belichten altijd
alles van één kant. Want de andere kant kennen ze niet en doen in de meeste gevallen daar
ook geen moeite voor. We hebben in goede harmonie met hem meerdere dingen verteld, die
hier in de omgeving zo fout zijn als het maar kan. Hij gaf ook toe dat hij verkeerd was
geweest om ons wel een bos bloemen te sturen na de demonstratie in Kollum, oktober 1999,
maar dat had hij persoonlijk moeten doen. Zo heb ik hem ook gewezen op de ingezonden
stukken die de dominees uit Kollum in de media schreven. Zonder ooit eens de moeite te
nemen om de familie te bezoeken of proberen daar wat troost te brengen. Dan komt er een
stuk in de Kollumer Courant van ds. Kwast. Een dominee die in het verleden veertien jaar in
Kollum heeft gestaan. Voor ons een goed stuk, dat is de realiteit, maar daar schreef gelijk een
rechercheur uit Kollum tegenin met Bijbelteksten en al. Weer zoiets; de waarheid mag niet
geschreven worden, maar deze rechercheur moet toch ook weten hoe dit onderzoek naar de
dader is gelopen. Dat hij dan nog het lef heeft om op ds. Kwast z’n schrijven te reageren. Dat
is onbeschrijflijk. Of zou het een manier van zelfverdediging zijn? De mensen die enigszins
met dit wel en wee van de recherche bezig zijn, die weten wel hoe dit alles is gegaan en ook
dat de politie, als het om een asielzoeker gaat, niks wil doen. Dan ben je rechercheur in
Kollum en maak je dit alles van dichtbij mee, dan ga je je op deze manier verdedigen, door ds.
Kwast op een beledigende manier aan te pakken in de Kollumer Courant, dat is ver onder de
maat.
Ate de Jong van het COS schreef ook en nam het ook voor deze rechercheur op, want hij had
zelfs dreigbrieven gekregen, zei hij. Zo werkt het wel, wie de bal kaatst, kan hem terug
verwachten. Ate de Jong heeft de moeite eindelijk genomen om bij ons op bezoek te komen
en de andere kant van de medaille eens te horen. Zover zal het met deze rechercheur niet
komen, want ik denk niet dat hij hier bij ons er wat tegenin kan brengen. Dan denk ik aan de
woorden van ds. Kwast: ‘O, aarde, bedek haar bloed niet’.
Vrijdag 29 oktober 2000
Peter R. en Moszkowicz besteden weer aandacht aan het DNA. Ook Bauke spreekt een paar
woorden tot Severein van het OM. Dit is, dat hij verleden jaar tegen ons zei, dat ze alles, maar
dan ook alles uit de kast zouden halen om de dader te vinden. Maar nu zijn we anderhalf jaar
verder en nog geen dader. Dan vragen we om een grootschalig DNA via Peter R. en dan wil
het OM dit niet, dan halen ze dus niet alles uit de kast, of zouden ze wel weten waar ze de
dader moeten vinden, maar mocht, hij omdat het om asielzoekers ging, niet voor het daglicht
22
komen? Maar hoe moet je als ouders hiermee verder leven, te weten dat dit onderzoek naar de
daders met eerlijk recherchewerk niks te maken heeft. Ze zijn alleen bezig om ten koste van
alles de asielzoekers uit beeld te houden en zelf nog geloofwaardig over te komen. Het doet
ons goed dat we nu hulp hebben van Peter R. en Moszkowicz. Als zij nu het grootschalig
DNA er door kunnen krijgen, dan komt er vast meer duidelijkheid. En wie weet, als ze alles
meenemen wat er op 1 mei 1999 woonde in deze regio en te gast was, dan kan de dader toch
worden gepakt. Wij als ouders en familie willen weten wat er precies gebeurd is en hoe het is
gelopen, want het verhaal zoals het gebracht wordt klopt niet en is niet de waarheid. Ze zou er
nooit voor kiezen om alleen verder te fietsen. Ze had het nooit gedurfd. Er zijn andere dingen
gebeurd en die mogen van de recherche of Dick Sletering niet gezegd worden. Dit ter
bescherming van de asielzoekers en van Spencer en Wietze. Zijn deze jongens misschien ook
met de dood bedreigd, als ze iets zouden loslaten? Wat voor figuren zaten daar in Kollum in
het A.Z.C. In elk geval wel 130 jonge mannelijke asielzoekers in de leeftijd van 18 tot 30 jaar.
O God, waren deze mensen maar weggebleven. Dan had ons kind vast nog geleefd.
Het weer is donker en triest, zo voel ik me ook. Gisteren ben ik nog op het kerkhof geweest.
Het besef dat daar je vrolijke, levenslustige dochter ligt is niet te aanvaarden en de gedachte
wat moet ze hebben doorstaan. De angst, de pijn. Heeft ze nog om ons geroepen in haar
doodsangst. Deze gedachten spelen vaak door mijn hoofd. Daar kun je echt gek van worden.
Maar ik word niet gek. Ik doe de dingen die moeten worden gedaan en m’n gedachten tollen
wel door. Hoe is het mogelijk dat een ouder dit kan doorstaan. Ik had nooit voor mogelijk
gehouden. Als ik nu voor ons slaapkamerraam sta en kijk naar het kerkhof, dan denk ik: nog
even, als de bomen helemaal kaal zijn, dan kan ik haar graf vast wel zien liggen. Het gevoel
van pijn en heimwee trekt door je heen en ik denk dan, waarom moet ik verder leven. Het
antwoord weet je wel, voor m’n man en de andere kinderen. Maar het is zo zwaar. Ik ben zo
moe en ik mis haar zo. Allemaal, ook de kinderen. Het zal nooit meer worden zoals het was.
Deze woorden zei Ineke gisteravond nog tegen me. Johan en Gryte komen langs en vertellen
ons dat ze in ondertrouw gaan en van plan zijn om in februari 2001 te trouwen Dit komt voor
ons allen vrij onverwacht en we feliciteren hun en proberen blij voor hun te zijn. Een flink
meisje; volgens ons allen een juiste keuze. We vragen hun wat ze van plan zijn op de
huwelijksdag. Gryte vertelt: alles zoals het hoort, met ’s avonds een feest. Ja, het leven gaat
verder en Johan en Gryte hebben het recht om hiervoor te kiezen. Gryte heeft Marianne ook
niet gekend. Het zal een moeilijke dag worden voor ons allen. Ook Johan hield zoveel van z’n
kleine zus en zal het vast deze dag ook moeilijk hebben. Felicitaties zullen we in ontvangst
moeten nemen.
Hoe kom je hier door en red ik dat wel? Ook deze dag zal ik proberen me positief op te
stellen. Het zal vast lukken. Het gemeentehuis in Kollum, daar gaat het naartoe. De
Keningswei, moeten we daar ook nog langs rijden? Dat is iets, dat lijkt me nu nog niet te
doen. Het had voor ons allen beter in een andere gemeente gekund. De confrontatie met
Kollum en de Keningswei, waar Marianne haar einde vond, kunnen we die deze dag wel aan.
Ik ben er nooit meer geweest. Of moet ik toch proberen de plaats waar ze gevonden is eens te
bezoeken. Lammie Luten deed dat ook. Misschien moet ik dat ook nog eens doen.
30 oktober 2000
Opsporing verzocht komt op de televisie. Tot m’n verbazing besteden ze weer aandacht aan
de moord op Maartje Pieck. Deze is toch voor hun opgelost. Of moeten ze daar ook weer een
poging doen om het weer geloofwaardig te maken. Zou dit naar aanleiding van m’n woorden
met Ten Kate zijn? Want waar blijft de uitslag van het DNA. Dat klopt vast niet, anders was
het wel bekendgemaakt. Moet daar in Kampen ook alles worden gedaan om de blik af te
23
wenden en de mensen ook tot bedaren te brengen?
2 november 2000
Onverwacht staat hier een mevrouw voor de deur. Ze had ons wat te vertellen en liep er al een
jaar mee om, maar durfde nooit naar ons toe, maar nu was ze er met een vriendin. Haar zoon
had een verklaring bij de recherche afgelegd, kort na 1 mei 1999. Hij en zijn vriendin waren
ook in de Paradiso in Kollum geweest en waren omstreeks dezelfde tijd als Spencer en Wietze
met Marianne ook vertrokken uit de Paradiso. Ze fietsten ook op het fietspaadje naar
Buitenpost toe. Na de tennisbanen hadden ze Spencer en Wietze gezien die bij een fiets bezig
waren of iets dergelijks. Hij had Spencer nog gegroet, want hij kende Spencer wel, maar daar
was Marianne al niet meer bij. Dit alles is bij de recherche verklaard. De beschrijving van de
kleding die Spencer aan had klopte, zei de recherche. Maar tot z’n verbazing werd het verhaal
via Opsporing Verzocht alle keren anders gebracht dan de werkelijkheid was. Hij en z’n
vriendin hadden toch een verklaring afgelegd en waarom werd nu het verhaal anders gebracht.
Met dit kwam nu de moeder van Ferdi Brouwer bij ons. Dit bevestigt enigszins ons denken,
wat er vaak hebben gezegd. Het verhaal van Spencer en Wietze klopt niet en is niet de
waarheid. Het verklaart ook waarom Spencer de volgende morgen in het Paradyske zocht en
z’n verklaringen tegenover Afie en ons nooit dezelfde waren. Een leugen kun je niet 3 keer
gelijk vertellen, maar de waarheid wel. En het verhaal van hem en Wietze in de shoarmazaak
in Buitenport klopt ook niet helemaal. Ze verklaarden dat ze daar met z’n tweeën waren
geweest, maar Wietze was daar niet meer bij. Zo zijn er meer tegenstrijdige verhalen die deze
twee jongens hebben opgehangen naar Afie maar ook naar ons toe. Ik heb vaak gezegd:
richting Spencer en Wietze en richting asielzoekers, maar daar mag de recherche toch niet
heen. Werd daarom het verhaal nu zo gebracht? Laten we toch hopen dat deze puzzelstukjes
nog eens op de goede plaats vallen. Met medewerking van Peter R. de Vries gaat het vast
lukken. Daar is onze hoop nu op gevestigd. Wij willen de waarheid weten. Deze krijgen we
niet via de recherche of justitie. Dat is ons allang duidelijk. Er zijn andere belangen die voor
hun zwaarder wegen. Daar past niet het pakken van de daders bij, als die uit deze
belangenhoek moeten komen. Een boer weet te vertellen dat in het Paradyske ’s nachts vele
groepjes asielzoekers rondhangen op vele plaatsen in groepjes van 4 à 6 man. Deze boer
moest ’s nachts op z’n land wezen en kwam zo tot deze ontdekking. Als de mensen die van de
recherche een spreekverbod kregen opgelegd nu eens begonnen, dan zou er veel meer
duidelijkheid komen, zoals Age Bruning, de directrice van het A.C.Z.; al deze mensen die
enigszins verbonden zijn met het A.Z.C., willen niet meer praten uit eigenbelang of een
zekere angst. Zo ook een vakantiehulp die bij taxibedrijf in Kollum tijdelijk werkte. Hij
verklaarde, dat er na de moord, verscheidene asielzoekers zijn overgeplaatst naar andere
centra’s. Maar toen de baas terugkwam van vakantie was dit gelijk gebeurd. Er mocht niks
meer worden gezegd. Elk taxiritje brengt toch geld in het laatje. En dan werkt zo iemand aan
de doofpot daar in Kollum mee. Zo gaat het met zoveel dingen. Je kunt het niet begrijpen dat
ze dan niet meer meewerken om deze verschrikkelijke moord mee helpen op te lossen. Naast
al deze ellende zijn er ook goede dingen die op ons afkomen. Zo kwam één van onze
woordvoerders onverwacht met een nieuwe video langs. Dit is door deze twee, Oene en Pieter
geregeld. Nu kunnen we zelf de videofilm van de herdenkingsdienst in onze eigen kamer
bekijken, op het tijdstip waarop wij dat willen. Daar zijn we heel blij mee en hun zeer
dankbaar. Dan denk ik aan Marianne dat ze ook graag een video wilde, dan kon ze eens een
filmpje huren. Dat leek haar fijn. Maar we hadden niet de middelen om deze dingen te kopen
en voor ons was dat toen niet rechte noodzaak. En nu staat hij er wel, om haar
herdenkingsdienst te bekijken en ook de videofilm van Peter R. over de rechtszaak met
Moszkowicz over het grootschalige DNA. De uitslag over het doorgaan van dit DNA zal a.s.
vrijdag bekend worden. Na alle tegenwerking verwacht ik hier niet de goede uitslag van.
24
Oene en Pieter, onze woordvoerders, die vanaf het begin ons hebben bijgestaan met raad en
daad. We zijn nu anderhalf jaar verder en ze gaan met dezelfde energie en wilskracht door.
Wat is dit uniek, voor ons een bewijs dat er zulke goede mensen bestaan. Want in deze
ellende en de tegenwerking die je als ouders krijgt, als je vecht voor het recht, waar wij als
ouders toch recht op hebben. We waren in al deze ellende zonder hun ten ondergegaan. Hoe
kunnen we hun daar ooit genoeg voor bedanken. Ook de vrouwen en kinderen moeten hun
man en vader zo vaak missen als ze voor ons bezig zijn. Ook zij moeten dit alles maar
opbrengen. Ook daaraan denk ik vaak, wat een gouden gezinnen moeten dit zijn. Dit alles
bewijst voor ons dat we het vertrouwen in de mensen niet hebben verloren, maar alleen in
justitie. En terecht, wat we daar in deze anderhalf jaar tijd hebben meegemaakt wens ik m’n
ergste vijand niet toe, alhoewel bij mijn weten, heb ik die niet eens.
7 november 2000
J. Kloosterman kwam ook weer met nieuwe informatie via een bewaker van de Marwei
gevangenis in Leeuwarden, deze bewaker hoorde van een telefoongesprek van een
gedetineerde Irakees dat hij wel kon zeggen wie de moordenaar van Marianne was. Z’n vrouw
of vriendin had hem per telefoon aangeraden dit niet te doen, want hij zou aan z’n eigen sores
genoeg hebben. Dit is bij de directie van de Marwei terechtgekomen en deze moesten Justitie
hebben ingelicht. Nu zouden ze tot de slotsom zijn gekomen om hier niks mee te doen, want
dan zou er wel eens oorlog kunnen komen, aldus het verhaal zoals het bij ons is gebracht. De
naam van deze bewaker is bekend, maar hij mag vanuit z’n werk dit niet naar buiten brengen.
Het zou hem z’n baan kunnen kosten. Dan denk je; is iemands baan belangrijker dan het
oplossen van deze moord? Deze Irakees zat sinds 3 à 4 weken in de Marwei. Als je als ouder
dan deze dingen allemaal te horen krijgt dan denk je: het is nu toch niet meer mogelijk dat
deze moord op onze dochter de doofpot ingaat.
7 november 2000
In het programma Breedbyld van TV Fryslãn van Eelke Lok zijn deze keer te gast Peter R.,
Bauke en Oene. Hierin worden dingen besproken over het DNA en ook over het
opsporingsbeleid. Bauke zegt duidelijk dat de recherche linksaf hadden moeten gaan, maar ze
gingen rechts.
Eelke Lok vroeg hem of de mijlpijl niet eens bereikt was, met te vechten. Bauke antwoordde:
‘Nee, ik ga door tot het bittere einde, dat ben ik aan m’n dochter verplicht’. Daar denk ik net
zo over. Elke ouder zou het zo doen. Als ze wisten dat het recht z’n beloop niet mag krijgen,
dat andere belangen zwaarder wegen, dan het oplossen van deze moord op ons kind. Verleden
jaar zei iemand tegen mij: je moet alles opschrijven, want als je een jaar verder bent, dan ben
je veel dingen vergeten misschien. Dat heb ik dus gedaan en daar ben ik nu blij mee. Wie
weet wat we er nog eens mee kunnen doen. Veel uitspraken hebben ons diep gekrenkt en vele
dingen van de recherche staan in m’n geheugen gegrift en die gaan niet zomaar weg, ze
achtervolgen je elke dag en elk uur. Hoe is het mogelijk dat deze mensen het op deze manier
kunnen doen. Ze zijn zelf toch ook vader en hebben een gezin. Hun geweten moet toch eens
beginnen te knagen. En dat gaat zondags ook nog naar de kerk. Dit druist toch regelrecht
tegen eerlijkheid en oprechtheid in. Of ben ik maar een domme moeder die haar kinderen met
zorg en normen en waarden heb grootgebracht en niet wist dat mensen van justitie, OM, etc.
de macht hebben en gebruiken zoals het hun uitkomt. Dan denk ik aan de woorden van
Meindert Tjoelker z’n vader. Deze had hij gezegd tegen Mieke Huizinga van het OM. ‘Wiens
brood men eet, diens woord men spreekt’. Wel toepasselijk, ik denk er nu net zo over. Het is
meedogenloos en onmenselijk hard hoe dit spel hier wordt gespeeld. Hiertussen moeten wij
als familie en nabestaanden ons proberen staande te houden. Ons verdriet proberen te
verwerken. Het gemis van onze vrolijke levenslustige dochter. Hoe moeten we dat doen, als je
25
daarnaast ook nog eens moet vechten voor het recht. We hebben gelukkig hulp, anders weet ik
niet hoe het was gelopen. Je grijpt je vast aan de mensen in de hoop dat alles toch eens boven
tafel komt. Die hoop heb je en dat geeft je kracht om door te gaan, met de wetenschap dat er
mensen zijn die je helpen en naast je staan en ook hetzelfde doel hebben. Deze moord moet
worden opgelost en mag niet in de Kollumer doofpot belanden. Voor mijn gevoel zit daar al
teveel in. Ik denk aan het boek wat Peter R. de Vries schreef met als titel: ‘Een moord kost
meer mensenlevens’. Zo is het ook. Je moet door. Je hebt geen keuzen. Als ik naar mijn
kinderen kijk, de gezichten, eens zo vrolijk, zo opgewekt en levenslustig. Dat is allemaal weg,
ze worstelen elke dag met het verschrikkelijke gebeuren rond de moord op hun zus. Het zal
nooit meer hetzelfde zijn. Er komt een bloemstuk van familie De Haan met een kaartje erbij
van ‘sterkte’. Dat zal voor morgen bedoeld zijn. De dag dat de uitslag komt van wel of niet
grootschalig DNA. Zoiets doet ons goed. De wetenschap dat je niet alleen staat.
9 november 2000
Mieke belt me op. Bauke z’n vraag, die bij het OM ligt, zou hij binnen een week antwoord op
krijgen. Deze vraag was naar aanleiding van de papieren die we teruggestuurd kregen van H.
Anker. Het verloop van het onderzoek; daarin stond dat er op of nabij de Keningswei en
tunneltje geen enkele asielzoeker was waargenomen, dus voor hun geen reden om het A.Z.C.
mee te nemen in het onderzoek. Dat is dus een grove leugen. Twee donkere typen in de berm
weggedoken. Dit heeft Severein ons bevestigd. Dan nog de Afghaan die ook met een
noodgang door dit tunneltje fietste. Daar zijn ook getuigen van. Deze vraag over de twee
donkere mannen ligt nu bij het OM. Het zal me benieuwen welk antwoord ze nu weer
ophangen…
10 november 2000
De DNA-uitslag is voor ons negatief. Je zou toch denken dat ze er na het betoog van
Moszkowicz er niet meer onderuit kunnen. Dit bevestigt voor mij, dat ze wel weten waar ze
de daders hadden moeten zoeken en dan heeft zo’n groot DNA-onderzoek geen zin. Dit wordt
nu door Moszkowicz verder aangevochten.
12 november 2000
We zijn met twee van onze kinderen onderweg naar Hilversum. Er worden weer opnames
gemaakt van Peter R. Onderweg krijgen we telefoon van Wilma. Er is een jongetje geboren.
Een kleine Syds genoemd. Naar Willem z’n vader. Na drie meisjes nu een jongetje. Alles is
goed. We feliciteren haar en beloven op de avond even langs te komen. Het eerste kleinkind
die Marianne nooit zal zien. Voor ons is dit kindje weer een lichtpuntje in deze donkere tunnel
waar we allemaal inzitten. ’s Avonds zijn we naar Willem en Wilma geweest om de kleine
Syds te bewonderen. Klein en lief en Wilma was zo trots op hun kindje in de armen. Een echt
moedertje. We houden ons allemaal flink en proberen gewoon te doen en dat lukt aardig. Half
tien zitten m’n man en ik thuis in spanning weer te wachten op de uitzending van Peter R. Ik
ben blij dat nu toch de leugens van Spencer en Wietze, samen met die van de recherche, via
dit programma duidelijk in beeld worden gebracht. Daar zijn we de mensen, die met de
verklaring kwamen, dankbaar voor. Dat ze deze dingen niet alleen naar de recherche toe, maar
na zo’n lange tijd ook via de goede wegen naar buiten brachten. Het begin is er. Dit
puzzelstukje valt op de plaats van de grote puzzel waar we mee bezig zijn. Het verklaart ook
waarom Spencer in het Paradyske zocht naar Marianne. Daar was ze toch niet langs gefietst,
als hun verhaal zoals het is gebracht had geklopt? Waarom zocht hij dan een andere richting
op? Waarom konden ze nooit hetzelfde verhaal vertellen bij ons. Gewoon, omdat het de
waarheid niet was. En waarom wordt de familie Sletering beschermd en bijgestaan door de
recherche? Daar is dus een goede reden voor.
26
16 november
De fax van Severein komt binnen. Een ontkennend antwoord. We hadden dit wel verwacht.
Getuigen hebben we genoeg, dat hij het wel heeft bevestigd van die 2 donkere typen. Maar zij
hebben de macht en die wordt gebruikt. En weer krijgen we een leugen voorgeschoteld.
17 november
De rechtszaak dient van het hoger beroep van de WOB-procedure. Ineke en Rennie gaan met
ons mee. Mevrouw Ruys is er als advocate van ons. Een lang betoog van beide kanten,
waarvan je als gewoon burger het meeste niet weet, wat die dure woorden allemaal betekenen.
De uitspraak komt over +/- 3 weken en ik stel me er niets van voor.
18 november
Er komt hier een meneer. Deze schrijft boeken over het onrecht, politiek getinte onderzoeken
e.d. Ik vraag hem wat hij van het onderzoek naar de dader denkt. Hij denkt er net zo over als
wij. De belangen wegen zwaarder dan de moord oplossen. Dit bevestigt voor mij dat het niet
alleen ons denken is, maar velen met ons denken er net zo over en zeggen dat dan ook. Ik zit
het programma ‘Get the picture’ te zien, één van de programma’s waar ik nog belangstelling
voor kan opbrengen. Tot mijn verbazing wordt er een vraag gesteld waar Marianne Vaatstra
in wordt genoemd. De vraag is de ‘V’ van iemand die een grootschalig DNA aanspant tegen
de staat in de zaak Marianne Vaatstra. Het antwoord kwam: dat was Peter R. de Vries. Dan
denk je, hoe is dit mogelijk. Mogen ze in zo’n quiz zomaar de naam van je vermoorde dochter
gebruiken. Dit willen we niet. Maar ook dat moet je maar aanvaarden en over je heen laten
komen. Ik zou naar het kerkhof gaan om de planten en bloemen te verzorgen, maar het begint
te regenen. Net weer een huilbui gehad, waar ik dan weer hoofdpijn van over houd. Je hebt
van die dagen dat je wel alles kapot zou willen slaan. Van de onmacht die je voelt, in ons
kapotte leven. Soms sta ik voor het raam en dan denk ik; het zou mogelijk moeten zijn dat
Marianne weer thuis kwam fietsen. Haar stralende lach en de hand die dan omhoog kwam als
ze me dan zag staan. Maar dat zal nooit weer gebeuren. ‘Vermoord”. Ik zou de tijd terug
willen draaien, de eerste keer naar Kollum uitgaan. Ik zou het verbieden. Als ik toen wist wat
we nu weten… Maar de burgers mochten hier niks van weten. De gevaren die er zijn onder
deze vele culturen. Stil, stil over alles wat deze mensen aangaat. Dat we niets wisten, dus ons
kind ook niet konden waarschuwen, dat is wat ik een heleboel mensen kwalijk neem, die
hierbij zijn betrokken. Het waren toch altijd die arme asielzoekers die al zoveel hadden
meegemaakt. Onzin! Economische gelukzoekers! Het merendeel jonge mannen, die de
misdaad hier welig laten tieren. Ze moesten eens weten wat zij nu moeten doormaken. Een
lange donkere tunnel waaruit niet te ontsnappen valt. Freddie heeft Marianne in huis niet
meegemaakt. Hij was toen al getrouwd. Te jong. Het huwelijk ging ook mis. Hij kwam naar
voren als een sterke man na 1 mei 1999. Alles werd door hem geregeld en dat deed hij
voortreffelijk. Geheimzinnige en hele rare telefoontjes kreeg hij thuis, ook wel ’s nachts. Dat
was beangstigend, maar hij en z’n vriendin hebben zich er goed doorgeslagen, ondanks zijn
grote verdriet. De dingen doen, die gedaan moeten worden, dat moet je dan wel kunnen.
Rennie, de ellende is van je gezicht af te lezen. Dat denk ik zo vaak. Ze heeft het zo vreselijk
moeilijk maar probeert toch door te gaan. Weer aandacht besteden aan haar tantezeggertjes.
Rennie betekent zoveel voor hen. Dat extra beetje aandacht kunnen ze bij tante Rennie
vinden. Zo was het ook met Marianne toen ze nog kind was. Ik zou haar ook zo graag helpen
en bijstaan maar weet vaak niet hoe. De kracht ontbreekt dan ook. Ineke maak ik het meeste
mee, omdat ze dichtbij woont. Ze laat haar emoties weinig los, maar ik weet hoe moeilijk zij
het heeft. Ze kan zich niet concentreren en vergeet dingen. Dat heeft er alles mee te maken.
De angst die ze heeft voor haar twee kinderen. Daar moet niets mee gebeuren. En toch zal zij
27
haar kinderen eens moeten laten gaan. Dat zal zwaar voor haar worden. Wat zou ik graag
willen dat ook onze kinderen deze ellende bespaard was gebleven.
Wilma, net weer moeder geworden van haar vierde kind. Liefdevol zit ze met de kleine in
haar armen. Ook deze vreugdebolle gebeurtenis wordt overschaduwd en zo zal alles wat komt
met deze schaduw gepaard gaan. Ik weet ook dat deze dochter het heel moeilijk heeft met het
verlies van haar zus. Ook zij moet door voor haar man en kinderen. Proberen zonder teveel
emoties haar kinderen te begeleiden en groot te brengen. Het is ook voor haar een zware weg.
Met haar eerste drie kinderen was Marianne er ook bij en nu met haar zoontje niet. Wat zal
dat een pijn geven. De herdenkingsdienst van 1 mei jl. sloot zij af met een gebed. Ze vroeg of
haar ouders de kracht en steun mochten krijgen op deze zware weg. Deze dingen vergeet je
nooit weer. Het geloof in God, ook daar worstelt ze mee. En vooral het gebed. Vergeef ons
onze schuldenaren. Dat is iets dat zullen we nooit kunnen.
Johan. Vanaf 1 mei 1999 heeft hij zich naar ons toe voor veel dingen afgesloten. Als de
recherche hier kwam, 1 keer per week, was hij er meestal wel bij, maar zei dan weinig. De
woorden die hij wel zei, waren dan ook typerend hoe hij over dit onderzoek van de recherche
dacht (‘Als deze amateurs deze moord moeten oplossen, vergeet het maar’). Dit was nog in de
periode dat wij nog wel vertrouwen in de recherche hadden. Begin augustus 1999 was dat
vertrouwen in hun onderzoek voor ons ook weg en dat heb ik Jan Verkaik dan ook duidelijk
gemaakt. Elke week werd er gezegd dat we vooral vertrouwen in hun moesten houden, want
ze hadden het beste rechercheteam dat er was. De contacten naar ons toe werden door hun
verbroken. Jan Verkaik heeft Johan nog geprobeerd te bepraten, zodat hij toch wel vertrouwen
in hun moest houden. Zijn antwoord was tegen Verkaik: ‘Vertrouwen moet je verdienen en
dat heb ik van jullie nog niet gezien’. Johan heeft het meeste met Marianne opgetrokken en
woonde ook het langst met haar bij ons thuis. Ze gingen wel met haar naar de bar. Ook gingen
ze wel met z’n beiden trimmen. Ook deze zoon worstelt met z’n gemis en pijn van z’n jonge
zusje.
27 november
Er komt een kennis van ons en vertelt dat hij dingen gehoord heeft over de Afghaan,
Mohammed Akbari. Dit werd door deze kennis nagetrokken. Deze Afghaan is 6 mei 1999 bij
het assurantiekantoor van Nicolai in Augustinusga geweest. Hij was nogal zenuwachtig toen
hij bemerkte dat één van de medewerksters belde met de politie over een gestolen brommer.
Hij moest een nieuw verzekeringsbewijs met groene kaart voor de brommer die hij bij zich
had. Hij gaf een naam en adres op van een persoon uit Groningen welke niet klopte met z’n
oude papieren. Hij zou dan 41 jaar moeten wezen. Dat vonden deze medewerksters vreemd,
want zo oud leek hij niet. Zijn pasfoto werd op deze nieuwe papieren gezet. Hij zei dat hij nog
naar Den Haag moest naar zijn moeder en naar Leeuwarden naar de zorgverzekering. Nu had
hij dus een nieuwe identiteit. Z’n oude papieren moest hij terug hebben en verscheurde deze
gelijk en stak deze in z’n zak. In augustus, toen de foto’s van Peter R. de Vries op tv
verschenen, herkenden deze dames van Nicolai de foto van deze Afghaan die bij hun geweest
was. Ze belden nu naar de recherche. Na +/- 4 weken kwamen 2 rechercheurs, B. van der
Heide en Jan Woelinga. Ze hadden een foto van deze Afghaan bij zich. Die werd gelijk
herkend door deze 2 dames. Ze vroegen nog of ze ook meer foto’s moesten zien, maar dat was
niet nodig. Voor hun was het 100% deze Afghaan geweest. De rechercheurs zeiden: ‘We
weten niet of we hier wat mee kunnen doen’. En dan zeggen ze bij het OM tegen ons, dat deze
Afghaan voor hun van geen belang is. Dat kun je toch niet geloven. En dat we ook weten dat
deze Afghaan ten tijde van het misdrijf met een noodgang door het tunneltje fietste. Ook deze
verklaring is door ons nagetrokken en berust op waarheid.
Op 6 mei 1999 gaan 2 bussen met mensen van het A.Z.C. uit Kollum een dagje naar
Amsterdam. Dat was op de dag dat Marianne werd begraven. Dit vertelde Hamma Abema uit
28
Smal. Opeinde. Hij was chauffeur op één van de twee bussen. Voor de terugreis naar Kollum
werden de mensen weer geteld en ontbraken er 2 personen, maar de leiding vond dat dit
gewoon was. Dan bleven ze misschien wel bij familie of iets dergelijks. Ook dit bewijst weer
dat de A.Z.C.-ers alle medewerking kregen om weg te komen. Het is te gek voor woorden, dat
na zo’n verschrikkelijke moord op ons kind, deze kansen er waren om weg te komen, zonder
dat er onderzoek is geweest naar dit A.Z.C. toe. Ook kwam er weer een meneer uit
Buitenpost, die vertelde dat hij de Irakees Alie Hasan van gezicht kende. Dat we niet moesten
denken dat die Irakees in Turkije dezelfde man was. Dat weten we dus ook wel. Ik heb tot
drie keer toe aan het OM gevraagd. Haal de getuigen erbij met de foto’s van SBS, dan kunnen
deze getuigen bevestigen welk toneelspel jullie daar hebben opgevoerd. Maar we krijgen
hierop weer geen antwoord. Deze Abema was ook eens met deze A.C.Z.-ers een dag naar
Keulen geweest. Ze waren niet te handhaven en begonnen zelfs vuur te stoken tegen de bus,
omdat de chauffeur niet onmiddellijk kon vertrekken toen hun dat wilden. Deze man heeft
tegen z’n baas gezegd: ‘Ik rijd nooit weer met asielzoekers’. Het bewijst voor ons wel wat
voor mensen daar in Kollum zaten en nog zitten.
5 december
We lezen in de Telegraaf dat er weer een meisje is vermoord in Hengelo. 19 jaar.
Doodgestoken door een Afghaan. Weer een gezin in die onmetelijke diepe put gestort. Waar
gaat dit toch heen in ons land met al die asielzoekers. Het zoveelste slachtoffer en wie zal de
volgende zijn? Het gaat maar door. Ook deze ouders en haar familie moeten, door het verlies
van hun dochter en zuster, nu meemaken wat wij meemaken. Ook deze moord had
voorkomen kunnen worden, zo schrijft de Telegraaf d.d. 6 december 2000. En dat is zo bitter
voor ons als ouders, om dan te horen dat er wel signalen waren, maar er niks mee gedaan is.
6 december
Na de laatste uitzending van Peter R. met de verklaring van Ferdi Brouwer hebben we van het
OM niks meer gehoord. Op 4 december is Bauke naar de recherche in Burgum gegaan en
heeft daar met 2 rechercheurs gesproken. Ze hadden nog een paar heel interessante personen
om na te trekken. Daar hebben we zo onze eigen gedachten over. Ze moeten toch wat zeggen.
Laten ze maar de verdachte asielzoekers opsporen en ook de mensen die ten tijde van 1 mei
1999 daar zaten. Doen ze dat niet, dan kunnen ze wel ophouden. Deze moord mocht toch niet
worden opgelost. Waarom hoor je nu via via dat een hoofdofficier van het OM gezegd heeft
dat er grote fouten zijn gemaakt in dit onderzoek. En ook een rechercheur Damstra gebruikte
deze woorden tegen een kennis van hem. Elke rechercheur die bij deze zaak was betrokken
heeft dit vanaf de eerste dag moeten weten, vanaf de eerste dag dat dit onderzoek gaande is.
Dat de leider Jan Verkaik en A. Contact niet bezig waren om de daders te pakken, maar dat ze
alles in het werk hebben gesteld om de blik van het A.Z.C. af te krijgen. Alles wat die kant
opwees, hebben ze bewust laten liggen en volgen deze rechercheurs dan blindelings hun
leider Verkaik, die van dit onderzoek een chaos heeft gemaakt. Hij dacht deze moord binnen
één jaar in de doofpot te hebben, maar dat viel hem dus tegen. We zijn nu anderhalf jaar
verder en worstelen als ouders en familie ook nog eens met dit onrecht. De leugens die
allemaal te horen krijgen van het OM. Ze zwijgen nu in alle talen. We horen niks meer. Wat
zouden ze ons ook moeten vertellen.
8 december
Uitslag hoger beroep WOB-procedure niet ontvankelijk verklaard. Hans Anker heeft het
volgens het OM te laat ingediend. In januari zou Hans Anker al bezig zijn om sommige
dossiers open te krijgen. Nu zijn we december en weer ging het zogenaamd verkeerd. Ook dit
lukt niet. Ze hebben teveel te verbergen.
29
13 december
Mieke belde. Ze hadden weer 53 personen gevraagd voor DNA. Ze wilden allemaal
meewerken. Volgende week verwachten ze de eerste uitslagen hiervan.
Ook met Jan Verkaik gebeld over Marianne haar kleren die nog in Rijswijk zijn. We willen ze
terug. Het is ons eigendom en wij willen als ouders zelf beslissen wat er mee gebeurt. Het
antwoord van Verkaik was dat hij dit ons niet kon beloven, want ‘waar gewerkt wordt,
worden fouten gemaakt en misschien zijn ze te zijner tijd wel weg’. Nou, dan weet je het wel.
Ook daar hoeven we niet op te rekenen. Hij geeft nu toch wel enigszins toe dat er fouten in dit
onderzoek zijn gemaakt. Hij kan ook niet anders, want één van z’n eigen rechercheurs komt er
al mee naar buiten en ook bij het OM werd het gezegd. Deze tactiek zou ook bij het spel dat
wordt gespeeld kunnen passen.
De decembermaand is voor ons allen zo moeilijk. We krijgen de eerste kerstkaart binnen.
Liefde en geluk wordt ons toegewenst. Hoe bedenk je zoiets. Ons geluk ligt op het kerkhof. Je
weet vaak niet hoe je de dagen moet doorkomen. Je mist haar zo erg. Afie komt elke week en
vertelde me dat ze vaak van Marianne droomde. Zo jong en dan al zoveel moeten meemaken.
Ik durf niet zo goed met haar over Marianne te praten, want dan kan ik me niet goed houden
en dat wil je graag voorkomen. Daarom praat ik meestal met haar over andere dingen.
Dezelfde nacht droomde ik ook over Marianne en zag haar lachende gezicht voor me. Het
deed me goed. Maar je wordt wakker en de realiteit is er weer. Kerst, oud en nieuw, was het
maar voorbij. Kon ik deze dagen maar slapend doorbrengen, nergens aan hoeven denken,
maar zo werkt het nu eenmaal niet, je moet door. Het is een donkere tunnel waar je doorheen
moet en daar valt niet aan te ontsnappen. Maar ik weet ook niet hoever ik ben in deze tunnel,
het lijkt me nog het begin.
Kerst 2000
Oene en Pieter zijn hier nog geweest, wat voor ons weer vertrouwd overkwam. Goede
gesprekken gehad. Weer wat hoop dat we straks nog wat kunnen doen om toch meer
zekerheid te krijgen hoe de dingen zijn gelopen.
Kerstkaarten krijgen we van familie en kennissen. Bijna allemaal met ‘goede kerstdagen’ en
‘gelukkig nieuwjaar’. Het past niet bij ons, ons geluk ligt op het kerkhof. Het zijn zware
dagen die je door moet en ik bezoek Marianne haar graf. Bloemen zijn er gebracht. Een lichtje
brandt. Ik zet er nog een paar lichtjes bij. In de kerk werd op dat moment kerst gevierd met de
kinderen en bedenk dat we daar ook wel zijn geweest toen Marianne nog kind was. Zo breng
ik alles in verband met haar. Ben je even in de stad, dan denk ik van de kleren die je ziet; wat
zou ze dat mooi gevonden hebben. Winkelen en iets leuks kopen. Ze kon dan altijd zo
enthousiast en blij zijn. Als ik eten kook dan moet je denken: zou ze dit wel lekker hebben
gevonden en zo gaat het met alles. Deze gedachten zijn niet te stoppen.
De eerste zondag van de kerst moet kleine Syds naar het Ziekenhuis. Een virus zegt de
kinderarts. Hij heeft het benauwd en krijgt nu zuurstof. Waarom moeten we deze spanning er
ook nog bij. Ik denk aan Wilma en Willem, die nu de nacht moeten doorbrengen zonder hun
zoontje thuis. Het lijkt eerst niet beter te gaan, maar gisteravond was het wat beter en heeft hij
z’n flesje met Wilma zelf weer leeggedronken. Wilma zegt tegen me: ‘Mem moet er niet over
inzitten. Hij is nu in het ziekenhuis op de goede plaats en ze zorgen goed voor hem’. Dat zegt
ze om mij gerust te stellen. Het zal haar al menige traan hebben gekost. Het gaat nu om haar
kind. Laat het toch goed komen.
Siekina is hier geweest. Na maanden van ziek zijn maakte ze weer een afspraak. Ze zou nu
eens een gesprek hebben met Mieke van het OM en haar voorleggen waar wij als ouders zo
verschrikkelijk mee zitten. De leugens, het ontkennen van vele dingen die door justitie
worden gedaan, wanneer krijgen we daar eens antwoord op. Ik noemde nog de verklaring van
Ferdi Brouwer. Waarom zijn Spencer en Wietze daar niet mee geconfronteerd. Als Siekina nu
30
eens deze vragen aan Mieke voorlegt, zouden we dan geen antwoord kunnen krijgen. Hoe
moeten deze twee jongens hier verder mee, nu het op tv via Peter R. in beeld is gebracht. Dat
nu het verhaal, zoals het altijd is gebracht, niet het juiste is. Wij als ouders hebben het al zo
vaak gezegd, dat het niet de waarheid was en met de verklaring van Ferdi en z’n vriendin viel
dit stukje puzzel op z’n plaats. Maar hoe nu verder? We zouden zo graag willen, dat er zo nu
en dan een rechercheur bij ons kwam en eens een eerlijk antwoord zou geven op de vele
vragen waar wel al zo lang mee zitten. Maar ze zwijgen in alle talen. Waaraan hebben we dit
verdiend, dat er zo met ons wordt omgegaan. Siekina vertelde me een poos terug, dat onze
dochters, waar ze ook contact mee heeft, tegen haar hadden gezegd: ‘We willen zo graag onze
Mem terug’. Ze begrepen wel dat ik als moeder niet meer dezelfde kan zijn, maar het
verlangen naar deze moeder was er wel. Zal het ooit mogelijk zijn om weer deze moeder te
zijn?
Er komen voor de kerst weer veel bloemen, kerstpakketten en veel medeleven binnen. Dat
doet ons goed en dat zullen we nooit vergeten. We zijn dankbaar dat we deze goede kant van
de mensen op deze manier mogen meemaken. Als ik ’s avonds met Tommie een rondje loop
door ons dorp voel ik mij niet meer, zoals het voorheen was. Het vertrouwde is weg. Je voelt
je een vreemde in je eigen dorp, terwijl ik weet dat vele mensen met ons meeleven. Waar
komt het dan vandaan, dat ik me nu een vreemde voel in m’n eigen vertrouwde dorp, waar we
toch al 33 jaar wonen. Hoort dit ook bij het stukje houvast in het leven, wat je nu ook nog
eens kwijt bent?
Kerst en oud en nieuw 2000 zijn gelukkig weer voorbij. Het was voor ons weer een zware
tijd. Knallen voor oud en nieuw. Kerstviering. Dit alles zou Marianne van genoten hebben.
Haar vrienden en vriendinnen nieuwjaar wensen. Gezelligheid. Daar kon ze zo van genieten
en dat zei ze dan ook tegen mij.
Bloemstukken worden er nu op haar graf gelegd van kennissen en vriendinnen van haar. Dat
vind ik lief. Het doet me goed. Rennie belde me enkele maanden terug of Mem meeging naar
Groningen te winkelen. Ze moest een nieuwe jas en Memo kon ook wel wat nieuws hebben.
Ik schrok en vroeg bedenktijd. Nee, dat kan ik niet. De gedachte van de laatste keer dat ik in
Groningen was. Dat was met Marianne. Ze moest toen voor controle naar het ziekenhuis en in
juli, in de schoolvakantie zou er dan een kleine ingreep plaatsvinden. Na het
ziekenhuisbezoek gingen we door de winkelstraat. Daar zag ze een broek hangen en wilde
hem graag passen. Hij was nogal duur maar na aandringen van haar werd hij toch gekocht. Nu
had ze als eerste ook eens een broek die haar vriendinnen nog niet hadden en ze was er zo blij
mee. Maar ze is in deze broek begraven. Het gevoel was je vaak krijgt, het gemis, is het
heimwee naar je kind. Het valt niet te beschrijven. Het is zo intens. De vragen die je hebt. Wat
is er precies gebeurd, waarom niet de waarheid. Hebben we als ouders daar geen recht op?
Zullen we met al deze leugens van justitie verder moeten leven, zonder ooit te weten wat er
precies met ons kind is gebeurd? Als je kind op zo’n afschuwelijke manier is misbruikt en
vermoord heb je dan als ouder geen recht meer? Ze hebben bij het OM ons toch beloofd om
alles in het werk te stellen om de dader te pakken. Dat lijken loze beloften. We mogen zelfs
de waarheid omtrent wat er precies is gebeurd niet eens weten. En komen er dan onverwacht
twee getuigen bij ons die bevestigen dat het verhaal van de recherche naar de media en naar
ons toe, niet klopt, dan hoor je niks van het OM. Enige uitleg zou toch wel op zijn plaats zijn
naar ons toe.
3 januari 2001
Mieke belde. Van de 2 DNA waren er 50 negatief en van 2 moesten de uitslagen nog
binnenkomen. Ik vroeg nog: wat voor soort mensen zijn dit nu nog. Daar kon ze geen
antwoord op geven. Wel vertelde ze nog even vlug dat ze telefonisch waren benaderd. Daar
moest ik dus een conclusie uit trekken. Het zegt me weinig. Zolang ze me niet willen vertellen
31
dat ze achter die verdwenen asielzoekers aan zijn. Dat houden geheel af. We hopen zo dat
Peter R. met z’n advocaat wat voor ons kan doen. Van justitie en OM in Leeuwarden hoeven
we niets te verwachten. Morgen komt Siekina weer. Misschien dat ze met Mieke heeft gepraat
over de dingen die ik haar aangaf. Een eerlijk antwoord verwacht ik niet van het OM, maar
toch blijf je hopen.
11 januari
We brengen Tommie te knippen naar Ypie de Haan en besluiten bij de Lidl te gaan winkelen.
Buiten staat een vent met een blikje bier. Hij herkent ons en begint gelijk over de moord en
dat de politie hem ook moest hebben. Ze moesten hem altijd hebben. Het bleek een alcoholist
te zijn. Ook in de winkel liep hij achter ons aan en benaderde de andere klanten met z’n gelul
over DNA en de benadering door de politie. Maar dit soort mensen zijn er dus ook. We
hoorden hem de hele winkel door over Marianne en de moord praten. Niet om aan te horen,
maar we hadden weinig keuze. We zien Barend & Witteman op tv. Daar kwamen weer dingen
naar voren over asielzoekers en weer werd Marianne genoemd en de Irakees als verdachte;
die was het dus niet. De opzet van justitie dat de mensen dit moeten geloven is wel
gedeeltelijk geslaagd. Ze moesten eens weten wat voor een rad voor hun ogen wordt gedraaid.
28 januari
Vandaag zal Mieke een gesprek hebben met onze maatschappelijk werkster, Siekina. Ik heb
haar gevraagd of ze het OM duidelijk wilde maken, dat we toch wel zo nu en dan een
rechercheur bij ons wilden zien, waar we verschillende dingen mee konden bespreken. Wij
hebben deze contacten niet verbroken. Sinds augustus 1999 heeft het OM bepaald dat ze niet
meer naar de familie Vaatstra mochten. Algehele zwijgplicht werd hun opgelegd. Zelfs met
hun eigen vrouw mochten ze niet over de zaak Vaatstra praten en sindsdien is het contact
minimaal. Als we Mieke wat vragen dan weet ze het niet en moet het eerst weer nagevraagd
worden bij hem OM. Ze kwam naar voren, ze zou er voor de familie Vaatstra zijn en hun
helpen met al hun vragen en frustraties, maar daar komt weinig van terecht. Het is het enige
kleine schakeltje wat nog intact is tussen het OM en de familie Vaatstra. Er komen weer
onthullende dingen binnen. Zo onverwacht zijn ze er en ons gevecht gaat door. Wij als ouders
zijn het verplicht naar onze dochter toe. Zij die we zo erg missen en van wie ik vaak droom.
Nu eens was ze in mijn droom bedrukt en droevig, waarom? Zo komt ze nooit naar voren,
altijd met een vrolijke lach. In mijn droom heb ik haar geknuffeld en er waren ook mensen bij
ons op bezoek. Maar het was een droom, ik zal haar nooit weer kunnen knuffelen. Siekina is
geweest en vertelde dat Mieke een andere baan kreeg bij het OM, maar ze vocht er voor om
de contacten met de familie Vaatstra te onderhouden. Wat moet je daar weer van denken?
Velen die met de zaak te maken hadden verdwijnen en er komen weer anderen voor in de
plaats. Over mijn vraag om zo nu en dan eens contact met een rechercheur te krijgen, daar heb
ik geen antwoord op gekregen. Als Mieke toch van onze zaak af moet dan wilde ze dit wel
netjes afhandelen door ons eerst een afscheidsbezoek te brengen. Dat mag van mij, maar ik
heb tegen Siekina gezegd dat ik dan meerdere dingen met haar wilde bespreken. Leugens
hebben we genoeg gehoord, die accepteer ik dan niet meer, maar we horen van Mieke niets.
Onze drie dochters gaan naar Groningen te winkelen, dit voor de trouwerij van Johan en
Gryte. Daar had Marianne nu ook bij gepast. Ze zou nu 18 jaar zijn geweest. Ook daaraan
dachten ze en zo gaat het met alles. Enkele jaren terug gingen ze naar Ikea te winkelen. Ze
hadden Marianne niet mee gevraagd. Daar was ze nogal teleurgesteld over en met tranen in de
ogen vond ze dat ze er ook bij hoorde. Ze was geen kind meer. Het was geen opzet, maar deze
zussen zagen haar toen nog wel als kind en hadden er niet aan gedacht haar mee te vragen en
het leeftijdsverschil was nogal groot. Wilma haar zoontje werd op 18 februari gedoopt. Ze
hebben ds. Elverdink, die ook Marianne’s begrafenis heeft gedaan. Het zal ook voor deze
32
dominee een zware opgave zijn geweest. Wilma vertelde hoe ze ook weer tegen deze dag op
zag. Nu zonder haar zusje Marianne. Met de vorige doopdienst van het dochtertje was ze er
nog bij en ze zag haar nog voor zich. Dat Marianne dat kerkelijke gedoe maar zo-zo vond. De
foto die toen is genomen met dit kindje en Marianne is gebruikt voor de stille toch en de
media, wel zonder dit kleine kindje erbij. Samen met Wilma hebben we om al deze dingen
gehuild. We hebben nog 5 kinderen en 10 kleinkinderen en daar proberen we, zo goed en zo
kwaad als het gaat, er voor te zijn. Maar deze ene missen we zo. Dit jonge leven in de kiem
afgebroken, dat is niet te accepteren. Op de kleinkinderen passen, dat gaat nu weer. Lange tijd
durfde ik het niet aan. Die verantwoordelijkheid. Maar het gaat nu wel weer en daarin. En dan
voelt het toch alsof je iets sterker wordt, al gaat het met diepe dalen.
29 januari
Mieke belde dat de laatste DNA ook negatief waren. Half februari beginnen ze met de tweede
sessie. Dat duurt dus nog wel even, voordat ze verder gaan. Wat doen ze in de tussentijd?
9 februari
Morgen weer contact met Peter R. de Vries. Daar kijken we zo naar uit. Onze weg naar recht
in deze duistere zaak. Een zogenaamde klokkenluider vanuit het OM te Leeuwarden schrijft
Peter R. de Vries een zeer interessante brief. Peter gaat hier verder mee en besluit via shots op
SBS6 deze klokkenluider zich bij hem te laten melden. 13 februari komen deze eerste shots.
De volgende dag, daar was het OM ook weer. De boodschap was dat ze nog extra DNA
zouden doen en dat er nog 3 rechercheurs bij kwamen. Wel weer toevallig. Ze halen weer wat
uit de kast, zo ging het altijd. Peter R. doet iets en ze zijn er weer. Ze moeten toch
geloofwaardig blijven overkomen. Het onderzoek wordt weer met 3 maand verlengd. Wat
moeten wij als nabestaanden daarvan verwachten. Ik verwacht dat het OM na deze extra
maanden het onderzoek sluit en dan is het voor hun over en uit. De blik nog eens naar hun
gericht en proberen zo geloofwaardig mogelijk over te komen. En vooral de profielschets nog
eens naar voren halen. De blanke man. Jammer dat veel mensen niet weten dat ook de
verdachte Irakees en Afghaan bij het blanke ras horen. Siekina is ook weer geweest en nu
hebben we een afspraak op 15 maart. Nu met Mieke Huizinga. Ik heb met Siekina besproken,
dat was ons betreft, Mieke wel van het toneel kan verdwijnen. Daar kunnen we niks mee. De
zakelijke dingen zou ze nog wel kunnen doorbellen, maar verder hoeft het voor ons niet meer.
Haar door het OM toebedeelde rol naar de familie toe is ons te doorzichtig, we kunnen er niks
mee. Ik zou willen dat hier bij ons, om de paar weken, een rechercheur kwam die in het team
zit, waar we dan mee kunnen praten, want we hebben zoveel vragen, waar we telefonisch met
Mieke geen antwoord op krijgen en ik denk wel dat we daar recht op hebben. Johan en Gryte
zijn getrouwd. Ze was heel mooi en Johan ook. Voor ons allen een zware dag, want het gemis
is met deze dagen zo ontzettend groot, dat is voor ons allemaal als familie van Marianne
hetzelfde. Maar we beseffen ook dat het leven doorgaat en proberen met het gemis en pijn
voor Johan en Gryte er met elkaar wat van te maken. ’s Avonds bruiloft met muziek. Lang
zullen ze leven werd er gespeeld, dat vond ik heel moeilijk, deze woorden golden niet voor
Marianne. Laat op de avond nog een paar passen met Johan gedanst. Ik ga hem een kus. De
tranen stonden hem in de ogen. De bloemen werden de volgende dag naar Marianne haar graf
gebracht. Johan kon dit op zijn trouwdag niet aan. Zo zal alles overschaduwd worden door het
gemis van Marianne die er niet meer bij kan zijn. Wat zou ze hebben genoten van deze
gezellige avond met mooie muziek. Daar moest ik telkens aan denken. Onze woordvoerders
met hun vrouwen waren ’s avonds ook aanwezig en hebben zich wel vermaakt. Het is dan ook
wel goed om te zien dat ook deze mensen plezier hebben. Ze hebben de nodige ellende
meegemaakt en dan is het goed om te zien dat het ook anders kan. Zondag komt Peter R. weer
met zijn programma. Ik hoop dat er ook weer aandacht aan onze zaak wordt besteed, als het
33
alleen maar een shot. Daar zitten we toch op te wachten. Maar we zijn het natuurlijk niet
alleen. Er zijn zoveel onrechtmatige dingen die gebeuren en ook deze mensen verdienen
aandacht.
2 maart
Bauke had een afspraak met Jan Verkaik bij hem thuis, maar deze werd door hem verschoven
naar de volgende dag op het bureau te Bergum. De Afghaan kwam ter sprake. Waarom is
deze voor jullie geen verdachte? Verkaik zei dat ze dames van het assurantiekantoor hem niet
herkend hadden, dus dat zou wel een andere geweest zijn, ze konden er niets mee. Onze
informatie was anders, ze liegen er weer omheen. Voor de zekerheid, gaat Bauke dit zelf
uitzoeken. De dames van dit assurantiekantoor bevestigen nogmaals dat ze na het tonen van
de krantenfoto van deze Afghaan gelijk gezegd hebben: voor 100%, dat is hem! Weer de blik
van het A.C.Z. af, met een leugen naar ons toe. De vraag of er op de plaats delict ook een
patholoog-anatoom geweest werd ontkennend beantwoord. Daar hadden ze niet aan gedacht.
Waarom werden Spencer en Wietze niet geconfronteerd met de verklaring van Ferdi
Brouwer? Jan Verkaik deelde mee dat de tijd niet overeenkwam. Dat is ook een leugen. We
hebben zelf ook met Ferdi en z’n toenmalige vriendin gepraat en de tijd die zij aangaven
kwam dus wel overeen. Waarom werden Spencer en Wietze zo goed begeleid door de
rechercheurs? Zelfs in hun vrije tijd kwamen ze langs bij deze jongens. Bij ons was het net
andersom, evenals bij Afie en Hans. Hier kon Jan Verkaik geen antwoord op geven. Waren
deze grote jongens grotere slachtoffers dan wij waren? En ook Afie raakte toch haar vriendin
kwijt op deze verschrikkelijke manier. Als je dan van Wietze z’n moeder hoort hoe goed de
recherche de jongens heeft opgevangen, dan weet ik wel dat ze daar een hele goede reden
voor hebben. Ik heb haar nog gevraagd hoe haar jongen met deze grote leugen verder moet.
Verder hadden we wel een goed gesprek. Ook zij had een verhaal over haar jongen, die ook
slachtoffer was, zo zei ze. En dat is ook zo. Maar laten ze dan toch eens met de waarheid
komen over wat er is gebeurd en hoe. Dat heb ik haar ook uitgelegd. Wat de reden zou zijn
om de dingen te brengen zoals ze zijn gebracht. En een leugen moet je wel volhouden. Ik heb
uit dit gesprek wel begrepen dat ze van veel dingen niets afwist en dat Peter R. de Vries met
de verklaring van Ferdi Brouwer kwam. Ze wist niet dat dit door het OM bevestigd was. Ik
zei haar nog: je denkt toch niet dat Peter R. zomaar met een verklaring komt, zonder zeker te
weten dat deze is afgelegd bij de recherche. Dat was de eerste week dus al gebeurd. De
afgebrande caravan werd met Jan Verkaik ook weer besproken. Hij kon zich niet herinneren,
zo zei hij, wat hij toen tegen ons had gezegd over wat daarvan de oorzaak was. Zo ging het
dus nu ook weer. Zijn de vragen te gericht, dan weten ze het niet meer, of er wordt omheen
gelogen. Een eerlijk antwoord mogen we niet krijgen.
5 maart
Mieke belde met de mededeling dat er 65 DNA-profielen de deur uit zijn naar het lab. Over 2
à 3 weken uitslag. Het zegt me weinig. Als ze er maar niet eentje uitpikken die ze het in de
schoenen schuiven. Ze zouden dan van een heel groot probleem af zijn en dit onderzoek op
deze manier kunnen rechtvaardigen. Te erg voor woorden dat ik dit durf op te schrijven, maar
als je dit alles met Justitie hebt meegemaakt, de leugens en afleidingsmanoeuvres en alle
ellende die ons is voorgeschoteld, waar dan achteraf niet veel van waar is, dan acht ik degene
die hierin de toen aanvoeren wel toe in staat. Hun eigen eer en glorie staat nu ook onder druk.
Ik heb nu ook een paar mensen benaderd, waarvan we weten ze dat ze ook verklaringen
hebben afgelegd (of geprobeerd dat te doen) die richting A.Z.C. gingen. Ook deze mevrouw
vertelt me dat ze zulke vreemde ervaringen had met de recherche en ook een buurvrouw van
haar had dingen gezien in deze fatale nacht. Maar de recherche ging ook hier weer niet serieus
mee om. Deze dingen worden nu voor ons nagetrokken, door contact met deze mensen te
34
hebben. Het gaat wel erg ver dat je als moeder van Marianne hiermee bezig moet zijn. Maar
ik kan niet anders. Wij als ouders willen de waarheid weten. Wat is er gebeurd? Dit antwoord
zullen we van de recherche nooit krijgen en dan ga jezelf alles proberen te doen om daar
achter te komen. Vanavond ga ik naar een dorpsgenoot waar ook een paar rechercheurs zijn
geweest in het begin van het onderzoek en dingen hebben gezegd, die nu kunnen worden
bevestigd door hem naar deze verslaggever toe, laat ik hem zo maar noemen. Deze meneer
trekt nu verschillende dingen na en is wel meerdere dagen bezig. Het gebeuren van de Afgaan
met z’n valse identiteitsbewijs op 6 mei 1999 dat klopt, het was een identiteitsbewijs van de
gemeente en stond op naam van een Iranees die nu in Groningen woont. Deze Iranees heeft
ook hier In Zwaagwesteinde in een asielzoekershuis gewoond en werd toen begeleid door
mevrouw Berkhof, waar hij nog wel contact mee had. Hij wist te vertellen dat de dochter
mevrouw Berkhof nu in Utrecht studeerde en wel vriendinnen met het vermoorde meisje was
geweest. Deze familie Berkhof had zo erg gehuild toen ze het hoorden van Marianne. Dit alles
vertelde hij en ook dat hij met allerlei brommers bezig was op te knappen en dan te verkopen.
Deze omgeving is hem bekend en hij komt zelf ook nog wel bij dit assurantiekantoor, maar
hoe nu de Afghaan zijn identiteitsbewijs kon gebruiken daar kwam geen antwoord op en daar
maakte hij zich ook niet druk om. De recherche was nooit bij hem geweest om dit na te
trekken, hoe de gezochte Afghaan op deze Iranees z’n identiteitspapieren kan tonen en nu dus
verder op leeft. Maar deze Iranees verzekert wel meerdere brommers bij dit assurantiekantoor.
Hij kwam daar in Groningen als een dubieus persoon naar voren met ook vreemde seksuele
bewoordingen naar derden toe. Het verband tussen de Afghaan en deze Iranees is door
recherche niet nagetrokken. Het is niet te geloven. Als de recherche dit
brommerverzekerinsbewijs had opgevraagd, dan hadden ze gezeten bij wie deze naam hoorde
en dan hadden ze ook kunnen weten dat deze Afghaan wel bij een asielzoekersgezin in
Augustinusga vertoefde en daar meerdere keren is gezien. Ook dit gezin was vlak na de
moord zomaar vertrokken. En dan nog zegt Jan Verkaik tegen ons dat de dames van het
assurantiekantoor de Afghaan niet hadden herkend. Dit is nu voor de 3
35
e
keer nagetrokken en
ze hadden hem voor 100% herkend. Die doordringende ogen, ze keken dwars door je heen en
hij was nogal zenuwachtig en hij gedroeg zich nogal vreemd. Ze hadden nog geprobeerd hem
aan de praat te houden en de recherche gebeld. Maar deze kwam dus niet. Ongelofelijk dat ze
ook weer dit alles hebben laten liggen. En dan zegt Jan Verkaik nog tegen Bauke dat we
vertrouwen in hun moeten hebben. Dat kan toch niet als je nu ook weer dit alles weet.
15 maart
Mieke Huizinga van het OM en Siekina komen bij ons op bezoek. Ze rept er met geen woord
over dat ze een andere functie bij het OM heeft gekregen. Wel vertelde ze dat daar een hoge
functie heeft en zoveel voor ons kan doen, ook omdat ze slachtofferzaken onder haar beheer
heeft. We vroegen haar nu of ze voor ons kon regelen dat er zo nu en dan een of twee
rechercheurs bij ons konden komen kom onze vele vragen de we hebben te bespreken.
Volgens haar zou de Hoofdofficier daar geen toestemming voor geven. Waarom dan niet? Als
een Boris Dietrich ons schrijft dat we als ouders recht hebben om op onze vragen antwoord te
krijgen en dat er een goed contact moet zijn met het met OM, waarom deze contacten dan
afgewezen, waaraan hebben we dit verdiend? Ze gaf nog wel te kennen dat ze wilde proberen
om onze wens om het contact met een rechercheur uit ons team voor elkaar te krijgen, maar
dan moest zij er wel bij zijn. Ik denk dat ze deze gespreken dan in de gaten moet houden van
het OM. Zo gaat het toch al anderhalf jaar. Waarom moesten deze contacten worden
verbroken? Omdat deze rechercheurs vaak te eerlijk tegen ons zijn geweest en onze gerichte
vragen niet konden ontwijken. We kwamen toen dingen te weten die we niet mochten weten
en zo wordt nu Mieke Huizinga naar voren geschoven. Ze heeft twee petten op. Eentje als ze
met de familie praat en eentje in haar functie bij het OM. Ze moet deze schakel aanhouden om
zo de familie in deze verschrikkelijk zaak in de gaten te houden. Wat leeft er bij deze ouders
en wat ontdekken ze in deze grote leugen van het zogenaamde onderzoek naar de daders. Dit
lijkt mij de functie die ze heeft verkregen nu bij het OM. Ook dit is weer te doorzichtig om
erin te geloven. Er zijn de afgelopen tijd meerdere dingen gebeurd, waarin ze er voor ons
nooit is geweest en dan komt het al niet meer geloofwaardig over. De (salaris)pet van het OM
past veel beter. Ze gaf ons ook nog te kennen dat het OM had ingestemd met een reportage
van TV Fryslãn over het verloop van het onderzoek. Mijn vraag is hoe ze het deze keer gaan
brengen. Ze gaan toch niet weer ons kind naar voren brengen op een manier die ze niet
verdiende en niet de waarheid is. Dat is al meerdere keren gebeurd en dat mag niet weer
gebeuren. Toen ik Mieke ermee confronteerde dat ze telefonisch meerdere vragen van ons
met een leugen had beantwoord, was haar reactie dat ze het zo voorgelegd kreeg van het OM,
dus het ook zo moet overbrengen naar ons. Maar Mieke, u weet toch wat hier allemaal is
gebeurd en hoe dit onderzoek is verlopen? Haar antwoord was dat ze niet veel van onze zaak
afwist. En deze mevrouw heeft ons nu anderhalf jaar zogenaamd begeleid en onze vragen
beantwoord, niet te geloven. Het contact duurde deze middag anderhalf uur, toen moest ze
weer weg. Veel te kort en onbevredigend. Dat vond Siekina ook. De reportage van TV
Fryslãn zou eind maart plaatsvinden maar is nu verschoven naar juni. Waarom? Of zou dat
naar aanleiding zijn dat Bauke tegen Mieke zei: als jullie weer zonodig op de tv moeten en wij
krijgen niet de kans om ons verhaal te doen dan halen wij SBS er wel bij, dan zullen ze ook
weten wat wij te weten zijn gekomen, hoe dit onderzoek is verlopen. Na dit veel te korte
bezoek van Mieke van het OM hebben wij tot nu toe niets gehoord en het is nu 15 april. Ik
zou zo graag willen weten dat er toch eens contact kwam met het RBT. Jan Verkaik heeft
Bauke nog wel gebeld over de teruggave van sommige kledingstukken. Dat wilden ze dus
netjes afhandelen. Het is nu Pasen en ik mis Marianne zo erg. Dat gevoel dat je dan hebt, dat
valt niet uit te leggen en dan denk ik zo vaak, moet ik nu de rest van mijn leven op deze
manier verder of zullen er ooit weer wat betere momenten komen? Ik weet het niet. Ik vind
nergens meer iets aan, je kunt nergens meer van genieten. De gedachte aan Marianne, daar
word je ’s morgens mee wakker en daar ben je alle dagen mee bezig. De vraag wat is er nu
precies gebeurd, wat een angst en pijn, hoe lang? Vaak denk ik, dit kan niet, dit is niet
mogelijk dat dit vreselijke met haar is gebeurd. Soms kijk ik ’s nachts uit het raam en denk:
nu moet ze thuiskomen en ik weet, dat zal nooit weer gebeuren. Zal ik ooit antwoord krijgen
hoe deze beesten de kans kregen om haar te pakken. Als zelfs Spencer en Wietze niet de
waarheid vertellen naar ons toe. De recherche weet wel beter, maar een leugen moet je wel
volhouden. Ik zie het zo voor me hoe het straks zal gaan. Ze zeggen dat ze nu nog bezig zijn.
De DNA-onderzoeken die nog lopen lijkt mij een manier van: kijk mensen, zo goed zijn we
bezig en ook nog geloofwaardig proberen over te komen. Een ieder weet wel dat de tips naar
het A.Z.C. gingen en dit alles hebben ze laten liggen in het onderzoek. Dit onderzoek wordt
straks afgesloten met een persbericht hoe goed en gemotiveerd de recherche bezig geweest is
deze dader te pakken. Natuurlijk aandacht voor de ‘blanke man’ (profielschets) en vooral de
blik weer eens af te wenden van het A.Z.C. En dan moet je als ouders beter weten dat ze alles
wat met asielzoekers te maken had hebben laten liggen. Die kant mochten ze toch niet op. Als
Jan Verkaik al tegen Bauke zei dat er gelijk al een rechercheur naar een asielzoeker toe wilde
om hem aan de tand te voelen, maar deze werd gelijk voor hem teruggefloten, want dat kan
niet, dit waren z’n eigen woorden. Wij als ouders weten teveel om nog enig vertrouwen in dit
onderzoek te hebben en ik hoop dat al deze dingen toch eens volledig naar buiten komen.
Maar de tijd schrijdt voort en veel mensen zijn er niet meer mee bezig. Dit is dus voor Justitie
in hun voordeel en zo zal deze verschrikkelijke moord op ons kind alsnog in de doofpot
komen waar al zoveel in zit van onze asielgasten.
36
16 april
Siekina is weer geweest. Mij vraag om graag een contact met de recherche kon ze nog geen
antwoord op geven. Ze had contact gehad met Contant (OM). Vorige week is er vergaderd
met het RBT en nu moet er nog vergaderd worden met de Hoofdofficier. Dat zal wel Den
Hollander wezen. Deze simpele vraag loopt al vanaf januari 2001 en is nog steeds niet
beantwoord. Deze manier van onbegrip en halsstarrigheid is niet doorheen te komen en dan
zegt Jan Verkaik tegen Bauke dat hun als RBT ook niet gelukkig zijn met de gang van zaken
over de contacten met de familie. Dan vraag ik me af, is zo’n RBT dan niet bij machte om
daar verandering in te brengen? We kunnen als ouders wel naar het politiebureau in Bergum
gaan waar het RBT zetelt, maar dat vind ik zo moeilijk sinds ze in Buitenpost op het
politiebureau ons als ouders op een onmenselijke manier hebben geprobeerd ons monddood te
maken. Dat we vooral niet meer informatie omtrent het onderzoek moesten doen en ons
nergens mee moesten bemoeien. Maar zo werkt het nu eenmaal niet als je erachter komt dat
dit onderzoek een grote leugen is. Dan wil je alles wel doen, als dat dan ook openbaar wordt.
Dit onrecht valt niet mee om te gaan. Siekina vroeg me hoe ik met de andere meisjes omging,
of we erover praatten en samen huilden. Ik heb haar gezegd dat we proberen elkaar te sparen
en er niet geregeld over te praten, maar dat ik als moeder feilloos aanvoel hoe bijvoorbeeld
Wilma zich voelt en wat ze denkt als ik haar feliciteer met haar verjaardag op 11 april. En ook
Rennie. Als we Marianne’s graf bezoeken en ik wanhopig zeg, waarom moest dit gebeuren.
Mem, ik ik weet het, ik weet het, dan voelen we beiden hetzelfde. Ook Ineke, die geregeld
bloemen naar het graf brengt: zonder veel woorden wordt er zoveel gezegd. Johan z’n tranen
op zijn trouwdag. Freddie, je voelt het gewoon dat ook hij zonder veel woorden het moeilijk
heeft en zich nu ook weer gaat concentreren op Esther die weer zwanger is. Als het nu maar
goed mag gaan, na hun eerste doodgeboren kindje vorig jaar.
26 april
Vanmiddag komen Mieke Huizinga van het OM en Joop Damstra. Mieke dacht dat Siekina er
ook bij zou zijn, maar dat leek mij niet nodig. Ik schrijf mijn vragen op en hoop op eerlijke
antwoorden. Misschien krijgen we alsnog inzicht waarom alles zo moest lopen. We hadden 11
vragen op papier gezet. We hebben gezegd: als we eerlijke antwoorden krijgen, dan moet het
mogelijk zijn dat we wat vertrouwen terug kunnen krijgen. Damstra gaf eerlijk aan dat de
Irakees in Turkije niet klein en gedrongen was zoals Afie in haar verklaring moet staan. Ook
de andere Irakees niet die ze eerst in Turkije te pakken hadden. Deze beide mannen waren
minstens zo groot als Damstra zelf was.
We kregen nu kledingstukken van Marianne terug. Ineke heeft haar tasje met make-up spullen
meegenomen. De schoenen staan boven en haar kleren zitten in een zak. Ik heb nog niet de
moed gehad ze eruit te halen. Ze zijn wel gereinigd. De onderkleren en het topje waren door
de dader kapotgesneden, die krijgen we niet terug en de jas ook nog niet. Oh, mijn kind, wat
zul je een angst en pijn gehad moeten hebben en hoe lang? Als je daaraan denkt dan kun je
wel ik weet niet wat doen. Maar je doet niks, want het geeft niets meer. Het is gebeurd, er valt
niks terug te draaien. Maar om dit te aanvaarden, dat kunnen we als ouders niet maar we
zullen wel moeten. Het is bijna weer 1 mei, 2 jaar na haar dood. Wat is dit weer ontzettend
moeilijk voor ons allemaal. Er komen weer kaarten en bloemen binnen. We staan niet alleen
in dit onmetelijke grote verdriet. Ik zit ’s nachts 04.00 uur in de kamer. Mei 2001. Het is volle
maan, niet echt donker buiten en denk: Marianne is in zo’n nacht om het leven gebracht. 2
jaar zijn we nu verder, maar de pijn en verdriet van dit vrolijke jonge leven is elke dag bij je.
We staan er ’s ochtends mee op en gaan er ’s avonds mee naar bed. We proberen toch zo goed
mogelijk de dingen weer op te pakken. De caravan wordt weer schoongemaakt en ook daar
gaan we deze zomer weer naartoe. Maar echt genieten van deze dingen, dat gaat niet. Je
vraagt je vaak af of dat ooit weer terug zal komen. Wat heeft deze moord veel slachtoffers
37
gemaakt. Nu zit Tjalling overspannen thuis. Weer een nasleep van alle ellende die zijn gezin
heeft getroffen. Een schoonzoon die nooit iemand kwaad zou doen, plichtsgetrouw is en ook
z’n DNA moest afgeven, want de recherche was heel selectief te werk gegaan, zo werd
gezegd. Te gek voor woorden.
16 mei
Mieke belde voor een nieuwe afspraak. Dat werd nu de 28
38
e
mei. Dat is dus niet over 4, maar
over 5 weken. Dat weekje is dus voor hun weer meegenomen. Afspraak is dus weer geen
afspraak. Afie is benaderd door het RBT. Ze wilden nog eens met haar praten. Jan Verkaik en
Damstra. Dat zal dan wel over haar verklaring gaan over de Irakees Alie Hasan. Klein en
gedrongen met een bierbuikje, maar hier zijn meerdere mensen die deze persoon zo schetsen.
Het bezoek van Jan Verkaik en Damstra aan Afie diende, zo ze zeiden, dat ze het jammer
vonden, dat ze het zo verkeerd was gegaan en ze wilden haar nu alsnog bijstaan en porberen
te helpen. Volgens Afie was Bauke van der Heide een van de rechercheurs die zo wreed met
haar zijn omgegaan. Dan zou hij ook z’n excuses moeten aanbieden, maar dat gebeurt dus
niet. Damstra wist ons ook te vertellen dat ze het nog nooit hadden meegemaakt dat de familie
zich met het onderzoek bemoeide en dat er tips door derden werden nagetrokken. Dit was
voor hen dus nieuw en daar hadden ze nu ook fouten in gemaakt, maar daar konden ze nu van
leren. Daar hebben wij dus niets meer aan na 2 jaar ellende met recherche en Justitie. Ze
wilden nu toch weer proberen om de contacten beter te laten verlopen en daar hoort
eerlijkheid ook bij. De 11 vragen die ik nu op papier had staan, heeft Damstra geprobeerd te
beantwoorden. Ook weer op papier. Vraag 3, over de Irakees in Turkije, komt wederom geen
antwoord op. Hij vertelt ons hoe deze Alie Hasan hier aan zijn klachten geholpen dacht te
worden en dat hij dezelfde dag teruggekeerd was naar Turkije. Maar dit was geen antwoord
op mijn vraag. De volgende keer kom ik hier op terug en zo ging het weer met meerdere
vragen. Antwoorden waar we niets mee kunnen. De volgende 12 vragen zijn nu na het 2
bezoek op 28 mei weer meegenomen.
5 juni
Ypie de Bruin komt hier met de mededeling dat er geregeld een jongeman op het kerkhof
komt. Minstens eenmaal in de maand. Hij gedraagt zich vreemd en gaat dan naar Marianne’s
graf. Nu zag De Bruin hem weer vanaf het station weer deze kant oplopen en dacht: hij gaat
weer naar het kerkhof. Wilma was erbij, we schrokken enorm en hebben de recherche gebeld
en gezegd: jullie moeten direct komen, want hij komt er nu weer aan. Wilma en ik zijn naar
Marianne’s graf gegaan. Daar stond een bloemstuk van ene Peter Hofman, die deze persoon
bleek te zijn. Dit bloemstuk is vrijdag 1 juni gekocht bij Boersma en door deze persoon naar
het graf gebracht. Dinsdag 5 mei was hij hier dus alweer. Deze man is ook een keer bij ons
geweest en zei ons dat hij de dader wilde pakken en verder kwam er niet veel zinnigs uit. De
recherche heeft hem nu meegenomen voor DNA-onderzoek. Je weet maar nooit, met deze
vreemde figuren. Boersma, waar de bloemen waren gekocht, gebeld. Daar had hij hele
verhalen afgestoken en wist veel te vertellen, wat hij allemaal van internet heeft. Volgens De
Bruin komt ie uit Nijmegen. Nu heeft een medewerkster van Boersma z’n adres gevraag en
opgeschreven vanaf z’n identiteitskaart. Afie krijgt nu 6 juni een brief van de persoon met een
paar gedichten, want, zoals ie beweerde, wilde hij Marianne’s vriendin bijstaan en helpen. Dit
dient dus nergens voor en laat hem nu Afie met rust laten. Zondag 3 juni is er weer door Peter
R. de Vries aandacht aan onze zaak besteed. Een kort gesprek met Bauke in het weiland te
Veenklooster. We hopen dat er mensen zijn die alsnog dingen hebben gezien in die fatale
nacht en dit nu aan Peter R. doorgeven. We hopen zo dat er eens meer duidelijkheid mag
komen. Er zijn zoveel vragen waar we via de recherche geen antwoord op krijgen. Nu, na
twee jaar, gaan ze nog eens een verklaring laten afleggen door de dames van het
e
assurantiekantoor te Augustinusga. Wij als ouders wisten Damstra al meer te vertellen over de
Afghaan met het valse identiteitsbewijs van 6 mei, dan wat de recherche wist. Want ook daar
hadden ze weer niet mee gedaan, terwijl ze zelf deze Afghaan op de politietelex hadden staan.
En nu na twee jaar, omdat de familie het wil, gaan ze dit zogenaamd natrekken. Deze dames
mochten nu, na twee jaar, alsnog een verklaring afleggen. Niet dat de recherche deze Afghaan
Akbari belangrijk vonden, maar de familie wel. Dat deze dames alsnog hun dingen kunnen
zeggen. Jan Verkaik en Damstra zijn bij Afie geweest. De verklaring van Wietze en Spencer
is ook over gesproken. Wij als ouders hebben altijd gezegd: ze heeft er niet zelf voor gekozen
om alleen verder te gaan. Ze had het nooit gedurfd, er is nooit naar haar geluisterd. Na twee
jaar bespreekt Verkaik dit met Afie en vraagt haar: zou het ook zo geweest kunnen zijn. Want
waarom Marianne haar laatste woorden tegen Spencer en Wietze. Als mij wat overkomt dan
is het jullie schuld. Hierbij trekt hij nu zelf tegenover Afie deze eerste verklaring in twijfel en
probeert nu met Damstra haar vertrouwen terug te winnen. Hij wil nu ook wel bekennen dat
ze ook met Afie verkeerd zijn omgegaan dat er door deze handelswijze fouten zijn gemaakt,
maar Jan Woelinga en Bauke van der Heide waren de rechercheurs die deze fouten hebben
gemaakt. Hadden deze mannen nu niet bij dit gezin moeten komen om hun excuses aan te
bieden? Wij als ouders hebben altijd gezegd: Marianne heeft er zelf niet voor gekozen om
alleen verder te fietsen, dat had ze nooit gedurfd. Er zijn andere dingen gebeurd en nu na twee
jaar komt Jan Verkaik bij Afie en vraagt haar of het ook op een andere manier gebeurd zou
kunnen zijn. Hij deed een suggestie die wel in z’n straatje paste, maar ik blijf er bij dat
richting Spencer en Wietze richting asielzoekers en daar moet de recherche toch ten kosten
van omheen werken. Waarom zijn er op de fiets geen vingerafdrukken gevonden, heeft ze ooit
wel op deze fiets gezeten? Waarom werd er gezegd, toen we vroegen naar een schoenafdruk
in slootswal in 1999, dat deze er niet was in verband met de mossige ondergrond en het hoge
gras. In december 1999 kreeg Bauke na lange tijd het beeld weer voor ogen hoe hij Marianne
aantrof in het weiland. Toen kwam de vraag: is zij daar wel vermoord? Het gras stond recht
overeind om haar heen en ook Verkaik heeft ons gezegd dat er geen worstelsporen waren.
Toen we deze vraag aan de recherche stelden, was er ineens wel een schoenafdruk in de
onderwal van de sloot. Na twee jaar wilde Verkaik Bauke zelfs een ander beeld geven hoe hij
haar had aangetroffen in het weiland. Waarom komt hij daar na twee jaar nog mee. Daar is
wel vaker over gesproken en toen werd er niets van gezegd. Dit beeld staat toch in deze vader
z’n geheugen gegrift, daar raakt hij nooit meer kwijt. En zo gaat het vaak. Als we met gerichte
vragen komen worden de dingen die er eerst werden gezegd weer anders gebracht. TV
Fryslăn wil een uitzending maken met het OM en recherche over de gang van zaken van dit
onderzoek en wel op 24 juni. Gerard van der Veer benadert ook ons en komt hier een avond
om onze kant te horen. Onze woordvoerders zijn er ook bij. We vragen hem wat de bedoeling
hiervan is. Het wordt een uitzending van een half uur. Een paar mensen van het OM en
rechercheurs. Op de opmerking van ons dat we dan ook de dingen die we naar buiten willen
brengen wel worden uitgezonden. Daar kan hij ons geen belofte over doen. Dan wilden we
Peter R. de Vries er graag bij, maar dit wilde Van der Veer niet, dus deden we niet mee. De
titel was: ‘In nacht fan 800 dagen’. Het programma was wel goed te noemen, de rechercheurs
die aan het woord kwamen waren geëmotioneerd en ik geloof ook wel dat deze mensen zich
100% hebben ingezet om deze moord op te lossen. Alleen het OM beslist en gaf aan wat ze
moesten laten liggen in dit onderzoek. Deze rechercheurs, die buiten de leiding van het RBT
om werken, hebben ook niet alles geweten wat de tips en dergelijke aangaat. Anders waren
deze mensen, die toch twee jaar met dit onderzoek bezig zijn, ook wel naar links gegaan en
hadden dit alles niet laten liggen. Tijdens de gesprekken met Damstra merken we wel dat ook
deze rechercheur niet van alles op de hoogte is. De uitspraak van Roelof de Graaf in dit
programma brengt nogal wat teweeg. Dat gaat over de gearresteerde Irakees in Turkije, die al
geen verdachte meer zou zijn toen hij werd opgepakt. Maar dit was onder druk van de
39
publieke opinie. De Graaf heeft nu eens de waarheid gezegd. Deze Irakees was niet dezelfde
die ’s middags bij het groepje liep en die gezocht werd. Dit stukje toneel in Turkije diende
wel degelijk ergens voor, om dus de mensen een rad voor ogen te draaien. Hier is de
verdachte Irakees en het is niet de dader. Ten Kate zei in september 1999 al tegen ons dat
deze verdachte Irakees niet de dader kon zijn omdat hij in het westen van het land was
geweest en dat moest kloppen. Den Haag valt het OM aan vanwege deze uitspraak. Korthals
komt met een uitspraak dat de Irakees voor de nacht geen alibi had. Dus: De Graaf z’n
uitspraken worden gerechtvaardigd. Dit soort mensen spelen elkaar de bal wel toe, maar het
hier niet om de Irakees gaat die als verdachte werd gezien door de recherche dat komt niet aan
de orde. Zo werd het wel gebracht, maar het zijn wel twee verschillende personen. De derde
afspraak met Damstra en Mieke is 19 juli. Weer geen antwoorden waar we iets aan hebben.
De vragen worden met een nietszeggend verhaaltje afgehandeld en zo proberen ze ons
tevreden te stellen. We geven aan dat ze nu de Panorama maar eens moesten lezen. Deze heeft
persoonlijk vele dingen uitgezocht waar Damstra duidelijk geen weet van had. Deze kregen ze
nu van ons mee om deze bevindingen van deze verslaggever te kopiëren. Daar was Mieke
zeer in geïnteresseerd. Dit bezoek was voor ons de laatste en dat hebben we ook gezegd. Ik
ben ook volledig die middag door het lint gegaan en totaal overstuur tegen Damstra gezegd
dat ik niet kan begrijpen dat mijn dochter, die op zo’n vreselijke manier is misbruikt en om
het leven is gebracht geen recht krijgt op een eerlijk onderzoek naar deze onmensen die dit
hebben gedaan en dat we niet meer antwoord krijgen op wat er gebeurd is en hoe. Deze
antwoorden zijn er wel maar krijgen we niet omdat er belangen zijn die zwaarder wegen dan
de oplossing. Ik had gehoopt dat Damstra wat eerlijker zou zijn en dat we met deze
gesprekken eens konden uitleggen hoe we dit alles met de recherche en OM hebben ervaren.
Wat onze gevoelens, die zo dikwijls diep zijn gekrenkt, met ons allen hebben gedaan.
Gesprekken waar we ook deze ervaringen konden bespreken. Maar nee, het moet van hun
kant afstandelijk blijven en zakelijk. En mocht Damstra toch eens enigszins de andere kant
opgaan dan greep Mieke wel in. Daarvoor moest zij toch ook beslist hierbij aanwezig zijn.
Haar rol in dit hele gebeuren is me wel zeer duidelijk. Een van onze kinderen zei gelijk al,
toen Mieke vanuit het OM naar voren kwam in augustus 1999, dit is het ‘paard van Troje’ en
daar zijn we inderdaad wel achter gekomen. Ik had nog vragen ingediend deze keer en belde
Damstra of ik deze nog beantwoord kreeg. Ja natuurlijk, Mieke zou nog een nieuwe afspraak
maken, maar dat willen we niet meer. We komen er niks verder mee en van de eerlijkheid
waarop we gehoopt hadden is geen sprake, dus als u toestemming krijgt breng dan deze
laatste antwoorden maar bij ons, maar deze worden wel per post gestuurd. Wat nu? Ik weet
het niet meer. Er wordt met ons een spel gespeeld en we mogen geen antwoorden krijgen op
onze brandende vragen. Moeten we hiermee nu verder? Dat is toch niet te doen. De leugens
waar dit RBT en Spencer en Wietze mee zijn begonnen, die moeten ze wel volhouden. Ook
dit heb ik tegen Damstra gezegd en wat al niet meer. Je voelt je zo vaak machteloos en aan
hun is de macht, die wordt gebruikt. De leugen regeert in dit politieke zogenaamde onderzoek
naar deze moord. Beseffen dit soort mensen dan niet dat dit vrolijke jonge meisje het leven
ook zo mooi vond en ervan genoot, dat er zoveel mensen zijn die van haar hielden en nu in
die bodemloze put zitten met hun verdriet en wanhoop, omdat ze haar zo missen dat we bij
alles wat we doen aan haar moeten denken, haar vrolijke uitstraling waar we zo van hielden.
Dan mag je je toch niet laten leiden in dit onderzoek door de belangen die zwaarder wegen
dan het oplossen van dit misdrijf en geef ons antwoord op de vragen die voor ons van
overlevingsbelang zijn. De antwoorden zijn er! Maar zullen we ze ooit krijgen? Er komt een
brief waarop alleen met initialen is ondertekend. Deze vertelt ons dat hij of zij met de
wintersportvakantie een meneer van het OM uit Leeuwarden heeft ontmoet en mee in gesprek
is geweest. Deze persoon raakte onder het genot van een pilsje gefrustreerd en begon te
vertellen over dit onderzoek. De Irakees in Turkije: dat was inderdaad een spelletje geweest,
40
dat zo werd gespeeld. U denkt toch niet dat deze crimineel hem zo makkelijk laat pakken en
dan ook nog zo’n medewerking geeft. De DNA die ze zo lukraak op de burgermensen doen,
diende om onze burgers zand in de ogen te strooien. Ze moeten toch iets doen om
geloofwaardig over te komen, maar ook hier komen we niet verder mee. Ze schrijven
anoniem en zijn bang voor de gevolgen als ze hun naam prijsgeven. Zal zo nu toch nog alles
in de doofpot blijven zitten? En het leven gaat verder, ieder gaat weer z’n gewone gang, maar
wij als familie blijven zitten met onze vragen en moeten zo elke dag proberen ook hiermee
om te gaan.
6 september hebben we weer een gesprek met Peter R. de Vries en onze woordvoerders. Dit
zal hoofdzakelijk gaan over z’n nieuwe programma bij SBS. De hoop dat Peter nog wat kan
blijven doen blijven we behouden, maar het is voor hem ook moeilijk, omdat de asielzoekers
er bij betrokken zijn. ‘Dat vergt extra voorzichtigheid’ en ook dit zal waar het mogelijk is
worden ingebouwd door de hogere heren van de regering denk ik, maar de waarheid weet ik
hier niet van.
We horen noch van de recherche, noch van het OM iets. Ze zwijgen in alle talen. Ook een
manier om met deze situatie om te gaan. Volgens mijn laatste gesprek met Damstra (28
augustus) gingen ze nog door met het onderzoek met een paar man. Ze doen maar. Onze hoop
op een oplossing is al lang vervlogen, daar weten we teveel voor, om nog ergens in de
geloven van deze justitiële kant. Wat we dachten wat altijd ons recht was, daar hebben we
altijd in geloofd, dat we hier in Nederland goed zaten met onze politie en justitie, ons
rechtssysteem. Maar nu we op de meest verschrikkelijk manier ermee te maken krijgen, kom
je tot de ontstellende conclusie, dat dit recht er niet meer is en dat wij en vele anderen nergens
meer op hoeven te rekenen. Ook dit stukje zekerheid in ons leven is ons afgepakt en vele
mensen met ons die dit drama van dichtbij hebben meegemaakt.
De dagen worden weer donkerder. De lange winter staat weer voor de deur. Ik zie er nu al
tegenop. Ik wil proberen om er te zijn, voor de andere kinderen, hen helpen door op de
kleinkinderen te passen, als dat nodig is, om zo weer wat inhoud aan ons leven te geven. Ook
dit gaat moeilijk, maar wat is niet moeilijk.
Lieve Marianne, we missen je zo!
41
Abonneren op:
Posts (Atom)